vrijdag 13 december 2024

Volksverhalen Almanak

De apen en de tuinman


Er was eens een prachtig park, vol met allerhande bomen en struiken, met her en der aangelegde bloembedden en eindeloos veel fruitbomen. Een tuinman zorgde voor het park; hij snoeide de bomen, wanneer ze teveel hout kregen, spitte de grond om en gaf de bloemen water bij droog weer.
Het gebeurde, dat er in de stad verderop een kermis gehouden zou worden, en de tuinman wilde er erg graag naar toe. Maar wie zou er voor het park en de tuin zorgen? Als zijn meester thuis zou komen en alle bloemen kwijnend of dood zou aantreffen, wat zou hij dan zeggen! Dat mocht niet.
Terwijl hij zo aan het peinzen was en weifelde, keek hij omhoog in de takken van de bomen en hij werd getroffen door een slimme inval. Ik moet jullie vertellen, dat er in dit park niet alleen roedels herten waren en volop konijnen en andere wezens die gewoonlijk in parken leven, maar er zaten troepen apen in de bomen die de hele dag lang klauterden en kletsten en noten kraakten en verder niets om handen hadden. En toen de tuinman naar de bomen keek, zag hij een paar apen die hij echt heel goed kende. Menigmaal was hij aardig voor hen geweest; en nu vond hij, dat ze hem hetzelfde behoorden te behandelen, omdat de ene dienst de andere waard is.
Dus riep de tuinman: "Apen, ik heb jullie nodig!"
Naar beneden klommen ze allemaal en in heel korte tijd zaten ze naast hem in het gras.
"Apen," zei hij, "ik ben een goede vriend voor jullie geweest door jullie mijn noten en appels te laten eten. En nu wil ik een dag vrij nemen. Willen jullie mijn tuin water geven, terwijl ik weg ben?"
"O ja, ja, ja," riepen de apen. Zij vonden het een geweldige grap en sprongen van de pret.
De tuinman overhandigde dus zijn waterkannen aan de apen, deed zijn zondagse kleren aan en ging op weg naar de kermis.
Intussen hielden de apen een plechtige vergadering, terwijl ze in een kring rond de apenhoofdman zaten.
"Broeders," zei de apenhoofdman, "onze goede vriend, de tuinman, heeft ons de zorg voor deze tuin gegeven en voor alles wat erin staat. We moeten ervoor zorgen, dat we niets beschadigen en bovenal, dat we het water niet verspillen. Er is erg weinig water en ik geloof eigenlijk niet dat we ermee zullen toekomen."
Het was in feite een bron, heel klein aan de bovenkant, maar heel diep en op de bodem stroomde altijd water. Je kon water putten uit die bron tot sint juttemis; maar, hoewel apen sluw zijn, zijn ze niet wijs en deze apen dachten, dat een klein, rond gat niet veel water kon bevatten.
"Jullie begrijpen dus," ging de apenhoofdman verder, "dat jullie elke plant juist genoeg water moeten geven en niet meer; en ik geloof, dat het het beste zal zijn om te kijken, hoe lang de wortels zijn."
Dus nam elke aap een waterkan en zij verspreidden zich over heel de tuin. Elke struik en elke plant trokken zij zorgvuldig uit en maten de wortels; en daarna gaven zij veel water aan planten met lange wortels en maar een beetje, wanneer de wortels kort waren. Dan zetten zij de planten en struiken weer terug in de gaten waar zij uit gehaald waren.
Na een dag of twee kwam de tuinman terug van zijn kermis. Maar hoe groot was zijn afgrijzen, toen hij zag, dat bijna alle planten in de tuin stonden te kwijnen, sommige van hen dood en vele stervend, terwijl de apen overal in het rond bezig waren met het uittrekken van de rest.
"Lieve hemel, lieve hemel, wat ter wereld zijn jullie aan het doen? Mijn tuin is vernield, mijn tuin is vernield!" De arme tuinman huilde van verdriet.
De apenhoofdman was heel erg verbaasd. Hij dacht, dat hij erg verstandig geweest was om water te geven volgens de lengte van de wortels, en dat zei hij.
"Verstandig!" zei de tuinman. "Verstandig noem je dat! Dwazen zijn jullie, er valt niet aan te twijfelen."
"Dwazen zijn het misschien," zei zijn meester, die van achteren op hem toe gekomen was zonder gezien te zijn, "maar tenslotte is dat hun aard. Je had beter moeten weten dan apen voor een tuin te laten zorgen en jij bent een grotere dwaas dan zij."
Toen stuurde hij die tuinman weg en zorgde voor een andere.
*   *   *
Samenvatting
Een boeddhistische fabel over dingen toevertrouwen aan dwazen. Een tuinman wil graag naar de kermis en vertrouwt de zorg voor de tuin toe aan de apen die in de bomen wonen. Zij denken dat ze de planten op een verstandige manier water geven, maar apen zijn dwazen...
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen