vrijdag 29 maart 2024

Volksverhalen Almanak


Kalief Haroen Al-Rasjid en Aboe Noewas


Op een dag reden kalief Haroen al-Rasjid en Aboe Noewas naar een van de paleizen van de kalief. Aboe Noewas had zijn ontbijt, bestaande uit dadels, mee op reis genomen. Hij had honger en daarom begon hij een dadel op te eten. Net op dat moment draaide de kalief zich naar hem om en vroeg hem wat hij deed. Aboe Noewas spoog de dadel uit en antwoordde dat hij niets deed.
Telkens als hij net een dadel in zijn mond stopte, draaide de kalief zich om en stelde hem een vraag, zodat hij de dadel moest uitspugen om hem te antwoorden. Toen de dadels op waren zonder dat hij er iets van had geproefd, kwamen ze aan bij liet paleis van Haroen al-Rasjid, en de kalief ging naar zijn Georgische slavin.
Aboe Noewas dacht bij zichzelf: "De kalief heeft me mijn dadels niet laten opeten, daarom zal ik verhinderen dat hij met de slavin samen is." Hij liet hem naar binnen gaan en bracht de paarden tot stilstand. Even later liet hij ze los, liep naar de deur en klopte aan. De kalief riep: "Wie is daar?" Aboe Noewas antwoordde: "Ik, Aboe Noewas." Daarna zweeg hij en liet hen een kwartiertje met rust. Toen klopte hij weer op de deur. "Wie is daar?" riep de kalief, en hij antwoordde: "Ik, Aboe Noewas."
Op die manier ging dat door, totdat de kalief naar buiten kwam zonder met zijn slavin samen te zijn geweest. De kalief dacht bij zichzelf: "Hij heeft me voor de gek gehouden, nu zal ik hem een poets bakken." Hij liet de merrie van Aboe Noewas halen, nam een mes en sneed daarmee haar lippen af. Op zijn beurt nam Aboe Noewas een mes en toen Haroen al-Rasjid zijn merrie had bestegen, sneed hij ongemerkt haar staart af. Daarna reed hij achter de kalief aan.
Na een poosje draaide de kalief zich om naar Aboe Noewas en sprak: "Ik zie dat je merrie grijnst, Aboe Noewas." Die antwoordde: "Ze lacht zeker om de staart van uw merrie, o emir der gelovigen." En toen zag de kalief dat de staart van zijn merrie was afgesneden en hij sprak: "Wat heb je gedaan, Aboe Noewas?" - "En wat heeft u gedaan, heer?" antwoordde Aboe Noewas. Daarop lachte de kalief en belaadde hem met geschenken.
*   *   *
Samenvatting
Een grappig schelmenverhaal uit Irak. De kalief en de hofdichter zitten elkaar tijdens een lange reis in de weg. Beiden besluiten een geintje met elkaars paard uit te halen.
Toelichting
Aboe Noewas (gestorven 810 n. Chr.) was een dichter; de hoveling en hofnar van kalief Haroen al-Rasjid.
Haroen al Rasjid (ca. 766-809) was kalief van het Arabische Rijk uit de dynastie van de Abbasiden. Al Rasjid betekent 'de rechtvaardige'. Onder zijn bewind bloeiden kunst en wetenschap. Hij stichtte onder andere de heilige stad Najaf in 791.
Afkomstig uit: Meissner, Bruno - Neuarabische Geschichten aus dem Iraq, Leipzig, 1903.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen