vrijdag 29 maart 2024

Volksverhalen Almanak


De zorgenbrengers


Wee de mens die zorgenbrengers in huis heeft. Hij kan ondernemen wat hij wil, hij blijft in de zorgen. Alleen als hij de zorgenbrengers weet kwijt te raken (door list, want voor een poes of hond zijn ze niet bang), wordt ook voor hem het leven weer zonder zorgen.
Zo leefde er in een dorp een boer, die werkte van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Geen moeite was hem teveel en geen werk was hem te zwaar. Toch mislukte alles wat hij ondernam, zodat hij zich afvroeg: "Zou ik zorgenbrengers in huis hebben?"
Meteen gaf een zorgelijk stemmetje hem antwoord. "Zeker zijn we onder je dak en we nemen er ons gemak! We blijven voorlopig logeren, dus je kunt beter niets meer proberen!"
De boer was slim genoeg. Hij dacht even na en vroeg toen: "Zijn jullie met velen?"
"Dat zal ik je niet verhelen!" was het bezorgde antwoord.
"Toch zie ik niet waar jullie zijn," zei de boer.
"Nee, daarvoor zijn we ook te klein!" zuchtte het kleine stemmetje.
"Waar zitten jullie dan eigenlijk?"
"Overal waar we plaats kunnen vinden, zitten ik en mijn vrinden. In kasten en laden, in spleten en naden, in gaatjes en hoeken, tussen dekens en tussen doeken."
Nu nam de boer zijn tabakszak uit zijn jas. "Kunnen jullie je ook verstoppen in mijn tabakszak?"
"Natuurlijk! We klimmen erin met groot gemak!" Even later riep hetzelfde stemmetje vanuit de tabakszak: "We zitten allemaal in je tabakszak!"
De boer trok het koord waarmee zijn tabakszak gesloten werd, dicht en alle zorgenbrengertjes zaten gevangen. Met zijn tabakszak liep hij snel naar de molenaar, die de tabakszak onder de molensteen legde.
Vanaf dat ogenblik liep alles weer mee voor de slimme boer. Wat hij ook ondernam, het lukte altijd. Hij werd in korte tijd rijk en aanzienlijk.
In datzelfde dorp woonde nog een andere boer en die was al heel rijk en aanzienlijk. Toch was hij nog ontevreden. De welvaart van anderen maakte hem groen en geel van ergernis. Dat de boer die vroeger zijn mindere was, nu even rijk en aanzienlijk was als hij kon hij niet verkroppen. Hij piekerde erover hoe de pechvogel van vroeger de geluksvogel van nu was geworden. Hij ging het tenslotte aan de ander vragen.
Nadat hij het hele verhaal had gehoord, haastte hij zich naar de molen, waar de zorgenbrengers nog in de tabakszak en onder de molensteen gevangen zaten. Hij opende de tabakszak en liet de zorgenbrengers ontsnappen, vast ervan overtuigd dat ze weer naar hun vroegere woonplaats zouden terugkeren om van de geluksvogel weer een pechvogel te maken.
Maar de zorgenbrengers hadden de schrik nog te pakken van het vorige adres. Ze liepen met hun bevrijder mee naar zijn huis en daar nestelden ze zich in hoekjes en gaatjes, in kieren en naadjes, tussen dekens en tussen doeken, overal waar je ze niet zou zoeken.
Al dadelijk waren in dat nieuwe kwartier van de zorgenbrengers de zorgen en tegenslagen niet te tellen. De jaloerse boer zag zijn rijkdommen slinken, het vee teerde weg, zijn paarden werden gestolen, iedere kip kreeg de pip, de haan was er vandoor gegaan, de koe was steeds moe, de schapen verdronken, de voorraden slonken. Tenslotte brak er in de boerderij brand uit en alles brandde tot de grond af. De jaloerse boer hield niets over dan zorgen en nog eens zorgen. Nu had hij spijt van zijn jaloezie, maar - zoals dat gaat - nu was het te laat. Want wie een ander zijn geluk misgunt, voor hem gaat alles mis. Punt!
*   *   *
Samenvatting
Een volksverhaal uit Rusland.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen