Wasili Boeslajev
In de machtige handelsstad Novgorod leefde de oude Boeslaj. Hij bekleedde het ambt van posadniek (= burgemeester) en deed dit met zoveel tact en waardigheid dat hij geliefd was bij alle inwoners van de stad. Zijn grote rijkdom mocht wel eens de afgunst opwekken bij enkele burgers, toch was iedereen ervan overtuigd dat Boeslaj de beste burgemeester was die men zich kon wensen.
Niettegenstaande zijn rijkdom en de achting die men hem toedroeg, was de oude man niet gelukkig. Hij had namelijk geen zoon die zijn bezittingen zou erven en zijn naam doen voortleven. Nadat de oude Boeslaj alle hoop op een erfgenaam al had opgegeven, kreeg hij toch nog een zoon. Lang zou hij niet van deze vreugde kunnen genieten, want toen zijn kind zeven jaar oud was, stierf Boeslaj in de gezegende leeftijd van negentig jaar.
De opvoeding van zijn geliefde Wasili kwam nu geheel op de schouders van zijn weduwe, Mamelfa Timofejevna, te rusten. Zij het haar zoon door een geleerde en wijze leermeester inwijden in de geheimen van het lezen, schrijven en rekenen. Dat was een koud kunstje voor de jonge Wasili; hij had alles snel door en het leren ging hem zo vlot af dat zijn leermeester het amper bij kon houden. Deze gooide er daarom maar een schepje wiskunde en meetkunde bovenop, doch ook deze vakken vormden voor zijn leerling geen enkel probleem.
Bovendien bleek Wasili over een prachtige sopraanstem te beschikken. Zijn stem vulde met gemak de grote ruimte van de hoofdkerk van Novgorod, de Sophia-kathedraal. De mensen werden er stil van, wanneer zij hem hoorden zingen.
Toen Wasili wat ouder was geworden, bracht hij, zoals alle kinderen van die leeftijd, de meeste tijd spelend op straat door. Maar dat gaf problemen, want Wasili was zo sterk dat, wanneer hij een speelgenoot bij de arm greep, deze er meteen afvloog, en wanneer hij een knaap bij zijn been pakte, dit van zijn lichaam scheurde. Wasili bedoelde het niet kwaad, hij had nu eenmaal zo'n geweldige kracht dat het vanzelf gebeurde. Wasili versloeg ook alle tegenstanders die hem met de lans bevochten.
De burgers waren echter woedend over dit soort spelletjes en vonden dat er een eind aan moest komen. Een delegatie van de voornaamste kooplieden begaf zich daarom naar het huis van Mamelfa Timofejev-na om hun beklag te doen. Zij dreigden dat, wanneer de weduwe haar zoon niet in bedwang kon houden, zij hem naar de rivier de Volchov zouden brengen om hem daarin te verdrinken.
Bij het horen hiervan was de moeder zeer bedroefd en zij sprak vermanend tot haar zoon: "Beste Wasili, je weet hoe geacht en geliefd jouw vader hier in deze stad is geweest, en wat moet ik nu over jou horen! Toen hij zo oud was als jij nu bent, had hij reeds een droezjina gevormd van dappere kerels met wie hij optrok tegen de ongelovigen. Maar jij hebt nog geen enkele echte vriend die jou zou kunnen helpen, wanneer je in gevaar bent en de burgers jou zouden willen doden. Met een droezjina zou je je tenminste tegen aanvallers kunnen verdedigen."
Deze woorden maakten indruk op Wasili en hij antwoordde dan ook: "Ik zal uw raad opvolgen, moeder." Hij ging naar zijn kamer en schreef op reepjes papier: "Wie naar hartelust wil eten en drinken is welkom op het erf van Wasili Boeslajev." Hij schreef wel honderd van deze briefjes, bevestigde elk briefje aan een pijl en schoot deze vervolgens alle richtingen uit.
Wij weten al dat de oude Boeslaj zeer rijk was. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er in de keuken verschillende koks en koksmaatjes de handen uit de mouwen staken. Aan hen vroeg Wasili bier te brouwen, brandewijn te stoken en allerlei lekkere hapjes klaar te maken. Het bier en de wijn moesten in grote vaten worden gestort en op het erf neergezet. Een grote beker, die wel vijf liter kon bevatten, moesten ze ernaast zetten. Na deze voorbereidingen wachtte Wasili geduldig tot de eerste gasten kwamen opdagen.
Dezen lieten niet lang op zich wachten en ze stroomden in groten getale naar het erf van het huis waar Wasili en zijn moeder woonden.
De jongen bemerkte dat er veel meer gasten kwamen dan hij verwacht had. Daarom nam hij de grote beker in zijn hand en zei: "Hij die deze beker met één hand kan optillen en in één teug kan leegdrinken, wordt mijn vriend." Daarna nam hij een grote knots en zei: "Hij die een klap van mijn knots op zijn hoofd kan verdragen zonder neer te vallen, wordt mijn vriend en mag het huis binnengaan om met mij feest te vieren."
Verschrikt keken de gasten naar de vervaarlijke knots die wel twaalf poed (= ruim 192 kg) woog en de een na de ander droop stilletjes af. Op straat kwamen zij Kostja Novotorzjanien tegen die hen angstig vroeg: "Is het feest nu al afgelopen? Hebben jullie goed gegeten en gedronken?" - "Wij hebben helemaal niets gegeten en gedronken," kreeg Kostja ten antwoord, "want wij voelen er niets voor om verminkt of gedood te worden."
Kostja vroeg niet verder en rende het erf op waar hij met één hand de zware beker optilde, deze vol schonk met brandewijn en de inhoud in één teug ledigde. Het scheen hem goed te bevallen, want hij schonk een tweede beker in. Hij wilde deze net leegdrinken toen Wasili op hem af rende en hem met de knots een hevige klap op het hoofd toediende. Kostja bleef staan alsof er een vlieg op zijn hoofd was neergestreken. Hij morste zelfs geen druppeltje wijn uit de beker die hij in zijn hand had, maar vroeg alleen: "Ik mag de beker nu zeker wel leegdrinken?"
Wasili omarmde en kuste hem en zei: "Wees voortaan mijn geliefde broer en trouwe vriend! Treed binnen en wees mijn gast."
Terwijl de twee vrienden aan tafel zaten en zich aan de spijzen te goed deden, arriveerde er een nieuwe gast: Potanja de Kreupele geheten. Deze was al van alle kanten gewaarschuwd niet naar het erf van Wasili te gaan, maar hij had zich daar niets van aangetrokken en strompelde hinkend het erf op. Hij nam de beker in één hand en dronk hem eveneens in één teug leeg. Toen hij dit herhaalde, kwam Wasili naar hem toe en sloeg hem met zijn knots op het hoofd. De kreupele vertrok geen spier van zijn gezicht en bleef rechtop staan. Daarop omarmde en kuste Wasili ook hem en nodigde hem uit aan de feestdis plaats te nemen.
Na hem kwam nog een aantal gasten dat de proef kon doorstaan en daarom door Wasili als vrienden verwelkomd en aan de dis uitgenodigd werden.
Nadat Wasili op deze manier negenentwintig vrienden bij elkaar had verzameld, vond hij het welletjes en liet de poort van het erf sluiten. Hij was aan de wens van zijn moeder tegemoet gekomen en daar had hij geen spijt van.
Het werd al met al een geweldig feest waarbij gegeten en gedronken, gelachen en gezongen werd. Het oude huis van Boeslaj weergalmde van het feestgedruis. Tegen het eind van de maaltijd stond Wasili op, hief zijn gevulde beker op en sprak: "Ik drink op het welzijn van onze dappere droezjina! Met ons allen zijn wij zo sterk dat wij niemand meer hoeven te vrezen!"
Al spoedig verspreidde zich het gerucht in de stad dat Wasili Boeslajev een groep dappere kerels in zijn huis had opgenomen die daar door hem verzorgd en onderhouden werden. Dat veroorzaakte enige onrust bij de inwoners, want je wist maar nooit wat je van die overmoedige jongeling te verwachten had.
