Startpagina Leesidee Stichting EchelonStichting Beleven
 
WAT VROUWEN VAN MANNEN ONDERSCHEIDT
leesidee ⇒
Er leefde eens een koning die al zo oud en zwak was, dat hij zijn paleis niet meer kon verlaten. Hij had drie dochters, die Carolina, Assuntina en Bellinda heetten. De laatstgenoemde was de jongste, maar ook de mooiste en de verstandigste.

In de vertrekken van de koning stonden drie prachtige zetels in de kleuren blauw, rood en zwart. Wanneer de koning in de hemelsblauwe stoel zat, dan wilde dat zeggen dat er vrede in het rijk heerste. Ging hij in de rode zitten, dan dreigde de verschrikking van de oorlog. De zwarte stoel kondigde ten slotte de naderende dood aan.

Toen de meisjes op een dag bij hun vader kwamen, zat hij voorovergebogen in de rode stoel. "Weet je," begon hij met bezorgde stem, "de heerser van ons buurland heeft me de oorlog verklaard. Zelf ben ik een oude, kwetsbare man en God heeft me een zoon onthouden die ik aan het hoofd van mijn leger zou kunnen stellen. Wie moet nu mijn strijdmacht aanvoeren?"

"Vader, laat mij met de soldaten optrekken!" riep zijn oudste dochter Carolina.

"Maar kind, oorlog is een mannenzaak. Dat is niets voor een vrouw."

"Geef me het opperbevel, dan zal ik het tegendeel bewijzen."

Zijn dochters bestookten hem net zolang tot hij zwichtte. "Maar onder één voorwaarde," zei de koning tegen Carolina. "Tonino, mijn trouwe volgeling, gaat met je mee. Als jij je tijdens de krijgstocht ook maar één moment met vrouwelijke aangelegenheden bezighoudt, dan moet je ogenblikkelijk terugkeren."

Gewapend en in harnas reed Carolina aan de kop van de ruiters weg. Het duurde niet lang, of het leger trok langs een meer. "Wat groeit hier een prachtig riet langs de oever," liet Carolina zich ontglippen. "Daar zou je goede spinrokken van kunnen maken."

"Prinses, u moet ogenblikkelijk terugkeren," zei de vazal van de koning prompt. "U hebt tegen het uitdrukkelijke bevel van de koning gehandeld en aan vrouwenzaken gedacht." Er bleef het meisje niets anders over.

Vervolgens mocht Assuntina, de middelste dochter, onder dezelfde voorwaarde haar plaats innemen. Onder haar leiding passeerde het leger het genoemde meer. Verderop stond een houten omheining langs de weg. "Kijk eens, Tonino," zei Assuntina zonder erbij na te denken, "wat een slanke, rechte stokken. Die zou je goed voor spinnewielen kunnen gebruiken."

Gezegd is gezegd. Haar begeleider moest het de koning melden en Assuntina onderging hetzelfde lot als haar oudere zuster.

Nu was Bellinda aan de beurt. Ze trok het glanzende harnas aan, nam de wapens op en besteeg een prachtig strijdros. Ze leek een trotse krijgsheer toen ze zo was uitgerust. In ijltempo trok het leger op, langs het meer en langs de omheining van stokken, tot aan de grens van het rijk. Daar kwamen twee legers tegenover elkaar te staan. De vijandelijke koning, een flinke jongeman, nodigde Bellinda uit in zijn paleis voor onderhandelingen. Nauwelijks had hij haar echter aangekeken, of de volgende gedachte schoot als een bliksemschicht door hem heen:
Zwarte ogen kijken me aan.

Is het een vrouw?

Is het een man?

Hoe pak ik dit aan?
Die mooie ogen hadden zijn hart in vuur en vlam gezet. In zijn verwarring wendde de koning zich tot zijn moeder. "Breng onze gast naar de wapenkamer," ried zij hem aan. "Als het een vrouw is, zal ze de wapens geen blik waardig keuren, laat staan aanraken."

Zo gezegd, zo gedaan. In de wapenkamer keek Bellinda echter met grote kennis van zaken naar de zwaarden, harnassen en musketten. Ze sprak er zo verstandig over, dat een ervaren krijgsman het niet beter zou kunnen.

Daardoor bleef de twijfel bestaan. "Nodig je gast uit voor een wandeling in de kasteeltuin," stelde de moeder van de koning voor. "Is het een vrouw, dan zal ze haar borst versieren met rozen en viooltjes. Een man zal daarentegen een takje jasmijn achter zijn oor steken." In de tuin liep Bellinda echter achteloos aan de rozen en de viooltjes voorbij. Ze brak een takje jasmijn af en schoof dit achter haar rechteroor.

