dinsdag 19 maart 2024

Volksverhalen Almanak


Volg het kluwen!


Er was eens een vrouw die twee dochters had, Yvonne en Rose. Zij gaf ze een goede opvoeding, leerde ze al het werk dat in huis en in de tuin gedaan moest worden, wassen en het spinnewiel snorrende houden. Maar daar zij geen van drieën geld verdienden, kreeg de moeder het steeds moeilijker en kon tenslotte niets meer voor de opgroeiende meisjes kopen.
Met een bezwaard hart riep zij ze op een ochtend bij zich. "Lieve dochters, wij kunnen zo niet doorgaan: De opbrengst van de tuin is werkelijk te weinig om ons te voeden. Ga onder de mensen en probeer een betrekking te krijgen. Daji heb je onderdak, je maaltijden en, als je na een jaar naar huis gaat, je loon."
De meisjes knikten, natuurlijk zouden ze dat doen! "Ik had zo'n vreemde droom," ging de moeder verder, "over twee kluwens garen. Ze rolden weg en ik moest daar achteraan. Wat zou dat betekenen? Windt allebei maar een kluwen op. Rose, jij van blauw garen en Yvonne een wit."
De meisjes deden precies wat hun moeder had gezegd en namen toen onder tranen afscheid. Zij wierpen hun kluwen op de weg, het ene links, het andere rechts. Maar het vreemde was dat zij aan het eind van de weg de twee draden ineens weer naast elkaar zagen. Zo sprongen ze weer samen hun vreemde toekomst tegemoet. Zij waren er blij om want het is erg verdrietig om heel alleen de wereld in te trekken! Twee dagen waren zij onderweg toen zij voor een grote tuin stonden, de garenkluwens waren verdwenen. Aan de deur van het huis stond een oude man met een lange baard. Onder een hoge hoed keken vriendelijke ogen de meisjes aan. "Waar gaat dat naartoe, kinderen?" vroeg hij.
"Wij zoeken een betrekking om geld te verdienen," antwoordde Yvonne. "Wij zijn te duur geworden voor onze moeder," zuchtte Rose.
"Wel, als jullie hier willen blijven kun je mij helpen," zei de man. "Het komt goed uit. Ik moet op reis en er is niemand die het huis en de tuin voor mij kan verzorgen."
"O, wij willen u graag helpen," zei Rose, "vraagt u dan aan mijn zusje, dat ouder is dan ik, of zij in de tuin of liever in huis wil werken." Yvonne koos de tuin en de man wees hun waar al het gereedschap te vinden was en hoe het gebruikt moest worden. "Begin vooral met het onkruid weg te halen," zei hij, "anders krijgen de planten geen kans om goed te groeien." Hij wees Yvonne ook de bessenstruiken en stond haar toe om ervan te eten als de bessen rijp waren. Met Rose verdween hij in het huis, liet haar de voorraadkamer en de kelder zien en drukte haar op het hart goed voor alles te zorgen. "De voorraad is groot genoeg voor jullie beidjes," zei hij geruststellend, "en nu en dan komt er een man uit het dorp die vlees meebrengt. Zo zal het jullie aan niets ontbreken. Doe maar of het je eigen huishouden is. Als alles in orde is bij.mijn thuiskomst, zal ik je een goed loon geven."
Toen ging de oude man op reis.
Bijna negen maanden waren verlopen toen hij onverwacht weer voor ze stond. Eerst liep hij het hele huis door. Hij prees Rose, zo netjes en gezellig zag alles eruit. In de provisiekamer zei hij verbaasd: "Lang niet alles is opgegeten, Rose, hoe heb je dat gedaan?"
"Ik weet niet hoe u dat bedoelt, meneer," zei Rose schuchter, "ik ben gewoon een beetje zuinig geweest en heb precies gekookt wat we zouden opeten. Wij hadden dan genoeg en er bleef niets over." Nu liep de oude man de tuin in. Maar o wee, wat zag die er verschrikkelijk uit! Het onkruid stond tot aan zijn middel en had de mooie planten helemaal verdrongen. De grond was kurkdroog en de gieter lag, onder het stof en de spinnenwebben, in een hoek. Geen bes hing meer aan de struiken. Yvonne had ze allemaal opgegeten! De oude keek haar boos aan. "Waarom heb je niet gedaan wat ik je vroeg? Alles is zo slecht onderhouden, zelfs de vruchtbomen hebben hun veel te kleine vruchten al voordat die rijp waren laten vallen. Nee, deze tuin levert niets op en is vreselijk om te zien!"
Brutaal keek het meisje hem aan. "Waarom zou ik hier zo hard werken? Het groeit toch vanzelf? En bij die hitte maakt niemand zich immers druk? Eerst heb ik de tuin nog wel besproeid, maar de grond was me veel te gauw weer uitgedroogd."
