dinsdag 19 maart 2024

Volksverhalen Almanak


De zoete pap


De zoete papEr was eens een arm vroom meisje dat alleen met haar moeder leefde en ze hadden niets meer te eten. Toen ging het kind naar het bos en daar zag ze een oude vrouw die al wist wat het meisje nodig had en ze gaf haar een pannetje en als ze daar tegen zei:
"Potje, kook!"
dan kookte het heerlijke zoete gerstepap, en als ze zei:
"Potje, stop!"
dan hield het weer op met koken.
Het meisje bracht het pannetje naar haar moeder en nu was de armoede en de honger voorbij en ze aten zoete pap zo vaak ze wilden.
Toen op een keer het meisje was uitgegaan, zei de moeder:
"Potje, kook!"
en het kookte en ze at tot ze genoeg had, maar nu wilde ze dat het pannetje weer ophield, maar ze wist het woord niet meer. Dus kookte het door, en de pap kwam over de rand en het kookte steeds maar door. De keuken vol pap en het hele huis vol pap, en het huis ernaast vol pap en de straat vol pap, alsof het de hele wereld wilde verzadigen. En er heerste de grootste nood en niemand wist raad. Eindelijk, toen er nog maar een enkel huis over was, kwam het meisje thuis en zei:
"Potje, stop!"
en toen hield het op met koken en wie naderhand weer de stad in wilde, moest zich door de pap heen eten.
*   *   *
Samenvatting
Een kort sprookje van de gebroeders Grimm over een toverpotje. Een meisje krijgt een toverpannetje, waarmee ze heerlijke zoete pap kan maken. Wanneer het meisje een keer weg is probeert de moeder het ook, maar ze weet het toverwoord om het koken te stoppen niet meer en de hele stad wordt bedolven onder de pap.
Toelichting
Uit Hessen en in deze variant alleen in Duitsland bekend. De breipot geeft allen zegen, als hij door de rechtmatige eigenaar gebruikt wordt. Het is het motief van de toverleerling - Der Zauberlehrling van Johann Wolfgang von Goethe - maar hier weet het kind de toverspreuk en niet de moeder. Ook komt het beroemde beeld van de rijstebrijberg uit Luilekkerland om de hoek kijken, zie: Het sprookje van Luilekkerland.
Het meisje verricht een hele dappere daad door alleen het donkere bos in te gaan om hulp te zoeken, wanneer er geen eten meer is. Ze wordt daar dan ook voor beloond door de oude vrouw. Deze oude vrouw doet denken aan godinnen uit oude tijden, die buiten in het woud werden vereerd en de biddende mensen voedsel gaven. Een pannetje waarmee je kunt praten is voor kleinere kinderen niet onnatuurlijk. In het korte sprookje vinden we vele tegenstellingen: moeder en kind zijn arm en hongerig, zij worden rijk en verzadigd; de moeder is thuis, het kind gaat erop uit; de oude wijze vrouw ontmoet een jong onwetend kind; nood verkeert in overvloed, die weer tot nood leidt.
De oorsprong van dit sprookje ligt waarschijnlijk in Midden-Europa, maar er zijn ook versies bekend uit het Midden-Oosten, Oost-Azië, Afrika en Noord- en Midden-Amerika. Ook in Nederland zijn er verschillende versies opgetekend, o.a. te vinden in de Friesche Almanak voor 1908. Opmerkelijk is dat hetzelfde motief van het niet kunnen beëindigen van de toverwerking van een kookpot ook in een sprookje voorkomt, dat op Rotti opgetekend werd (zie De Vries-Vogel "Sprookjes en Fabels uit Oost-Indië" nr. 155); is dit verhaal daarheen gekomen met de blanke ambtenaren of kolonisten? De sage van de tovermolen, vaak verbonden met de verklaring van het zoute water uit de zee, behoort tot dezelfde sprookjesgroep; in de Edda wordt dit verteld van de molen Grotti. Zie ook De geldmolen, en Waarom de zee zout is.
Het motief is door Gerard Reve gebruikt in zijn beroemde sprookje Eendje Kwak kookt zijn eigen potje.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen