zaterdag 20 april 2024

Volksverhalen Almanak


Hoe de bunzing aan zijn stank komt


Hoe de bunzing aan zijn stank komtHeel, heel lang geleden, was alles anders dan nu. Veel dieren zagen er ook anders uit. Wie zou bijvoorbeeld geloven, dat de zwarte en de grijze wolf broeders waren van de bunzing? En toch was dat zo.
Terwijl de wolven hun aardse dagen met jacht vulden - en vaak moesten ze een harde strijd leveren met sterke vijanden - stal de bunzing de eieren uit de vogelnesten, liet zich de sprinkhanen goed smaken en ving vliegen. Overal waar de bunzing zich liet zien, werd hij voor een dief en een lafaard uitgescholden.
De wolven schaamden zich voor hun broertje, die schande over hun familie bracht. De vogels beklaagden zich bij hen over de eieren, die hij geroofd en over de nesten, die hij vernield had.
Op een dag vonden de wolven dat het nu hoog tijd werd een eind te maken aan zijn diefstallen...
De zwarte wolf ging naar de bunzing en zei: "Lieve broer, we krijgen steeds klachten over je. Waarom vang je geen konijnen? Je hoort toch bij onze wolvenfamilie!"
"Ik vind eieren erg lekker," antwoordde de bunzing, aan wiens snuit nog vers eigeel kleefde. De zwarte wolf schudde zijn kop en zei: "Het is een schande! Eieren! Hoe kan iemand van onze familie nu alleen eieren eten!" Daarna liep hij weg.
De grijze wolf luisterde naar wat de vogels nog meer over de bunzing te zeggen hadden. Toen het hem te veel werd riep hij een grote vergadering bij elkaar.
"Vertel me wat de bunzing jullie heeft aangedaan," riep hij alle dieren toe die gekomen waren. "Ik zal..."
"Hij heeft mijn eieren opgegeten!" onderbrak de duif verdrietig en boos de woorden van de grijze wolf.
"De mijne ook! - De mijne ook!" riepen alle vogels in koor. De muis klaagde: "Hij heeft me zo hard aan mijn staart getrokken dat er sinds die tijd geen haar meer op wil groeien. Kijk zelf maar..."
"Mijn staart heeft hij zelfs afgebeten," riep de hagedis, "en ik geloof niet, dat hij weer aangroeit."
Zo klaagden de dieren en er kwam geen einde aan alle bezwaren.
Toen zei de grijze wolf: "Zeg eens, wat zullen we met de bunzing doen?"
"Doodt hem, doodt hem!" riepen de opgewonden dieren.
De grijze wolf beloofde het weliswaar, maar hij wilde niet met de bunzing vechten. Hij wachtte en toen de bunzing in zijn hol vast in slaap was gevallen, sloop hij naar zijn hol en sleep met een steen zijn tanden en nagels. Daarna drukte hij hem zo hard op de grond dat de bunzing nog maar zo klein als een marter was en met een schreeuw van pijn wakker werd.
"Wat gebeurt er?" riep hij.
"Niets, broertje, helemaal niets. Ik ben alleen gekomen om je op te eten," riep de grijze wolf en liet zijn grote muil zien.
De bunzing schrok natuurlijk vreselijk en liep als een wervelwind zijn hol uit.
Hij kon nog net de laatste woorden horen die de grijze wolf hem na riep. "Ga waarheen je wilt, ik vind je overal!"
De bunzing liep voor zijn leven en toen hij eindelijk bij een rots kwam, klom hij vlug naar boven en keek voorzichtig of hij de grijze wolf ook zag.
De nacht was voorbij en de grijze wolf was nergens te zien, daarvoor in de plaats kwam de zwarte wolf naar de rotsen en riep: "Wees maar niet bang, broertje! Kom maar naar beneden, ik heb iets voor je meegebracht dat je zal beschermen tegen je vijanden!"
"Oh nee, ga weg, ik vertrouw je niet. Jij wilt me ook alleen maar opeten. Ga weg! Zo'n broer heb ik niet nodig."
"Ach wat," zei de zwarte wolf, "je bent zo klein geworden, dat niemand meer gelooft dat je onze broer bent en bovendien hebben we nooit goed bij elkaar gepast. Wolven zijn nooit zo bang als jij. Maar omdat ik niet wil, dat anderen je kwaad doen, heb ik dit tovermiddel voor je meegebracht." Met deze woorden liet hij een kleine buidel zien.
"En dat moet mij tegen vijanden beschermen?" vroeg de bunzing wantrouwig.
De zwarte wolf deed de zak open en in een ogenblik verspreidde zich zo'n walgelijke stank, dat de bunzing een stuk weg liep. "Zie je wel!" lachte de wolf goedig. "Maar je moet weten dat de bezitter van de buidel geen last heeft van deze stank."
"Wat zit er dan in de buidel?" vroeg de bunzing nieuwsgierig.
"Eigenlijk is dat een geheim," zei de wolf. "Maar vooruit, ik zal het je toevertrouwen: Lange tijd geleden vond mijn grootmoeder een bedorven eendenei. Aangezien ze erg slim was, bracht dit haar op een idee. Ze mengde het ei met de adem van de gier, het zweet van de beer en de mest van de panter en stopte alles bij elkaar in deze buidel. Ze gaf hem mij met het verzoek om hem te geven aan een wolf of bunzing die in nood was. En omdat je nu in nood bent, heb ik aan jou gedacht..."
De zwarte wolf legde de buidel aan de voet van de rotsen en verdween. De bunzing nam de buidel mee en scheidde ook niet meer van hem. Hij zag al gauw dat hij de buidel maar een heel klein beetje open hoefde te doen... of al zijn vijanden liepen, nog voor ze hun tanden hadden laten zien, hard weg.
*   *   *
Samenvatting
Een fabel uit Haïti over de grijze wolf, de bunzing en zijn stank. De zwarte en grijze wolf waren vroeger familie van de bunzing. Maar ze vonden hem een schande voor de familie: hij jaagde niet, maar stal eieren. De grijze wolf belegt een vergadering waar alle vogels hun beklag doen over de bunzing en hij besluit hem te doden. Gelukkig komt de zwarte wolf de bunzing te hulp met een buidel vol stank.
Toelichting
De bunzing (Mustela putorius) is een klein behendig roofdier dat behoort tot de familie der marterachtigen. Het is waarschijnlijk de wilde voorvader van de fret.
Het spreek­woord 'stinken als een bunzing' kent iedereen wel. In het nauw gedreven zal een bunzing niet aarzelen om zijn anaalklieren leeg te persen en de stinkende secretie die vrij komt, kan behoorlijk ver naar achteren gespoten wor­den. Dit legen van de anaalklieren gaat meestal gepaard met een hevig gekrijs! Eén mo­ment van aarzeling en schrik van de stank, bij een hem achtervolgend dier, geeft de bunzing de kans om te ontsnappen.
Volksnamen voor de bunzing zijn: 'stinkotter' of 'ulk' - Limburgs: 'veurs' of 'viez' - Fries: 'murd' - Gronings: 'ulk'.
Trefwoorden
Basisinformatie
Populair
Verder lezen