De gemeenteraad belegde een geheime zitting om over deze zaak te beraadslagen. Plotseling ging de deur van de raadzaal open en stapte er een oude man binnen. Deze boog naar vier kanten, streek zijn grijze lange baard glad, sloeg driemaal met zijn staf op de vloer en sprak: "Wees gegroet, burgers van Novgorod! Zoals gij weet heeft Wasili, de zoon van Boeslaj, al menig onheil over uw stad gebracht. Hij zal nu trachten met zijn droezjina de hele burgerij aan zijn wil te onderwerpen. Wat hij in zijn schild voert weten wij niet, maar het zal niet veel goeds zijn! Om erachter te komen of hij inderdaad boze dingen beraamt, stel ik voor om de hele burgerij een groot feest aan te bieden en daarbij Wasili en zijn vrienden niet uit te nodigen. Natuurlijk zal hij tóch op het feest verschijnen; laten wij hem dan een beker brandewijn aanbieden. Drinkt hij die leeg, dan hebben wij niets te vrezen; slaat hij de beker af, dan is hij iets van plan en moeten wij dubbel op onze hoede zijn." De raadslieden zeiden: "Wij zullen doen wat gij voorstelt."
De dagen die volgden, werden besteed aan de voorbereidingen op het feest. Er werden eikenhouten tafels neergezet in de hal van het stadhuis. Er werd bier gebrouwen en wijn gestookt in grote hoeveelheden en natuurlijk: waar gedronken wordt, moet ook gegeten worden! Een omroeper liet bekendmaken dat iedere burger op het feest welkom zou zijn. Alleen om het huis waar Wasili met zijn droezjina woonde liep deze man met een grote boog heen. Wasili was woedend toen hij merkte dat hij en zijn vrienden niet werden uitgenodigd, en zij besloten toch te gaan.
Tegen de avond begaf Wasili zich, gevolgd door zijn droezjina, op weg naar het feest. Er waren wat strubbelingen toen hij in de hal verscheen. Hier en daar werd er gefloten en enkele mensen keerden zich demonstratief om als de groep passeerde. Wasili deed of hij niets merkte en nam met zijn gevolg plaats aan een lege tafel.
Een raadslid zette een beker wijn voor hem neer en zei: "Wie een vriend is van Groot-Novgorod, drinken deze beker leeg." Wasili stond op, boog naar alle kanten en riep uit: "Lang leve onze stad Groot-Novgorod!" Daarna ledigde hij de beker in één teug. Sommige burgers haalden opgelucht adem, maar er waren er ook die de zaak nog niet helemaal vertrouwden.
Wasili dronk in de loop van de avond meer dan goed voor hem was. Hij werd balorig en overmoedig en begon te schreeuwen: "Wat een stelletje dwazen zijn jullie toch eigenlijk! Wat jullie ook tegen mij willen ondernemen, ik zal de stad toch in mijn macht krijgen. Ja, het gehele land zal mij schatting moeten betalen. Vreemde kooplieden zullen mij een tiende van hun winst moeten afstaan en ik, Wasili Boeslajev - zowaar als ik hier sta - ik zal jullie enige meester zijn."
Deze woorden wekten het ongenoegen en de woede van enkele burgers en dezen verlieten dan ook meteen de zaal. De burgemeester liet het er echter niet bij zitten en riep: "Je bent helaas nog te jong en te ijdel om verstandig te kunnen zijn, Wasili Boeslajev! Maar ik kan je zeggen dat de stad Novgorod zich nooit aan jouw bevelen zal onderwerpen. Nooit en te nimmer zullen wij gedogen dat zo'n jonge blaaskaak als jij over ons zal heersen. Wij dulden je niet langer in onze goede stad. Morgen moet jij Novgorod voorgoed verlaten, en zo niet dan zullen wij je terechtstellen."
Bij het horen van deze dreigementen werd Wasili echt woedend: "Burgers van Novgorod!" riep hij uit, "ik ga een weddenschap met jullie aan dat ik heel Novgorod met mijn droezjina zal verslaan. Mochten jullie mij verslaan, dan mogen jullie mijn hoofd afhakken en mijn bezittingen verbeurd verklaren. Wanneer dit niet gebeurt, zal ik voortaan over jullie heersen."
De mannen van Novgorod overlegden met elkaar en accepteerden vervolgens de weddenschap. Er werd afgesproken dat het gevecht de volgende morgen zou plaatsvinden op de open vlakte aan de overzijde van de rivier.
Reeds vroeg in de morgen van de volgende dag trokken de weerbare mannen naar de vlakte waar al menig gevecht was geleverd. Ook Wasili verscheen met zijn trouwe droezjina en de strijd ontbrandde in alle hevigheid. Ofschoon de overmacht groot was, baanden Wasili en zijn kameraden zich met gemak een weg door de menigte. Overal waar hij zich vertoonde, vielen links en rechts doden en gewonden.
