vrijdag 24 maart 2023

Volksverhalen Almanak



Leeftijd:
Verteltijd: ca. 9 min.
Herkomst:

Stropdasdragers aller landen verenigt u - Amsterdam, 9 december 1998

Deze dag in Amsterdam is gewijd aan Afrikaanse mode en textieldesign.
Waaraan ik toevoeg: president Nelson Mandela, de grote Afrikaanse leider, schijnt niet alleen een zeer aantrekkelijke man te zijn (let maar eens op hoe vrouwen zich in zijn bijzijn gedragen), maar hij is naar mijn mening ook een van de best geklede mannen die ik ken. Hij heeft de moed zich te ontdoen van ouderwetse westerse kledingstukken en accessoires en heeft de Mandela-look gecreëerd.
Zijn overhemden wekken mijn jaloezie en zouden de wereld van de mannenmode radicaal kunnen veranderen. Ze bevrijden mijn wapenbroeders van dat onderdeel van onze dagelijkse uitrusting dat geen enkele functie heeft, behalve mijn vrouw ergeren: 'Lieverd, je stropdas zit omgedraaid.'

Ik zal verderop in mijn toespraak, wanneer ik het over de 'Verklaring van Amsterdam' heb, op dit onderwerp terugkomen.

Kleren helpen bij het creëren en uitdragen van een identiteit. 'Kleider machen Leute' (kleren maken de man), of kunnen tot massacultuur leiden. Kleren kunnen de drager een goed gevoel geven, wanneer ze een uitdrukking van originaliteit zijn. Daarnaast hebben ze ook een betekenis en een functie. Door een bepaald soort kleding te dragen, kan een moslim laten zien dat hij de koran respecteert, een jood dat hij orthodox is, een vrouw dat ze nog niet getrouwd is, een man dat hij een zakenman is, een weduwe dat ze in de rouw is en een bruidegom dat hij op het punt staat om te gaan trouwen.

Al deze functies en boodschappen worden uitgedrukt door de manier waarop het lichaam is gekleed en versierd. Alleen de Mens draagt kleren die praten.

Afrika bestaat uit vele verschillende volkeren en beschavingen - of culturen, zo u wilt - met verschillende tradities en religies; en dit komt tot uiting op het gebied van de mode en textieldesign.

Kleren variëren van de kleurrijke, statige kostuums van de koningen van Ivoorkust tot de schouderloze gewaden die de mannen in Ghana dragen en de trotse en indrukwekkende, wijde boubous van Senegal.
Tot de erfenis van Afrika behoren ook de juwelen van de Masai, de kapsels die door het enorm grote aantal kappers op het continent worden gemaakt en de hennaversieringen waarmee de vrouwen van Sudan en Marokko zich tooien. Binnen de tradities van deze verschillende landen hebben de kleuren en vormen een bepaalde betekenis die van economische, sociale, religieuze en relationele aard kan zijn.

Maar ook in dit opzicht is Afrika aan het veranderen: originaliteit wordt geleidelijk aan de belangrijkste factor, hoewel tradities een belangrijke rol blijven spelen. De nieuwe trend beïnvloedt de modewereld in Afrika sterk; op straat, tijdens festiviteiten en natuurlijk op de catwalk. Bovendien onderscheidt een groeiend aantal Afrikaanse ontwerpers zich in de internationale modewereld, wat resulteert in een uitwisseling van ideeën en vormen, die zelfs Londen en Parijs bereikt.

De Prins Claus Stichting heeft deze ontwikkelingen willen honoreren door de Eerste Prijs 1998 toe te kennen aan de Afrikaanse mode-industrie.

Een afvaardiging van de stichting heeft drie personen uitgekozen die in hoge mate aan deze ontwikkelingen hebben bijgedragen, te weten Alphadi, geboren op Mali, de Senegalese ontwerpster Oumou Sy en de ontwerper Tetteh Adzedu uit Ghana. Zij drieën hebben het modevak nationaal en internationaal op een hoog niveau gebracht en ook breed toegankelijk gemaakt door het werk van jonge Afrikaanse ontwerpers in de schijnwerpers te zetten.

Alphadi uit Niger als voorzitter van de belangenvereniging voor grote Afrikaanse couturiers, van de Modeontwerpersfederatie, en als organisator van een Nigeriaanse tentoonstelling van Afrikaanse en internationale couture in 1998.

Oumou Sy uit Senegal als oprichtster van het cultuurcentrum Metissacana in Dakar, en als organisator van de jaarlijkse Week van de mode en het carnaval.

Tetteh Adzedu stimuleert vooral de Ghanese textielindustrie met haar wevers, couturiers en handwerkers. Als voorzitter van de Ghana Fashion Designers Association, speelt hij een belangrijke coördinerende rol die tot buiten de Ghanese grenzen reikt.

Het culturele leven in Afrika wordt getroffen door het toenemend aantal kunstenaars dat het continent verlaat. Dat doen ze om elders, met name in Europa en Amerika, een betere positie en meer aandacht te krijgen.
Alphadi, Oumou Sy en Tetteh Adzedu hebben er echter welbewust voor gekozen in Afrika te blijven en de wereld van daaruit te veroveren. Hierdoor helpen ze de mode als een economische factor in Afrika te ontwikkelen. Ze stimuleren de plaatselijke textielindustrie, met haar duizenden vakmensen, bekwaam in weven, verven, naaien en borduren. Dit is een essentiële prikkel wanneer de plaatselijke industrie wordt bedreigd door goedkope concurrerende import.

Het is een eer en genoegen onze waardering uit te spreken voor de prestaties van de Art of African Fashion en het belang ervan op een aantal verschillende niveaus en het grote scala aan disciplines die het omarmt: kleding, hairdesign, sieraden, textieldesign en bodypainting.
Het is mij een groot genoegen de Ie Prins Claus Prijs 1998 uit te reiken aan drie grote, en uitzonderlijke couturiers: Alphadi, Oumou Sy en Tetteh Adzedu.


Alphadi

Ontwerpen van
Tetteh Adzedu


Oumou Sy


Verklaring van Amsterdam 9 december 1998
Vertegenwoordigers van de mode- en ontwerpwereld uit Afrika en andere regio's in de wereld verzameld in het Koninklijk Paleis te Amsterdam, overwegende de slechte toestand van de positie van de westerse man in de modewereld, geïnspireerd door de heer Nelson Mandela, president van de Republiek van Zuid-Afrika, roepen de leiders in de mode- en ontwerpwereld op om in te stemmen met de inhoud van het volgende, de Verklaring van Amsterdam van 9 december 1998 genaamd.

Nu de arbeiders van de wereld hun ketenen hebben afgeworpen, heeft de moderne werkende man zichzelf weer vastgeklonken: aan de altijd aanwezige stropdas. Aan de slang rond zijn adamsappel, aan het koord van zonde dat we heden ten dage gebruiken om fatsoen aan af te meten.

Stropdasdragers aller landen verenigt u: werpt het touw af dat u hindert! Zet uw
nek op het spel! Bevrijdt u en waagt u in het openboordenparadijs.

(Prins Claus doet zijn stropdas af en gooit hem met een zwierig gebaar op de catwalk.)


*   *   *

Stropdasdragers aller landen verenigt u Samenvatting
Amsterdam, 9 december 1998. Toespraak van Prins tijdens een manifestatie op 9 december 1998 in het Paleis op de Dam waarbij hij als beschermheer van het Prins Claus Fonds de verdeling van de subsidies bekendmaakte. Lees het verhaal

Toelichting
Prins Claus (1926-2002)
'Stropdasdragers aller landen verenigt u' Amsterdam, 9 december 1998
Als echtgenoot van een beroemdheid is prins Claus altijd een volstrekt autonome en onconventionele persoonlijkheid gebleven, die zichzelf door middel van zijn humor graag relativeerde. De van oorsprong Duitse prins stond bekend om zijn 'Britse humor'. Hij kon onverwacht, droog en origineel uit de hoek komen, weten zijn intimi altijd weer te vertellen. Maar ook in het openbaar deed hij wel eens iets ludieks. Zo stal hij in 1998 op spectaculaire wijze de show. Tijdens een manifestatie op 9 december in het Paleis op de Dam waarbij hij als beschermheer van het Prins Claus Fonds (een door de overheid opgericht fonds ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag met als doel 'het vergroten van het inzicht in andere culturen') de verdeling van de subsidies bekendmaakte, riep hij in een vlammend betoog mannen op zich te bevrijden van 'de slang rond hun adamsappel'. Hierop knoopte hij in bijzijn van vele hoogwaardigheidsbekleders zijn eigen stropdas af, die hij vervolgens met een groots gebaar voor de voeten van zijn vrouw wierp. Het leverde hem een daverend applaus op en veel mannen uit de zaal volgden tot grote hilariteit zijn voorbeeld. Dagenlang bleven de kranten schrijven over de betekenis van 'De Verklaring van Amsterdam' (ook wel 'The Declaration of The Tie'). In het koninklijk paleis liep iedereen zonder stropdas en zelfs de verkoop van dit attribuut-toch een van de weinige middelen waarmee een man zich in zijn formele kledingpatroon kan uitleven - liep enige tijd fors terug. Hoewel de stropdasactie vooral was bedoeld als een soort knipoog naar de onderdrukking van de man door de geëmancipeerde vrouw, ging er toch ook een serieus politiek statement achter schuil: prins Claus sprak hiermee namelijk zijn steun uit voor de Afrikaanse kleedcultuur. Hij roemde de wijze waarop de door hem zeer bewonderde Zuid-Afrikaanse president Nelson Mandela zich altijd kleedt. Bij officiële gelegenheden, banketten en feesten verschijnt hij in traditionele Afrikaanse kleding, waarbij geen stropdas aan te pas komt. Achterliggende gedachte is ook dat een toenemende belangstelling voor Afrikaanse mode zou kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de economie van dit continent. Daarnaast geldt kleding ook als uitdrukking van eigenwaarde en trotse identiteit: het Afrikaanse volk zou in het algemeen veel meer op zichzelf en de eigen cultuur moeten vertrouwen.

Trefwoorden

Thema

Verhaalsoort

Herkomst: Nederland
Verteltijd: ca. 9 minuten
Leeftijd: vanaf 12 jaar

Populair

Verder lezen