zaterdag 27 april 2024

Volksverhalen Almanak


Achol en haar wilde moeder


Achol, Lanchichor (het blinde beest) en Adhalchingeeny (de buitengewoon dappere) woonden bij hun moeder. Op een dag zou de moeder hout gaan sprokkelen. Toen ze een hele berg hout had verzameld, zette ze haar handen in haar rug en zei ze: "Ach, wie zal mij helpen om al dat hout te dragen?"
Op dat moment kwam er een leeuw aan. "Als ik je help om het hout te dragen, wat geef je me dan?" vroeg hij. "Dan zal ik je een hand geven," zei de moeder. Ze gaf hem een van haar handen, de leeuw hielp haar met het hout, en de moeder ging naar huis. Toen ze thuiskwam, vroeg Achol, haar dochter: "Moeder, wat is er met uw hand gebeurd?" - "Het is niets, meisje," antwoordde de moeder.
De volgende dag ging de moeder weer hout sprokkelen. Toen ze een hele berg hout had verzameld, zette ze haar hand in haar rug en zei: "Ach, wie zal mij helpen om al dat hout te dragen?" En weer kwam de leeuw aangelopen. "Als ik je help om het hout te dragen, wat geef je me dan?"
"Dan geef ik je mijn andere hand!" De moeder gaf hem haar andere hand, de leeuw tilde de stapel hout op haar hoofd en de moeder ging naar huis.
Toen de dochter haar zag, vroeg ze: "Moeder, wat is er met uw handen gebeurd? U moet maar geen hout meer gaan sprokkelen!" Maar de moeder hield vol dat er niets aan de hand was en ging de volgende dag weer hout sprokkelen. Weer verzamelde ze een hele stapel hout. Ze deed haar armen achter haar rug en verzuchtte: "Ach, wie zal me nu helpen om al dat hout te dragen?" En weer kwam daar de leeuw. "Als ik je help om het hout te dragen, wat geef je me dan?" De moeder antwoordde: "Dan geef ik je een voet!" Ze gaf de leeuw een voet, de leeuw hielp haar met het hout en de moeder ging naar huis.
Toen ze thuiskwam zei de dochter: "Moeder, ik verbied je om nog een keer hout te gaan sprokkelen. Wat is er toch aan de hand? Waarom hebt u geen handen en geen voet meer?" - "Lief kind, je hoeft je nergens zorgen om te maken," antwoordde de moeder. "Zo ben ik nu eenmaal."
De volgende dag ging ze weer naar het bos waar ze een flinke stapel hout sprokkelde. Ze deed weer haar armen achter haar rug en zei: "Wie zal me helpen om dit hout te dragen?" De leeuw kwam en vroeg: "Wat zul je me deze keer geven?" De moeder antwoordde: "Ik zal je mijn andere voet geven!" Ze gaf haar andere voet, de leeuw hielp haar en de moeder ging naar huis.
Maar daar gebeurde iets vreemds. De moeder werd wild en veranderde in een leeuwin. Ze wilde geen gebraden vlees eten, maar alleen rauw vlees.
De broers van Achol waren met hun vader en de broers van hun moeder bij het vee op het land, dus Achol was alleen met haar moeder achtergebleven. Toen de moeder wild was geworden, ging ze naar het woud en liet ze Achol helemaal alleen achter. 's Nachts kwam ze terug om eten te zoeken. Achol maakte dan wat eten voor haar en zette dat in de tuin. De moeder kwam bij het huis en sprak zingend met haar dochter Achol.
Achol, Achol, waar is je vader?
- Mijn vader is bij het vee!
En waar is Lanchichor?
- Lanchichor is bij het vee!
En waar is Adhalchingeeny?
- Adhalchingeeny is bij het vee!
En waar is het eten?
- Moeder, het eten staat in de tuin!
Toen at de moeder het eten op en ging weer weg. De volgende nacht gebeurde er precies hetzelfde. De moeder zong, Achol zong terug, de moeder at haar eten op en ging weer terug naar het woud. Zo ging het lange tijd door.
Op een dag kwam Lanchichor naar huis om zijn moeder en zijn zuster op te zoeken. Toen hij thuiskwam, was zijn moeder er niet. Hij zag dat er een grote pan met eten op het vuur stond en vroeg aan Achol: "Waar is onze moeder en waarom ben je zoveel eten aan het koken?"
Achol antwoordde: "Ik kook zoveel eten omdat moeder wild is geworden en in het woud is. Ze komt elke avond terug om iets te eten."
"Haal de pan van het vuur," zei hij.
"Dat kan niet," antwoordde ze. "Ik moet voor haar koken." Hij liet haar begaan. Achol kookte het eten, zette het in de tuin klaar en ze gingen naar bed. 's Nachts hoorden ze de moeder in de tuin zingen. Achol antwoordde haar zoals gebruikelijk. De moeder at het eten op en ging weer weg. De broer van Achol werd heel bang. Van angst ontlastte hij zich en de volgende ochtend vertrok hij. Toen hij terug was in het kamp bij het vee, vroegen de anderen hem hoe het thuis was. Hij durfde niet de waarheid te vertellen, dus hij zei dat alles in orde was.
Een tijdje later besloot de vader van Achol om naar huis te gaan. Hij zag de grote pan eten op het vuur staan en vroeg Achol waar haar moeder was. Achol vertelde hem alles. Ook de vader zei dat ze de pan van het vuur moest halen, maar dat wilde ze niet. Ze zette het eten klaar in de tuin en ze gingen naar bed. De vader van Achol had haar gezegd alles aan hem over te laten. Achol stemde hiermee in. Die nacht kwam de moeder weer in de tuin zingen en Achol gaf antwoord. Daarna at de moeder het eten op dat Achol had klaargezet. De vader deed niets: hij was zó bang geworden dat hij de volgende ochtend direct terugging naar het kamp.
Toen kwam Adhalchingeeny (de buitengewoon dappere) thuis, met een groot, sterk touw. Hij zag dat zijn moeder er niet was en dat er een grote pan eten op het vuur stond. Achol vertelde hem wat er was gebeurd. Adhalchingeeny zei haar de pan van het vuur te nemen, maar dat wilde ze niet. Toen liet hij haar begaan. Hij maakte een valstrik van het touw en zette de strik bij de pan met eten in de tuin. Het andere uiteinde van het touw bond hij om zijn voet.
Die nacht kwam de moeder weer zingen. Achol gaf antwoord. Toen de moeder naar het eten liep, trok Adhalchingeeny aan het touw, ving zijn moeder en bond haar aan een paal. Hij liep naar haar toe en begon haar met het uiteinde van het zware touw te slaan. Hij sloeg haar en sloeg haar en sloeg haar. Daarna gaf hij haar een stuk rauw vlees. Toen ze dat opat, sloeg hij haar weer. Hij sloeg haar en sloeg haar en sloeg haar. Toen gaf hij haar twee stukken vlees: één stuk was rauw en het andere was gebraden. Ze weigerde het rauwe stuk vlees en nam het gebraden stuk. "Mijn zoon," zei ze, "ik ben weer mens geworden, dus hou op met slaan."
Ze sloten vrede en leefden nog lang en gelukkig.
*   *   *
Samenvatting
Een sprookje uit Soedan over een moeder die leeuwin wordt. Een moeder sprokkelt dagelijks in haar eentje hout en vraagt een leeuw om hulp. Ze geeft hem als beloning haar handen en voeten. Dan wordt de moeder wild en verandert in een leeuwin. Haar dochter brengt haar elke nacht voedsel totdat haar oudste zoon zijn moeder weer mens maakt.
Toelichting
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen