dinsdag 19 maart 2024

Volksverhalen Almanak


Broer konijn en de dood van broer vos


"Je moeder heeft zeker visite gehad," zei oom Remus, toen de kleine jongen zijn hut binnenkwam met een groot stuk pastei in de hand.
"Ja, oom Remus, en dit stuk was overgebleven," zei de kleine jongen, "en toen vroeg ik of ik 't hebben mocht voor oom Remus."
"Wel mijn jongen," zei de oude man, "dat was een goede gedachte van je! Dit stuk pastei," vervolgde hij, terwijl hij het omhoog hield om 't eens nauwkeurig te bekijken, "zal me weer nieuwe kracht geven om je nog veel meer te vertellen van Broer Konijn en Broer Vos en al de andere dieren, die met hen in aanraking kwamen."
Hier hield de oude man even op, om zijn pastei op te eten; wat gauw genoeg gebeurd was! Toen veegde hij de kruimels uit zijn baard en begon te vertellen.
Broer Vos, die voelde zich zó onplezierig en hij was zó razend op Broer Konijn, dat hij niet meer wist, wat of hij doen zou. En hij zag er heel slecht uit, dat deed hij.
Op een goeie dag kwam hij Broer Wolf tegen op de grote weg. En nadat ze elkaar gevraagd hadden hoe ze 't maakten en hoe hun familieleden 't maakten, vroeg Broer Wolf aan Broer Vos, of hij zich misschien niet lekker voelde? Maar Broer Vos zei, dat hij zich best voelde en hij lachte dat hij schaterde en maakte allerlei grapjes; want hij vond dat Broer Wolf net een gezicht zette, alsof hij dacht dat er héél wat te doen was.
Maar Broer Wolf die liet zich niet overbluffen. Hij begon te praten over de streken van Broer Konijn; want kijk, de hele buurt wist natuurlijk al precies, wat die deugniet Broer Vos had aangedaan.
Nu kwam Broer Vos ook los en hij praatte er een hele tijd met Broer Wolf over, wat of hij toch wel doen kon tegen de streken van die brutale Broer Konijn. En op 't laatst zei Broer Wolf, dat hij een mooi plan bedacht had om Broer Konijn te pakken te krijgen. Broer Vos vroeg: "Hoe dan?"
En Broer Wolf, die zegt: "Het enige middel om Broer Konijn te verschalken is, dat we hem eerst in jouw huis lokken."
Broer Vos had dat spelletje al eens eerder geprobeerd en hij had er niet veel vertrouwen in; maar Broer Wolf, die praatte zó overtuigend, dat Broer Vos hem op 't laatst vroeg: "Maar hoe denk je hem dan in mijn huis te krijgen?"
"Wel, door een list," zegt Broer Wolf.
"En wie zal die list uitvoeren?" zegt Broer Vos.
"Ik," zegt Broer Wolf. "Ik zal hem wel wat wijs maken, en jij moet het spel verder spelen."
"En hoe zal je dat dan aanleggen?" zegt Broer Vos.
"Wel, jij loopt nu dadelijk hard naar huis en je kruipt in je bed en je houdt je dood, en je zegt geen woord als Broer Konijn bij je komt en zijn hand op je hart legt of zo," zegt Broer Wolf. "En als we hem dan vanavond niet samen opsmikkelen voor ons avondmaal, dan mag ik een boon wezen."
Dit leek Broer Vos wel een aardig plan en hij liep dadelijk naar huis en ging op zijn bed liggen. Maar Broer Wolf ging regelrecht naar de hut van Broer Konijn; hij klopte aan: "Blam! - Blam!"
Geen antwoord.
Toen klopte Broer Wolf nog wat harder: "Blim! Blim! Blim!"
"Wie is daar?" zegt Broer Konijn.
"Een goede vriend," zegt Broer Wolf.
"Al te veel vrienden bederven het maal," zegt Broer Konijn. "Welke vriend is het?" zegt hij.
"Ik breng je slecht nieuws," zegt Broer Wolf.
"Slecht nieuws is gauw genoeg verteld," zegt Broer Konijn.
Ondertussen was Broer Konijn in de deur verschenen, en zijn hoofd was verbonden met een rode doek.
"Broer Vos is vanmorgen overleden," zegt Broer Wolf.
"Waar zijn je rouwkleren, Broer Wolf?" zegt Broer Konijn.
"Die ga ik juist halen," zegt Broer Wolf; maar nu ik onderweg jouw huisje voorbijkwam, dacht ik, dat ik 't jou maar gauw even moest vertellen. Ik wou Broer Vos zo pas een bezoek brengen en daar vind ik hem dood en stijf op zijn bed liggen."
Nadat hij dit gezegd heeft, gaat Broer Wolf heen.
Broer Konijn moet eerst eens even nadenken. Hij krabt zich eens achter het oor; en eindelijk zegt hij tegen zichzelf, dat hij toch maar eens naar 't huis van Broer Vos toe zal gaan om eens te kijken wat of daar aan de hand is. En pas heeft hij dit besluit genomen, of hij springt op, gooit de rode doek weg, en gaat meteen op stap.
Als Broer Konijn dichtbij Broer Vos zijn huis komt, ziet 't er daar héél eenzaam uit. Niemand te zien of te horen. Toen kijkt hij eens naar binnen; en daar ligt Broer Vos, zo lang als hij is, op zijn bed uitgestrekt. Broer Konijn praat nu eerst hardop maar in zichzelf.
"Niemand hier om bij Broer Vos te waken?" zegt hij. "Broer Valk is er niet eens voor de begrafenis. Zelfs Broer Wolf heeft hem alleen gelaten! Wel, voor mij is het nu net een heel drukke tijd, maar dan zal ik wel bij hem blijven. Broer Vos ziet er net uit of hij dood is; maar het is ook best mogelijk dat hij zich maar zo houdt," zegt Broer Konijn. "Want kijk, als iemand dood is, dan tilt hij altijd zijn achterpoot op, als er iemand binnenkomt, en dan roept hij: 'Wahoe!' zegt Broer Konijn. Broer Vos die blijft stil liggen. Nu begint Broer Konijn nog wat luider te praten. "Dit lijkt vreemd. Broer Vos ziet er net uit alsof hij dood is, maar hij doet niet als een dode. Want als iemand dood is, dan tilt hij altijd zijn achterpoot op en dan roept hij: 'Wahoe!' als er iemand binnenkomt."
En, kijk me dat eens aan! Daar tilt Broer Vos waarlijk zijn achterpoot op en roept: "Wahoe!"
Nu stuift Broer Konijn het huis uit, alsof de jachthonden hem op de hielen zitten!
"Wel ja, Broer Wolf had een mooi plannetje bedacht, mijn jongen, maar Broer Konijn was hem alweer te slim af geweest," zei oom Remus.
*   *   *
Samenvatting
Een Noord-Amerikaans volksverhaal uit de slavencultuur.
Toelichting
Noord-Amerikaanse literatuur/slaven verteltraditie eerste helft 20e eeuw.
Van dit soort verhalen doen veel versies de ronde. Zo verscheen er rond 1950 in het stripblad Donald Duck een getekende versie waarbij Broer Konijn in een tijdloze, onbestemde omgeving zijn slimme streken uithaalt vaak ten koste van de sluwe Broer Vos en de domme Broer Beer.
Trefwoorden
Basisinformatie
Populair
Verder lezen