Startpagina Leesidee Stichting EchelonStichting Beleven
 
VERHAAL
print ⇒
GROEP
5-6
THEMA
Onschuld, onbaatzuchtigheid, eerlijkheid
SAMENVATTING
Een slechte stiefmoeder stuurt haar stiefdochter naar haar zus, de heks Baba Jaga Knokig Bot. Het meisje gaat echter eerst naar haar eigen tante en van haar krijgt ze goede raad. Daardoor weet ze te ontsnappen aan de gemene heks.
WERKVORMEN
- kringgesprek
- spreekwoorden
- associatieoefeningen
- toneelstukje
LESOPZET
a. Bedenk alvorens aan het kringgesprek te beginnen een aantal voorbeelden en spreekwoorden waarin het slecht afloopt met mensen die geen eerlijke bedoelingen hadden. (‘Eerlijk duurt het langst’, ‘wie goed doet, goed ontmoet’, ‘al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel’, ‘liegen alsof het gedrukt staat’, ‘je hand voor iemand in het vuur durven steken’, ‘gestolen goed gedijt niet’, ‘zo eerlijk als goud’, ‘wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe’.) Laat de kinderen zelf voorbeelden geven, of bedenken van soortgelijke gevallen.
b. Vertel het verhaal.
c. Waarom zou het zo zijn dat wanneer mensen in verhalen goede bedoelingen hebben het meestal goed met ze afloopt? En is dat in het echte leven eigenlijk ook zo? Is jokken bijvoorbeeld altijd slecht? Wie jokt er nooit? Vraag waar de kinderen wel eens over gejokt hebben.
d. Bedenk met de kinderen tegenstellingen die te maken hebben met het verhaal. (‘Goed – kwaad’, ‘leugen – waarheid’, ‘eerlijk – oneerlijk’, ‘fout – goed’, ‘zoet – stout’.)
e. Kinderen bedenken in een groepje en spelen daarna voor de klas een klein toneelstukje waarin het niet goed afloopt met degene die niet eerlijk is en slechte bedoelingen heeft. (Let op dat er geen eindeloze stoeipartijen tussen de boef en de politieman ontstaan.)
f. Nabespreken.
DOELSTELLING
- Kinderen maken onderscheid tussen eerlijk en oneerlijk gedrag, tussen goed en kwaad. Ze denken na over de twijfelgevallen (de waarheid ligt in het midden?) Wanneer is iets goed en wanneer is iets verkeerd?
- Kinderen bedenken en schrijven gezegden en spreekwoorden op over dit thema.
- Kinderen oefenen taal- en uitdrukkingsvaardigheid.

BABA JAGA
Er leefde eens een oude man met zijn vrouw; hij werd weduwnaar en trouwde opnieuw, maar van de eerste vrouw had hij een meisje overgehouden. De boze stiefmoeder hield niet van haar, sloeg haar en overlegde bij zichzelf hoe ze haar helemaal kon laten verdwijnen. Eens ging de vader op reis. Toen zei de stiefmoeder tegen het meisje: "Ga naar je tante, mijn kind, en vraag haar een naald en een draad om voor jezelf een hemdje te naaien." Maar die tante was de Baba Jaga Knokig Bot.

Het meisje was echter niet dom en ging eerst naar haar eigen tante. "Dag, tante." - "Dag, kindje. Waarom ben je gekomen?" - "Moeder stuurt me naar haar zuster, om daar een naald en een draad te vragen - ik moet er een hemdje mee naaien." Toen gaf de tante haar deze raad: "Daar zal een berkenboompje in je ogen slaan, nichtje - bind er een lintje om. Een poort zal daar knarsen en dichtslaan - giet wat olie op de scharnieren. Daar zullen honden je aanvallen - gooi hun brood toe. Daar zal een kater je ogen willen uitkrabben - geef hem wat ham."

Het meisje ging op weg; ze liep en liep en kwam bij een hutje; en daarin zat de Baba Jaga Knokig Bot te weven. "Goedendag, tantetje." - "Goedendag, nichtje." "Moeder stuurt me om u een naald en een draad te vragen - ik moet een hemdje naaien." - "Goed. Ga intussen zitten weven." Het meisje zette zich aan het weefgetouw, maar de Baba Jaga ging naar buiten en zei tegen haar dienstmeid: "Ga het badhuis stoken, en was mijn nicht zoals het hoort. Morgen wil ik mijn ontbijt met haar doen." Het meisje zat er meer dood dan levend bij, en smeekte de meid: "Goede vrouw, steek minder hout in brand, giet er water overheen en breng het water in een zeef." En ze gaf haar een doekje ten geschenke.