De burgers van de stad bemerkten toen dat de toestand voor hen kritiek werd en zij stuurden afgezanten naar Wasili's moeder om haar te smeken haar zoon terug te roepen. Mamelfa Timofejevna nam de kostbare geschenken die zij voor haar hadden meegebracht aan. Zij stuurde daarop haar dienstmaagd naar het strijdtoneel met een dringende boodschap voor haar zoon. Deze vertelde dat haar meesteres zich niet goed voelde en zij haar zoon verzocht met spoed naar huis terug te keren. Wasili gaf onmiddellijk aan haar verzoek gehoor. Thuis gekomen kreeg hij van zijn moeder een slaapdrank en werd hij door haar in zijn kamer opgesloten.
Intussen ging het gevecht zonder oponthoud verder, maar de vrienden van Wasili begonnen nu te verliezen. Enkele kameraden waren gewond en twee hadden het leven gelaten.
Wasili, bij wie het slaapmiddel na een tijdje was uitgewerkt, werd wakker en realiseerde zich in welk gevaar zijn vrienden zich moesten bevinden. Met één sprong kwam hij uit zijn bed, drukte met zijn rug tegen de gesloten deur, die meteen bezweek, en rende naar buiten. Omdat hij zijn strijdknots kwijt was geraakt, rukte hij een zware as van een wagen af en stormde daarmee naar de plaats waar het gevecht woedde. In de verte hoorde hij het gestamp, gekerm en geschreeuw van de vechtende mannen. Zijn donderende stem overschreeuwde alle geluiden: "Houd stand, dappere droezjina! Ik heb jullie niet in de steek gelaten, maar mijn moeder heeft mij in een valstrik gelokt. Jullie mogen nu even uitrusten, want ik zal het werk van jullie overnemen!"
Meteen begon Wasili met de wagenas op de hoofden van zijn vijanden te beuken. Bergen lijken stapelden zich om hem heen op. Wasili sprong er gewoon overheen en maaide met zijn machtige wapen steeds nieuwe rijen burgers neer. Ontzetting maakte zich van hen die nog niet gevallen waren meester want, indien hij zo zou doorgaan, zou geen mens het overleven. Enkelen haastten zich naar het klooster van de heilige Cyrillos waar de eerbiedwaardige Ondroniesjtsje woonde, een peetoom van Wasili. Zij smeekten hem zich naar de plaats van het bloedige gevecht te begeven om de jonge Wasili tot rede te brengen.
Toen de kaliki hoorde welk onheil zijn petekind had aangericht, ontstak hij in woede. Hij nam de grote torenklok die wel negentig poed (= ruim 1400 kg) woog op zijn brede schouders en begaf zich daarmee naar het slagveld. Daar aangekomen riep hij: "Houd op, mijn petekind, en staak dat zinloze moorden! Wanneer je het niet doet, zal ik je met dit wapen gehoorzaamheid leren."
Wasili herkende zijn peetvader en riep terug: "Ik heb altijd respect voor u gehad, oude Ondroniesjtsje, maar gij zijt wel op een heel onzalig moment hierheen gekomen! Wij zullen nu moeten uitmaken wie van ons de sterkste is en wiens hoofd het stevigst op zijn schouders staat." Daarop hief Wasili de as omhoog en liet deze op de zware klok neerkomen. Het brons viel in stukken uiteen. Zo hevig was de slag geweest dat de kaliki levenloos ter aarde stortte.
De kameraden van Wasili waren inmiddels uitgerust en wierpen zich opnieuw in de strijd. Zij waren vastbesloten hun tegenstanders naar de rivier te drijven om hen daar te verdrinken.
De burgemeester, die de nederlaag en daarmee het einde van de machtige vrije stad Novgorod voorzag, besloot een laatste middel te beproeven om zijn stad van de ondergang te redden. Met een delegatie begaf hij zich naar Wasili's moeder, viel voor haar op de knieën en smeekte haar: "Heb medelijden met ons, vrouwe Mamelfa Timofejevna! Heb medelijden en spaar onze stad, die u toch ook na aan het hart ligt! Breng uw zoon tot rede en laat hem de strijd staken. Wanneer u dat mag lukken, zullen wij u jaarlijks drieduizend roebel betalen. Alle inwoners - behalve de geestelijkheid - zullen u bovendien nog een bijzonder geschenk, ieder naar eigen draagkracht, offreren. Wij zijn bereid dit op schrift te bevestigen."
