vrijdag 29 maart 2024

Volksverhalen Almanak


Van de man die een rechtvaardige peet zocht voor zijn kind


Er was eens een arme man, die liep overal rond om een peet te zoeken voor zijn negende kind; want zonder peet kon het immers niet gedoopt worden, en geen mens wou zijn naam geven aan het negende kind van zulke arme mensen. Daar zag hij iemand aankomen! Zou die misschien willen? Het was Onze-Lieve-Heer in eigen persoon, maar dat wist hij niet.
"Waarom zo treurig, beste vriend?" vroeg de vreemdeling.
"Ach," antwoordde de man, "we hebben pas ons negende kind gekregen - een gezonde jongen. En zou u nu wel willen geloven, vreemdeling, dat geen mens in ons gehele dorp de peet wil zijn van dit lieve kind?"
"En waarom niet?" vroeg de vreemdeling.
"Natuurlijk omdat we arme stakkers zijn," zei de man. "Ach, vond ik toch maar een rechtvaardig mens, die niet te trots of te gierig is om mijn zoon ten doop te houden, en hem zijn naam te geven."
"Als u mij als peet wilt aannemen, zal ik u met plezier deze dienst bewijzen, goede man."
"Ik dank u voor uw vriendelijk aanbod, vreemdeling," zei de vader, "maar eerst zou ik graag uw naam willen weten. Ik zoek namelijk voor mijn kind allereerst een peet, van wiens rechtvaardigheid ik verzekerd kan zijn."
"Nu dan, als u volstrekt mijn naam wilt weten - ik ben Onze-Lieve-Heer."
"Zo, bent u Onze-Lieve-Heer? In dat geval neem ik u niet aan als peet voor mijn zoon; want u bent niet rechtvaardig. U neemt nijvere ambachtslieden, die in het zweet huns aanschijns hun brood verdienen, weg uit hun gezin. U doet moeders sterven, wier kinderen nog niet eens kunnen lopen, terwijl u degene, die nooit iets anders hebben uitgevoerd dan hun ouders schande en verdriet aandoen, laat leven. U laat jonge mannen sterven in de kracht van hun leven, terwijl u vele ouden, die snakken naar de dood en anderen tot last zijn, vergeet weg te nemen. Nee, u bent niet rechtvaardig en ik neem u niet aan als peet van mijn zoon."
Daarna gingen ze elk hun eigen weg en de man ontmoette een poos later de apostel Johannes. Ook deze vroeg hem, waar hij naar toe ging en waarom hij zo bedroefd keek?
"Ik zoek een rechtvaardig mens," was het antwoord, "die niet te trots en te gierig is om peet te willen zijn bij het negende kind van arme ouders."
"Wenst u dat ik die peet zal zijn?"
"Dat aanbod neem ik gaarne aan," zei de man, "maar eerst moet ik weten hoe u heet, omdat ik allereerst een rechtvaardige peet wens voor mijn zoon."
"Ik ben de apostel Johannes."
"Ach, als u de apostel Johannes bent, kan ik u niet als peet voor mijn kind aannemen; want u bent de medeplichtige van Onze-Lieve-Heer en Onze-Lieve-Heer is niet rechtvaardig."
Daarna gingen ze elk hun eigen weg en de man ontmoette een poos later de apostel Petrus, die hem ook al vroeg, waar hij naar toe ging en waarom hij zo bedroefd keek.
"Ach," zei de man, "ik zoek een rechtvaardig mens, die niet te trots of te gierig is om peet te zijn van het negende kind uit een doodarm gezin."
"Wilt u dat ik die peet zal zijn?"
"Uw aanbod neem ik gaarne aan, maar eerst moet ik weten hoe u heet; want ik wens allereerst een peet voor mijn zoon, van wiens rechtvaardigheid ik verzekerd kan zijn."
"Ik ben de apostel Petrus."
"O nee, als u de apostel Petrus bent, neem ik u niet aan als peet voor mijn zoon. Want u bent niet rechtvaardig. Ten eerste hebt u uw Meester driemaal verloochend en verder opent u, als portier van het Paradijs, de poort liever voor de rijken, die geld genoeg hebben om veel missen te laten lezen, dan voor de armen, die geen cent bezitten om de priesters voor hun ziel te laten bidden. U bent niet rechtvaardig en u bent geen geschikte peet voor mijn kind."
Daarna ging ieder zijn eigen weg. Een poos later ontmoette de man de Dood, die hem, evenals de drie anderen, vroeg, waar hij naar toe ging en waarom hij zo treurig keek.
"Ach," zei de man, "ik zoek een rechtvaardig mens die niet te trots of te gierig is om peet te zijn van het negende kind van doodarme mensen."
"Wilt u mij hebben als peet?"
"Ja, graag, maar eerst moet ik weten hoe u heet; want ik zoek allereerst een rechtvaardige peet voor mijn zoon."
"Ik ben de Dood."
"In dat geval neem ik u aan als peet van mijn kind; want u bent tenminste rechtvaardig. U neemt de rijken evengoed weg als de armen, en de ouden evengoed als de jongen."
En zo werd dan de Dood peetvader over het negende kind van de arme man.
*   *   *
Samenvatting
Een volksverhaal uit Bretagne (Frankrijk). Een zeer arme man zoekt voor zijn negende kind een rechtvaardige peet. Hij komt God, Johannes en Petrus tegen, maar geen van de drie vindt hij rechtvaardig. Pas als hij de Dood tegenkomt wil de arme man die als peet aannemen, want de Dood is de enige die rechtvaardig is en de mensen gelijk behandelt.
Toelichting
Vergelijk het sprookje van de gebroeders Grimm: De dood als peet en De peetoom.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Bron
"Oud-Fransche sagen, volksoverleveringen en sprookjes" bijeengebracht door S. Troelstra-Bokma de Boer. W.J. Thieme & Cie, Zutphen, 1930, p. 99-101.
Populair
Verder lezen