dinsdag 19 maart 2024

Volksverhalen Almanak


Hoe de knappe Wang Tsj'eng een monster werd


Er was eens een vader die twee zonen bezat, Wang Tsj'eng en Wang Kwéi. De jongste, Wang Kwéi, was een flinke ijverige jongen, met een warm hart. Maar hij was verschrikkelijk lelijk. De oudste, Wang Tsj'eng, was ontzettend lui en had zo'n boosaardig karakter, dat de mensen hem vreesden. Doch hij had een aardig, zelfs knap gezicht. Zo vreemd kan het in het leven soms gaan…
Dichtbij het dorp waar zij woonden, stond een berg. En in die berg was een hol waarover verschillende zonderlinge geruchten de ronde deden. Men beweerde bijvoorbeeld dat daar een Apengodin woonde, die de mensen graag bij de neus nam en allerlei lelijke streken met hen uithaalde. Steeds weer gebeurde het dat zij iemand een abnormaal lange neus bezorgde of ook wel hoeven onder de voeten! Er waren mensen, die per ongeluk in de buurt van het hol kwamen en plotseling afschuwelijke klauwen in plaats van handen bezaten. Het was dan ook niet vreemd dat men doorgaans in een wijde boog om het hol heen liep, uit vrees voor de Apengodin.
Eens kwamen de broers, laat in de avond, terug van een bezoek aan hun oom. Hun weg leidde over de berg, langs het hol. Ineens kwam er een duivelse gedachte in het hoofd van Wang Tsj'eng.
"Zeg broer," sprak hij met een brede glimlach, "zouden wij daar eens naar binnengaan? De mensen beweren dat er in dat hol kostbare schatten verborgen liggen."
Wang Kwéi had er niets op tegen en beiden kropen naar binnen. Toen zij in een open ruimte kwamen riep Wang Tsj'eng plotseling: "Wacht hier even op mij, ik kom direct terug. Onderweg heb ik uit mijn ransel het pakje verloren, dat onze oom voor onze moeder heeft meegegeven." En snel liep hij weg.
Gehoorzaam bleef Wang Kwéi op de plek staan, waar zijn broeder hem verlaten had. Toen pas zag hij tot zijn diepe verbazing dat hij voor de poort stond van een prachtig slot. Achter de poort ontdekte hij een heerlijke tuin met een blauw meer, dat schitterde in het zonlicht.
"Kom maar binnen!" klonk ineens een heldere stem en op de trap van het paleis stond de Apengodin, die hem vriendelijk aankeek.
"Dank u, maar dat kan ik niet doen," antwoordde Wang Kwéi beleefd. "Ik wacht hier op mijn broer."
"Kom toch binnen," hield de Apengodin aan, "ik heb heel bijzondere schatten in het paleis en je mag er een uitzoeken!"
"Het spijt me, maar ik kan nu werkelijk niet aan schatten denken," hernam de jongen, "ik wacht op mijn broer en nu hij zo lang wegblijft, ben ik bang dat hem iets overkomen zal zijn."
"O jij dwaas!" lachte de Apengodin, "die broer van jou is allang thuis en heeft jou opzettelijk hier gelaten. Als je dan toch geen schat wilt hebben, neem dan tenminste een bad in het meer. Dan kun je fris en uitgerust de thuisreis aanvangen."
Verlangend keek Wang Kwéi naar het helderblauwe water, bedacht zich geen ogenblik en sprong erin. Met een plons dook hij in de diepte en voelde met intens genot hoe het koele water hem omsloot. Toen hij even later weer bovenkwam, leek het of hij lichter en jaren jonger was. Hij stapte op de oever en er trok een wonderlijke blijdschap door hem heen. Onwillekeurig boog hij zich over het water en keek naar zijn spiegelbeeld. Maar ontdaan streek hij over zijn haar en zijn gezicht - en keek opnieuw. Het was het aardige, vrolijke gezicht van een welgebouwde jongeman, dat hem aankeek! De Apengodin stond naast hem en zei, met een liefdevolle blik: "Op jouw gezicht weerspiegelt zich nu je gouden hart." En op hetzelfde ogenblik was zij verdwenen.
Wang Tsj'eng, die inderdaad allang thuis was, verdiepte zich in allerlei gissingen, wat de boze godin met zijn broer gedaan zou hebben.
Toen ging onverwacht de deur open en trad een knappe, vriendelijk uitziende jongeman binnen. "Broer," sprak deze, "waarom heb je mij toch in dat hol achtergelaten? Ik kon werkelijk niet langer wachten en daarom ben ik naar huis gekomen." Nu pas herkende Wang Tsj'eng in de vreemde jongeman zijn broer. Waarom nu juist die domkop zoveel geluk moet ondervinden! dacht hij geërgerd. Wie weet, als ik zelf in dat hol gebleven was, of niet een nog grotere verrassing mijn deel geweest zou zijn. En hij besloot er zo vlug mogelijk heen te gaan.
Het was een lange tocht, maar eindelijk stond hij toch voor het prachtige blauwe meer. En weldra klonk de lieflijke stem: "Kom toch verder, jongeman, ik verwachtte je al!" De Apengodin kwam naderbij en Wang Tsj'eng voelde zich in de zevende hemel. De Apengodin voerde hem gastvrij naar haar vertrekken, doch vroeg, alsof haar plotseling iets te binnen viel: "Ik denk dat je een lange reis achter de rug hebt. Wil je niet liever eerst even baden in dat heerlijke koele meer?"
Dit was het nu juist waar Wang Tsj'eng met ongeduld op gewacht had. Zo vlug mogelijk ontkleedde hij zich en sprong hals over kop in het water. Toen hij even later weer op de oever stond, boog hij zich in gespannen verwachting over de heldere waterspiegel. Maar hemel, wat was dat? Hij durfde zijn ogen niet geloven. Een afschuwelijk verwrongen, harig gezicht grijnsde hem aan!
"Wees maar niet boos," lachte de godin, "wat je daar aankijkt, is alleen maar de afspiegeling van je eigen ziel!" Bij deze woorden verdween zij zo plotseling, als was zij door de aardbodem verslonden.
Wang Tsj'eng jammerde luidkeels en kronkelde zich van ellende. Maar het was te laat. Tenslotte keerde hij naar huis terug. Doch in het dorp wendde ieder zich griezelend van hem af. En alleen zijn broer bleef voor hem zorgen en noemde hem bij zijn naam. Voor alle anderen was hij voortaan Monster Wang.
*   *   *
Samenvatting
Een Chinees sprookje dat lijkt op 'Vrouw Holle'. Twee broers - de één lelijk, maar met een goed hart, de ander knap, maar met een boosaardig karakter - komen bij het hol van de Apengodin over wie enge verhalen zich de ronde doen. De slechte jongen laat zijn broer daar opzettelijk achter, maar deze krijgt van de Apengodin een uiterlijk overeenkomstig zijn karakter. Wanneer de jongen weer thuiskomt, is hij veranderd in een knappe jongeman. De gemene broer is jaloers en haast zich naar de Apengodin... Dit sprookje vertoont de kenmerken en de thematiek van Vrouw Holle.
Toelichting
In West-Europa kennen we ook de thematiek van dit verhaal. Vergelijk met Vrouw Holle of De drie mannetjes in het bos van de gebroeders Grimm of het Italiaanse Het kind dat tegelijk met de peren werd verkocht.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Bron
"Chinese sprookjes" bewerkt door Marijke van Raephorst. Uitgeverij N. Kluwer, Deventer, 1971, p.118-120. ISBN: 90-20-20-00-62
Populair
Verder lezen