"Dat komt doordat je al het onkruid hebt laten staan. Dan blijft er voor de bomen en de bloemen geen water over." Geërgerd keek hij rond. Maar hij had een goed hart en zei: "Wil je het nog één keer proberen? Anders zou alleen je zusje met een goed loon naar huis gaan en dat wil je toch niet? Blijf nog maar een jaar, tot de herfst." Rose, die erbij gekomen was, zei verheugd: "Ja, ik blijf graag nog een poosje." Maar Yvonne antwoordde aarzelend: "Ja, maar dan zou ik nu in huis het werk willen doen. Van die tuin heb ik echt wel genoeg!"
Zo gebeurde het. Yvonne had een fijn plannetje en dacht: ik kan nu alle voorraden aanspreken en koken wat ik zelf wil. Rose deed altijd zo zuinig! En zorgeloos ging zij aan de gang, toen de oude heer weer op reis was. Etensresten liet ze rustig bederven. Als het dessert mislukte gooide zij het weg en begon aan een ander. Toen Rose het zag, waarschuwde ze haar zusje. Maar dat trok er zich niets van aan. De negen maanden gingen snel voorbij en de oude man kwam terug van de reis. Dit keer ging hij eerst de tuin in. En hij kon nauwelijks zijn blijdschap onderdrukken. "Lieve hemel, kind, hoe heb je dat tot stand gebracht? Overal bloeiende planten en de bomen zijn zwaar van het fruit!"
Rose had ook dit werk ernstig en flink aangepakt. Zij was van de vroege ochtend tot in de avond bezig geweest. Geen onkruid te zien, geharkte paden, zwarte aarde, het was een genot door die tuin te lopen. De oude man streek vergenoegd langs zijn baard. "Ik ben erg tevreden over jou, meisje, nog nooit heeft mijn tuin er zo prachtig uitgezien! Je zult je over je loon niet beklagen, hoor."
Toen ging hij de keuken binnen en zag Yvonne. "Wel kind, hoe is het huiswerk jou bevallen?" - "Slecht!" antwoordde Yvonne humeurig. "Er was niet genoeg te eten en ook moesten we steeds hetzelfde nemen." Ze wees naar de lege dozen en vaatjes, vuile flessen en proppen papier. Op het aanrecht stonden alle borden, die de oude heer rijk was, op een hoge stapel. Scherven op de grond zouden wel van kapot aardewerk zijn! Geen lepel gepoetst, geen mes geslepen. Wat een troep! Verbaasd vroeg de oude man: "Maar heb je dan niets van je moeder geleerd? Waarom heeft ze daar niet voor gezorgd?"
Het gezicht van Yvonne werd steeds bozer. "Onze moeder heeft ons precies hetzelfde geleerd, maar Rose deed alles dadelijk goed en kon nog grapjes maken ook. Mij lukte dat niet. Hoe kun je alles zo vlug begrijpen? En dan, hoe kon ik weten dat u vandaag al terugkwam?" Ontstemd keek de man om zich heen. Hij drong erop aan dat Yvonne de laatste drie maanden nog flink haar best zou doen. Maar zij dacht er niet over.
Zo eindigde het tweede jaar van hun dienst bij de oude man en de zusjes begonnen heimwee naar huis te krijgen. "Dat is goed," zei de man, "nu kunnen jullie je loon ontvangen. Je hebt beiden de leeftijd om te trouwen. Ik geef je iets wat je altijd nodig zult hebben. Ieder krijgt een koe en twee schapen, en dan nog een hond en een poes voor in huis. De wagen en het paard zijn voor jullie samen. En nu heb ik nog wat aardigs voor je," met een glimlach nam hij de meisjes mee naar een kamertje waar ze nooit in geweest waren. De man opende twee kisten en toen de meisjes daarin keken ging hun hart sneller kloppen. Wat een heerlijke schatten! De man gaf hen beiden een kistje en zei: "Zoek ieder maar drie dingen uit en leg ze hierin. Neem rustig de tijd."
Yvonne greep haastig een kostbare jurk, met parels en zilver versierd, waarbij passende schoenen hoorden. Aan de muur hing een spiegel, met edelstenen rond het glas! Hij was meer waard dan het loon voor vele jaren, maar daaraan dacht ze niet. IJdel draaide zij haar hoofd links en rechts in het spiegelglas en nam hem, als derde geschenk, van de muur. Intussen zocht Rose wat voor haar het beste zou zijn. Een paar stevige leren schoenen zette ze in haar kistje. Toen een japon voor haar moeder. En een mooie pan voor in de keuken, die zij in hun streek helemaal niet kenden.
Toen de zusjes klaar waren voor het vertrek, bedankte Rose de man hartelijk voor al het moois dat zij hadden gekregen. En zij wenste hem een lang en gelukkig leven toe. Yvonne was zo druk bezig met het opladen van de wagen, dat ze zich alleen omdraaide en 'vaarwel' riep. Rose gaf de dieren nog eenmaal te drinken, sprong op de bok en nam het gevlekte poesje op schoot. De hond kwam vertrouwelijk naast haar zitten. Zij knalde met de zweep en het paard zette zich in beweging.
In de wagen had Yvonne het zich gemakkelijk gemaakt. Haar hoofd rustte op de zachte vacht van het lammetje. De hond, die naast haar wilde komen liggen, stootte zij met haar voet weg. Het katje was in het hooi gekropen en zat zich te wassen.