De weduwe talmde geen ogenblik en begaf zich hoogstpersoonlijk naar het toneel van de strijd. Over de brug van de rivier lopend zag zij al welke vreselijke gevolgen het gevecht had gehad. De doden en verminkten lagen bij duizenden in het rond en nog steeds was haar zoon bezig met zijn as rond te zwaaien en zijn tegenstanders te vellen. Langzaam maar zeker werden dezen in de richting van de rivier gedreven.
Mamelfa naderde haar zoon en riep: "Houd in godsnaam op, Wasili, want de stad heeft zich overgegeven en zal zich aan jou onderwerpen."
Wasili liet eindelijk zijn armen hangen en de bebloede as uit zijn handen glijden. Hij wiste het zweet van zijn gezicht en sprak: "Ik zal doen wat gij gevraagd hebt, moeder, want God heeft ons bevolen onze moeder te eren en te gehoorzamen." Hij nam zijn moeder bij de hand en leidde haar naar huis, gevolgd door zijn dappere droezjina. Helaas waren twee van zijn beste vrienden, Kostja en de kreupele Potanja, op het slagveld gevallen en hadden enkele anderen ernstige verwondingen opgelopen.
De vrede tussen Wasili Boeslajev en de burgers van Novgorod werd getekend en deze zou niet meer verbroken worden.
* * *
Samenvatting
Een Russische heldensage over de heerser van de stad Novgorod. De zeer sterke held Wasili Boeslajev verzamelt een groep van 29 even zo sterke jongelingen om zich heen. De bevolking van Novgorod wordt wantrouwend en Boeslajev daagt de stad uit tot een gevecht. De groep jongemannen verslaan na een bloedige strijd de bewoners van Novgorod en Boeslajev heerst vanaf dat moment over hen.
Toelichting
Een droezjina is een groep jongelingen die door een ridder worden geleid en aan wie zij blindelingse gehoorzaamheid zijn verschuldigd.
Een kaliki is een rondtrekkende pelgrim die bedelend en zingend zijn kostje bij elkaar scharrelt; hij is gehuld in een kaftan, draagt een grote hoed en verzamelt de giften in zijn bedelzak.
Zie ook het verhaal Een tocht naar Jeruzalem.
Veliki Novgorod of Novgorod-Veliki, d.w.z. Groot Novgorod, is een stad aan de rivier de Volchov met circa 217.000 inwoners in het noordwesten van Rusland. Tot 1999 werd de stad Novgorod genoemd, hetgeen nog steeds vaak wordt gebruikt als aanduiding voor de stad.
Novgorod werd gesticht rond de 9e eeuw. In de tijd van het Kievse Rijk (9e-11e eeuw) was Novgorod naast de stad Kiev het tweede grote centrum van het land. Na het uiteenvallen van het Kievse Rijk werd Novgorod in 1136 onafhankelijk als Republiek Novgorod. Veliki Novgorod bleef onafhankelijk van de tsaren van Moskou tot 1570, toen stad door het leger van Ivan de Verschrikkelijke werd veroverd en ontvolkt. Sindsdien verloor de stad zijn macht en unieke politieke systeem.
Novgorod is tegenwoordig een belangrijk toeristisch centrum. Men kan er oudrussische architectuur bewonderen. Vooral het Kremlin van Novgorod (Detinets) uit de 11e eeuw en de kathedraal van de Heilige Sofia ontworpen door Griekse architecten en gebouwd tussen 1045 en 1052 zijn beroemd. Er zijn ook talrijke historische en kunst-musea in stad te vinden. Het centrum van de stad staat op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Trefwoorden
feest, gevecht, heldensage, droezjina, sage, onderwerpen, rusland, wasili boeslajev, slag, volksverhaal, feest vieren, kracht, sterkte, kaliki, uitdagen, novgorod, sterk
Basisinformatie
- Herkomst: Rusland
- Verhaalsoort: heldensage, sage, volksverhaal
- Leeftijd: vanaf 14 jaar
- Verteltijd: ca. 20 minuten
Thema
Populair
Verder lezen