dinsdag 19 maart 2024

Volksverhalen Almanak


De tweeling van de trom


Er was eens een man met twee vrouwen. Bij de eerste vrouw had hij geen kinderen, want ze was onvruchtbaar, maar de tweede vrouw schonk hem een tweeling. De moeder was zeer verheugd toen men haar meldde dat ze net twee jongens op de wereld had gezet.
De onvruchtbare vrouw was verbitterd en jaloers. Ze zwoer dat ze alles zou doen om de warme, tedere liefde die haar echtgenoot voor zijn tweede vrouw koesterde, te veranderen in haat. Op een nacht, toen de moeder sliep, stal de onvruchtbare vrouw de baby's en sneed hun elk twee vingers af. Met het bloed besprenkelde ze het gezicht van haar rivale. Ze stopte de kinderen in een trom, en gooide die in de rivier.
's Ochtends dacht iedereen natuurlijk dat de verdwenen kinderen waren opgegeten door hun moeder: "Kijk maar, het bloed zit nog om haar mond! En hier liggen nog een paar vingertjes!" Het hele dorp was geschokt, en ook de echtgenoot geloofde het verhaal. Hij liet zijn tweede vrouw vanaf die dag de muilezels hoeden, een werkje dat normaal werd overgelaten aan kinderen.
Ondertussen dreef de trom met de stroom mee, helemaal naar een ver land. Hij spoelde aan op een oever, in de buurt van enkele oude wijze mannen die in de schaduw over clanaangelegenheden zaten te palaveren. Twee van hen maakten ruzie over de trom, maar werden het uiteindelijk toch eens: de ene zou de trom krijgen, en de andere de eventuele inhoud. Groot was hun verbazing toen ze in de trom twee kinderen aantroffen. De man die de inhoud van de trom had bedongen, nam de jongetjes mee naar zijn huis en voedde hen liefdevol op, als waren het zijn eigen zonen.
De jongens groeiden voorspoedig, werden besneden en kwamen daarna in de leeftijdsgroep van de krijgers. Iedereen noemde hen 'de tweeling van de trom', en men vertelde hun dikwijls hoe ze in een trom de rivier waren afgevaren toen ze nog heel klein waren.
Die verhalen maakten de jongens rusteloos. Nerveus en nieuwsgierig gingen ze zich afvragen waar ze vandaan kwamen. Ze besloten de rivier stroomopwaarts te volgen om hun land van herkomst te zoeken. Maar ze wilden liever niet met lege handen bij hun familie aankomen, daarom hielden ze eerst een strooptocht. In een dorp, niet zo heel ver van waar ze woonden, stalen ze vee. Met hun vee gingen ze op stap langs de rivier. De weg was lang. Ze trokken door een dicht woud, maar na een tijdje ging de streek er toch iets minder onherbergzaam uitzien. En ja hoor, al gauw zagen ze een ziekelijk oud wijfje. Ze vroegen haar: "Hoe komt het dat jij je met muilezels moet bezighouden? Waar wij vandaan komen wordt dat gedaan door kinderen."
Toen vertelde het vrouwtje hun het drama van haar leven. Hoe ze lang geleden heel gelukkig was geweest met haar echtgenoot en haar twee zoontjes, en hoe abrupt er een einde was gekomen aan dat geluk toen op een ochtend haar kinderen verdwenen waren: "En omdat er bloed om mijn mond zat dacht iedereen dat ik mijn eigen kinderen had opgegeten! Maar ik weet wel wat er gebeurd is. Mijn man had nog een vrouw, die zelf geen kinderen kon krijgen. Zii heeft miin schatjes weggenomen en hun vingers afgesneden. Het bloed heeft ze op mijn gezicht laten vallen. Niemand heeft de kinderen meer gezien. Sinds die dag moet ik voor straf de muilezels hoeden."
De jongelui lieten haar hun vingerstompjes zien en deden op hun beurt het relaas hoe ze waren opgegroeid bii hele lieve mensen stroomafwaarts, die hun zo dikwijls hadden verteld dat ze als baby in een trom de rivier waren afgedreven. Jullie kunnen je wel voorstellen hoe roerend het weerzien van moeder en zoons was. De jongens zeiden: "Moeder, laat die stomme ezels voor wat ze zijn en melk onze koeien. Dat is tenminste werk dat de moeite waard is." Ze gaven haar ook mooie kleren en sieraden. Toen de ezels die avond alleen naar het dorp terugkeerden, dacht iedereen dat de muilezelvrouw, zoals ze al die jaren was genoemd, een ongeluk had gekregen. Maar de volgende dag verscheen ze met haar zonen en hun vee in het dorp. Ze zag er schitterend uit met haar nieuwe kleren en juwelen, en ze straalde van geluk.
Zo kwam iedereen te weten wat er werkelijk gebeurd was, die nacht zo lang geleden. Het moedertje werd van alle blaam gezuiverd, en de bittere vrouw die geen kinderen kon krijgen moest boeten. Eerst wilde men haar doden, maar uiteindelijk werd besloten dat zij dan maar voortaan de muilezels moest hoeden.
*   *   *
Samenvatting
Een masai-sprookje uit Kenia. Een man heeft twee vrouwen. De ene schenkt hem een tweeling, maar de andere is jaloers en werpt de twee jongetjes in de rivier. De moeder wordt beschuldigd van kannibalisme en moet voor straf de muilezels hoeden. Wanneer haar zonen weer terugkeren, wordt ze van alle blaam gezuiverd.
Toelichting
Een sprookje van de Masai.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Bron
"Masai sprookjes" verzameld door Kris Berwouts. Uitgeverij Elmar, Rijswijk, 1999.
Populair
Verder lezen