Ineens zag Rose de beide garenkluwens, die ze helemaal vergeten hadden, voor de wagen uit rollen. Zij was er blij om! Nu konden zij zich niet vergissen en zouden ze de volgende dag wel bij hun moeder zijn. De oude man, zijn huis en de mooie tuin... het lag al ver achter hen. De beide koeien liepen achter de wagen en als Rose dacht dat ze vermoeid werden, gaf zij ze wat hooi en liet ze drinken. Daar begon het hondje van Rose ineens te zingen: "Een kar vol geschenken rijdt Rose langs de wegen, vlijtig werken brengt altijd zegen!"
Yvonne keek naar haar dieren. Maar de hond lag te slapen en het poesje waste zich. "Waarom zingen jullie niet?" vroeg ze nijdig. Zij schopte tegen ze aan. "Ik rij toch ook langs de wegen met geschenken! De schoenen van Rose zijn gewoon van leer, ik heb zilveren. Vooruit, zing een liedje!" De poes gaf haar een knipoog en riep klagelijk: "Jij hebt gegeten, maar ons vergeten, nu moet je 't zelf weten!" Yvonne werd vreselijk boos en wierp de poes uit de wagen. Maar nu gromde de hond: "IJdelheid heeft jou in zijn macht, kijk nu wat je hebt meegebracht: wat heb je in de kist gevangen? Gladde padden, giftige slangen!" Dit maakte Yvonne razend. Zij dreigde ook de hond uit de wagen te smijten als hij geen beter liedje kon zingen. Maar die sprong zelf al op de weg. Samen met de poes liep hij op een sukkeldrafje naast het paard. Altijd veiliger dan in de wagen!
Toen de meisjes eindelijk thuis kwamen, was hun moeder buiten zichzelf van vreugde. Zij omhelsde haar dochters steeds weer. Zoveel zorg had zij om de kinderen gehad! En nu waren ze bij haar - en kijk toch, een paard en een wagen en al die dieren! Rose ging dadelijk het paard uitspannen en gaf het, gelijk met de schapen en de huisdieren, te eten. Armen vol stro bracht ze in de stal en geurig hooi, waar het paard dadelijk hinnikend zijn hoofd in begroef.
Yvonne had alleen aandacht voor haar kist. Zij droeg hem naar de kamer en opende vol verwachting het deksel. Maar o wee, geen zilveren schoenen en een schitterende spiegel. Precies zoals de hond haar voorspeld had, kronkelden er gladde slangen naar buiten en sprong de eerste grauwe pad over de rand op de tafel! Yvonne werd doodsbleek. Bang en vol walging bleef zij bevend toekijken. Toen zag ze wat eens haar zilveren schoenen waren geweest. Als houten sandalen staken ze nu tussen het addergebroed. Scherpe stukken gewoon spiegelglas stonden ertussen. De juwelen waren veranderd in kiezelgruis! Snikkend liep het meisje naar buiten. Maar haar moeder vond drie goudstukken in de kist en op het briefje waarin ze verpakt waren stond: "Mijn beste raad voor jou, meisje, is: wordt vlijtig en leer werken!" Toen Yvonne dit hoorde stampte zij op de grond van woede. Haar moeder zei ernstig: "Nee, die oude man heeft helemaal geen schuld. Jijzelf hebt het weer bedorven. Zoals altijd zal iedere moeite je wel teveel geweest zijn."
Nu lichtte zij de kist van Rose van de wagen. "Kom eens hier, Rose, en maak hem open!" En dat was een genot om te zien. Zilveren kandelaars met kaarsen, sierlijke kettingen en armbanden, mooie kleren, ook voor de moeder... In een leren zakje had de oude man honderd goudstukken gedaan en een briefje: "Hier is je loon, beste kind, voor al je vlijt en zorgzaamheid." Stil stond Yvonne het aan te zien. Toen zei ze ernstig: "Ik heb dit verdiend. Al het werk heb ik veel te gemakkelijk opgevat. Maar vandaag al begin ik een ander leven!" En dat was wel het beste dat zij doen kon. Net als bij de oude man verdeelden zij de taken, nu met hun drieën. Eén deed het huishouden, één verzorgde de tuin en de dieren vulden de dag van de derde. Het werk viel niet zwaar en ze deden het met plezier.
Denkend aan de hoge beloning vroeg de moeder op een keer aan Rose: "Je hebt zeker wel verschrikkelijk hard moeten werken voor die man?"
"Dat weet ik niet meer," antwoordde Rose met een glimlach, "heen en terug heb ik alleen maar het kluwen gevolgd en dan gedaan wat er gedaan moest worden."
*   *   *
Samenvatting
Een Frans sprookje. In dit sterk aan Vrouw Holle verwante moraalsprookje krijgen twee meisjes opdrachten die ze naar goed weten moeten volbrengen.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Bron
ER WAS EENS... EEN VROUW. 34 sprookjes over bewonderenswaardige vrouwen verzameld door Ilse Korn, voor Nederland bewerkt door Marijke van Raephorst. Kosmos, Amsterdam, 1981. ISBN 9021510197.
Populair
Verder lezen