Intussen stond de Baba Jaga te wachten; ze ging naar het raam en vroeg: "Weef je, nichtje, weef je, liefje?" - "Ik weef, tantetje, ik weef, lieve." De Baba Jaga ging weer weg van het raam. Maar het meisje gaf ham aan de kater en vroeg hem: "Is het mogelijk hier weg te komen?" - "Daar heb je een kam en een handdoek," zei de kater. "Neem ze en loop hard. De Baba Jaga zal je achterna komen, maar dan moet je je oor op de grond leggen en luisteren of ze dichtbij is. Werp in dat geval eerst de handdoek op de grond - die wordt een brede, brede rivier. En als de Baba Jaga de rivier oversteekt en je blijft achtervolgen, moet je weer je oor op de grond leggen. Wanneer je dan hoort dat ze al dichtbij is, gooi je de kam weg - hij wordt een dicht, dicht bos; daar komt ze niet doorheen."

Het meisje nam de handdoek en de kam en liep weg. De honden wilden haar bijten, maar zij wierp hun brood toe, en ze lieten haar gaan. De poort wilde dichtslaan, maar ze goot olie op de scharnieren, en ze liet haar gaan. De berkenboom wilde haar de ogen uitsteken, maar zij bond er een lintje om, en de berk liet haar gaan. Intussen zat de kater aan de weefstoel, en haalde de draden meer door elkaar dan dat hij weefde. De Baba Jaga kwam bij het raam en vroeg: "Weef je, nichtje, weef je, liefje?" - "Ik weef, tante, ik weef, lieve," antwoordde de kater met een grove stem.

De Baba Jaga snelde de hut in en zag dat het meisje weg was. Ze sloeg de kater en schold hem uit omdat hij het meisje niet haar ogen had uitgekrabd. "Hoe lang dien ik je nu al," zei de kater, "en je hebt me zelfs geen beentje gegeven, maar van haar heb ik ham gekregen." De Baba Jaga raasde tegen de honden, tegen de poort, tegen de berk en tegen haar dienstmeid, ze schold ze uit en sloeg ze. Maar de honden zeiden: "Hoe lang dienen we je nu al niet, en je hebt ons zelfs geen aangebrand korstje toegeworpen, maar zij heeft ons brood gegeven." De poort zei: "Hoe lang dien ik je nu al niet, en je hebt zelfs geen water op mijn scharnieren gegoten, maar zij heeft er olie op gedaan." De berk zei: "Hoe lang dien ik je nu al, en je hebt nooit ook maar een draadje om me heen gedaan, maar zij heeft een lintje om me gebonden." En de meid zei: "Hoe lang dien ik je nu al niet, en je hebt me zelfs geen vodje gegeven; maar zij heeft me een doekje cadeau gedaan."

Baba Jaga Knokig Bot ging vlug in een vijzel zitten, dreef die aan met de stamper, veegde haar sporen uit met de bezem en snelde achter het meisje aan. Maar dit legde haar oor op de grond en hoorde dat de Baba Jaga haar achtervolgde en al dichtbij was. Toen nam ze de handdoek, wierp die op de grond, en er ontstond een brede, brede rivier. De Baba Jaga reed tot aan de rivier en knarsetandde van woede. Ze keerde naar huis terug, nam haar ossen mee en dreef ze naar de rivier. De ossen dronken de hele rivier leeg, en de Baba Jaga hervatte de achtervolging. Het meisje legde haar oor op de grond en hoorde dat de Baba Jaga dichtbij was. Toen wierp ze de kam op de grond en deze werd een schrikwekkend dicht bos. De Baba Jaga begon er aan te knagen, maar hoe hard ze ook knaagde, ze kon er niet doorkomen.

Intussen was de oude man thuisgekomen. Hij vroeg: "Waar is mijn dochter?" - "Ze is naar haar tante gegaan," zei de stiefmoeder. Een beetje later kwam ook het meisje er hard aanlopen. "Waar ben je geweest?" vroeg haar vader. "Ach, vadertje," zei ze, "zo en zo - moedertje heeft me naar tante gezonden om een naald en een draad te vragen - ik moest een hemdje naaien. Maar die tante is de Baba Jaga, en ze wilde me opeten." - "Hoe ben je weggekomen, dochtertje?" - "Dat is zo gegaan..." vertelde het meisje. En toen de oude man alles had vernomen, werd hij zo boos op zijn vrouw dat hij haar doodschoot.
HERKOMST
Rusland
BRON
"Russische volkssprookjes" verzameld door A.N. Afanasjew. Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, 1980. ISBN: 90-274-0919-6
Leesidee + verhaal afdrukken

 
Leesidee is een gezamenlijk project van Stichting Echelon en Stichting Beleven