vrijdag 29 maart 2024

Volksverhalen Almanak


Het sprookje van de jonge gravin


Er was eens een graaf, rijk als de zee en gelukkig, want hij had een zusje dat onuitsprekelijk mooi was en ze was jong van jaren. Hij hield zoveel van haar en hij wenste dat geen mens haar zag en niemand haar kende, daarom hield hij haar in het paleis opgesloten. Daar werd ze geplaagd door verveling; ze kon het niet meer uithouden in de gaten gehouden te worden en opgesloten te zijn als een hond.
Aan het paleis van de graaf grensde echter het slot van de koning en toen het nacht was, boorde de jonge gravin heimelijk een gat onder een schilderij in de muur. En ziedaar, de gang eindigde in het vertrek van de koningszoon onder een ander schilderij, zodat niemand van de ene noch van de andere kant iets kon merken.
Op een nacht nu schoof de jonge gravin het schilderij een beetje opzij en zag naast de koningszoon, die op zijn bed uitgestrekt lag, een brandende sierlijke kroonluchter. Toen vroeg ze zacht:
"Gouden luchter, ach, zeg me toch,
Slaapt de prins of waakt hij nog?"
En de luchter antwoordde:
"Mooi meisje, kom maar binnen,
Hij slaapt en is niet bij zinnen."
Toen trad ze binnen en ging zachtjes naast de koningszoon liggen. Toen hij ontwaakte, omhelsde hij haar en kuste haar en sprak:
"Mooi meisje, wie ben je, wie?
En uit welk land kom je hier?"
Toen lachte ze heimelijk en sprak:
"Lieve prins, ach, wees toch stil,
En geniet de vreugd zoals je wil!"
Zo sliepen ze in. Maar eerst had de koningszoon de mooie haren van de jonge gravin om zijn arm gewonden. Toen nam de gravin een schaar, knipte het gouden haar door en ontvluchtte. Toen de koningszoon wakker werd, was hij weer alleen en riep zijn raadsheren: "Luister! Mijn godin heeft haar haar achtergelaten, zij zelf is echter verdwenen. Wat moet ik doen?"
De raadsheren spraken: "Heilige kroon, bind een eind van de gouden ketting die ze om haar hals draagt om uw hals, dan kan ze u niet meer ontvluchten."
De volgende nacht stelde de jonge gravin de kroonluchter weer dezelfde vraag en kreeg hetzelfde antwoord. En toen de koningszoon haar in zijn armen hield, wilde hij weer weten wie ze was, en weer kreeg hij hetzelfde antwoord:
"Lieve prins, ach, wees toch stil,
En geniet de vreugd zoals je wil!"
Toen wond de koningszoon haar ketting om zijn hals en viel in slaap. Zij echter sneed de ketting doormidden en ontvluchtte opnieuw. Totaal vertwijfeld riep hij de volgende ochtend de raadsheren samen en vertelde hen dat ook dit middel mislukt was. Toen sprak de wijste onder hen: "Heilige kroon, zet een emmer met saffraanwater onder het bed, dan zal de sleep van haar jurk er in hangen en als ze weggaat, een spoor op de vloer achterlaten. Dat volgt u dan!"
De koningszoon bereidde de emmer met saffraanwater en ging liggen. Om middernacht luisterde de jonge gravin naar binnen en riep zachtjes:
"Gouden luchter, ach, zeg me toch,
Slaapt de prins of waakt hij nog?"
En toen de luchter haar gerustgesteld had, glipte ze weer in het vertrek van de prins en ging zachtjes naast hem liggen. Hij werd wakker, vroeg haar weer naar haar herkomst, en ze antwoordde als altijd. Toen de koningszoon ingesluimerd was, stond ze zachtjes op en wilde vluchten. Toen hing haar sleep in de emmer met saffraanwater. Ze merkte het echter meteen, wrong de sleep netjes uit en ontvluchtte zonder een spoor achter te laten.
En na deze nacht kwam de jonge gravin nooit meer terug. Vergeefs wachtte de prins nacht na nacht op haar, ze was verdwenen. Vele maanden gingen voorbij, toen werd hij op een ochtend wakker en vond een rozig kindje naast zich liggen. Snel kleedde hij zich aan en riep zijn raadsheren samen. Deze kwamen meteen, hij toonde ze het kind en zei: "Dat is mijn kind! Maar waaraan herken ik nu de moeder?"
De raadsheer antwoordde: "Heilige kroon, laat bekendmaken dat het kindje gestorven is. Laat het dan in het midden van de dom opbaren en geef bevel dat alle vrouwen van de stad komen om het te bewenen. Kijk dan goed. Degene die het meest huilt, is zijn moeder."
Zo gebeurde het. Alle vrouwen van de stad kwamen, zeiden een paar woorden en klaagden een beetje en gingen weer zoals ze gekomen waren. Tenslotte kwam ook de jonge gravin en toen ze het kind zag, begon ze heftig te huilen, trok zich de haren uit en riep meteen:
"Mijn kind, o mijn kind!
Omdat ik, ach, te mooi was,
Knipte ik mijn gouden haar.
Omdat ik dacht het mooist te zijn,
Sneed ik mijn kettinkje in twee.
Omdat ik dacht te mooi te zijn,
Werd mijn zoom nat van saffraan."
Toen de koningszoon en de raadsheren dat hoorden, begonnen ze te roepen: "Dit is de moeder! Zij en geen ander!"
Toen trad de broer van de jonge gravin met getrokken zwaard naar voren en wilde zijn zuster doden, maar de koningszoon sprong er tussen en riep:
"Waar is hier smaad? Terug dat staal!
Zuster van de graaf en konings gemaal!"
En zo werd de jonge gravin de vrouw van de prins.
Zo leefden zij tevreden en gelukkig, maar wij blijven met lege handen achter.
*   *   *
Samenvatting
Een Zuid-Italiaans sprookje over lust en liefdeslist. Een jonge gravin verleidt drie nachten achtereen een koningszoon in zijn slaap. Ze slapen drie nachten samen, maar elke ochtend vertrekt ze stilletjes. Hij weet dus niet wie ze is en ziet haar ook nooit meer. Totdat hij op een ochtend een kind naast zich vindt, dat de zijne blijkt te zijn. Om er achter te komen wie de moeder is (en met wie hij dus geslapen heeft), laat hij verkondigen dat het kind overleden is...
Trefwoorden
Basisinformatie
Bron
"Sprookjes over Liefde en Eros" verzameld door Ulrike Blaschek-Krwaczyk. Uitgeverij Elmar, Rijswijk, 1992. ISBN: 9061209595
Populair
Verder lezen