De jonge koning was wanhopig. "Let goed op wat ze aan tafel doet," zei zijn moeder. "Een vrouw drukt het brood bij het snijden tegen haar borst, maar een man houdt het los voor zich uit." Wat deed Bellinda echter? Ze sneed het brood precies zoals dat door mannen wordt gedaan!

"We zullen slimmer te werk moeten gaan," zei de oude moeder. "Stel je gast voor de nacht bij jou in bed door te brengen. Als het een vrouw is, zal ze zeker weigeren."

De koning bracht het voorstel over. Tot zijn verrassing werd het zonder aarzelen aangenomen. Bij het avondeten merkte Bellinda dat er opium in een van de flessen wijn zat, maar ze was zo handig ervoor te zorgen dat de koning deze wijn zelf opdronk. De uitwerking liet niet lang op zich wachten. Hij werd moe, viel in zijn bed en snurkte er de hele nacht op los. Toen hij de volgende ochtend wakker werd, stond de vreemde legeraanvoerder al in volle uitrusting in zijn kamer.

De hartstocht van de koning liet zich echter niet bedwingen. "Laten we het voor de laatste keer proberen," stelde zijn moeder voor. "Vraag je gast om morgen op het middaguur samen met jou een bad te nemen in de vijver van het kasteel. Een vrouw zal dit plan zeker afwijzen."

Bellinda nam ook deze uitnodiging aan. Even later schreef ze echter heimelijk een brief. Daarin stond dat ze ogenblikkelijk naar huis moest terugkeren omdat haar oude vader doodziek was. Ze riep de trouwe Tonino bij zich en besprak haar plan met hem. "Zorg er wel voor dat je hier morgen exact op het middaguur aankomt!"

De volgende dag voerde de koning zijn gast voor de middagmaaltijd naar de vijver in de paleistuin. Daar trok hij zijn kleren uit en liep het water in: "Kom me gezelschap houden. Je frist ervan op."

"Ik wacht liever nog even," gaf Bellinda als antwoord. "Het is mij te warm." Ondertussen keek ze uit naar haar boodschapper.

"Waarom sta je toch zo te treuzelen?"

"Ik heb jeuk in mijn benen. Dat betekent niets goeds."

De zaak dreigde uit de hand te lopen, maar gelukkig kwam eindelijk een boodschapper met losse teugels aan galopperen om Bellinda een verzegelde brief te overhandigen. Ze las hem en zei tegen de koning: "In deze brief staat dat mijn innig geliefde vader op zijn sterfbed ligt en worstelt met de dood. Hij wil me graag zien en daarom moet ik nu onmiddellijk naar huis terugkeren. Baden kunnen we een andere keer ook wel."

Na deze woorden keerde ze zich af. Ze reed naar het legerkamp en bracht haar strijdmacht naar huis. De verliefde koning was de lust tot oorlog voeren vergaan. Treurig liep hij rond in de kamer van zijn gast, tot zijn oog op een briefje viel. Er stond te lezen:
Als krijgsman kwam ik hier bij jou,

zag je in mij ook de vrouw?
De koning wist niet of hij moest lachen of huilen. Nu was er niets meer dat hem tegenhield. Hij liet zijn koets komen en reisde halsoverkop af naar de hoofdstad van het buurland.

Daar zat de oude koning opgelucht in zijn hemelsblauwe stoel, met aan zijn voeten Bellinda die hem vertelde hoe ze de vrede had bewaard. Ze moest haar verhaal steeds opnieuw vertellen, want elke keer beviel het de koning beter. Niet lang daarna arriveerde ook de jonge koning. De heren werden het al snel eens en het conflict waarover ze bijna in oorlog waren geraakt, werd bijgelegd. Het hart van de jonge koning bonsde echter in zijn keel toen hij de ware reden voor zijn bezoek bekendmaakte. Wie zal het nog verwonderen dat Bellinda zijn aanzoek van harte aannam? Ze werd zijn koningin en trok met hem naar het naburige land. Het jonge paar regeerde gelukkig en tevreden tot aan het einde van hun dagen.
En misschien, als het de Here God wil behagen,

zal ooit nog een koning mijn hand komen vragen.
HERKOMST
Italië
BRON
"Toscaanse sprookjes" verzameld door Herbert Boltz. Elmar, Rijwijk, 2001. Vertaald door Uta Anderson, oorspronkelijke titel: Toskanische Märchen. ISBN: 90-389-1231-5
MEER INFORMATIE

 
Leesidee is een gezamenlijk project van Stichting Echelon en Stichting Beleven