De kikvorsprinses
Ergens in een tsarenrijk, in een ver land, woonden eens een tsaar en zijn tsarina. Ze hadden drie zoons die zo dapper waren dat het met geen pen te beschrijven en in geen sprookje na te vertellen is. De jongste heette Ivan.
Toen de zoons oud genoeg waren, riep de tsaar ze bij zich en zei: "Jongens, het is de hoogste tijd dat jullie eens gaan trouwen. Pak allemaal een pijl, ga naar buiten, span je zware boog en schiet je pijl af, elk in een andere richting. Waar je pijl terecht komt, daar moet je je vrouw zoeken."
En de pijl van de oudste zoon kwam op het erf van een bojaar terecht en de dochter van de bojaar raapte de pijl op en gaf hem aan de tsarenzoon. En de pijl van de middelste zoon kwam op het erf van een koopman terecht en de dochter van de koopman raapte de pijl op en gaf hem aan de tsarenzoon. En toen schoot de jongste broer zijn pijl af, maar niemand kon zien waar die pijl terecht gekomen was. Het ding leek spoorloos verdwenen. Ivan ging op zoek en hij kwam bij een modderig moeras en daar zag hij een kikker op een modderbergje zitten, die zijn pijl vasthield.
En Ivan ging terug naar zijn vader en zei: "Wat moet ik nu doen? Ik kan toch niet trouwen met een kikker? Dat wordt nooit wat, in geen honderd jaar! Die kikker en ik zijn veel te verschillend"
"En toch moet je met die kikker trouwen," was het antwoord van de tsaar. "Blijkbaar is dat je lot."
En de tsarenzonen trouwden. De oudste met de bojarendochter, de middelste met de koopmansdochter en Ivan met de kwakende kikker. En op een dag riep de tsaar zijn zoons weer bij zich en zei: "Laat me eens zien wie van jullie vrouwen de beste huisvrouw is. Ik wil dat ze voor morgen allemaal een zacht wit brood voor me bakken." En verdrietig en met gebogen hoofd, keerde Ivan terug naar zijn kikker. "Ivan, waarom kijk je zo treurig?" vroeg ze. "Heeft je vader soms iets naars tegen je gezegd?"
"Ik heb alle reden om verdrietig te zijn. Mijn vader, de tsaar, wil dat je voor morgen een zacht wit brood voor hem bakt."
"Hou op met tobben en treuren, Ivan! Ga maar lekker slapen. De ochtend is wijzer dan de avond."
De kikker bracht Ivan naar bed. Ze wierp haar kikkerhuid af en veranderde in de beeldschone Vasilisa de Wijze. Het meisje liep naar buiten het prachtige bordes op, klapte in haar handen en riep: "Kom eens hier met jullie keukengerei, vrouwen en meisjes, en bak voor morgen een zacht wit brood voor me, net zo een als ik vroeger op feestdagen bij mijn vader altijd at."
En de volgende ochtend, toen Ivan wakker werd, stond zijn kwakende kikkervrouwtje al klaar met vers gebakken brood. Het was een luxe en knapperig brood en zo mooi! Je zou je ogen niet geloven als je het zag! Het brood was kunstig versierd: op de bovenkant stonden alle steden in het rijk van de tsaar getekend. Ivan was dolgelukkig. Hij wikkelde het brood in een doek en bracht het naar zijn vader. Ook de andere zoons kwamen hun brood brengen. En de tsaar pakte eerst het brood van zijn oudste zoon, bekeek het van alle kanten en stuurde het terug naar de keuken. En vervolgens pakte hij het brood van zijn middelste zoon en stuurde ook dat terug. En toen gaf Ivan zijn brood, waarop de tsaar zei: "Dat noem ik nou eens een echt brood! Zo'n brood eet je alleen op feestdagen!" En hij liet het wegleggen voor tijdens het banket. Toen zei de tsaar tegen zijn zoons: "En nu wil ik zien wie van jullie vrouwen de beste handwerkster is. Ze moeten in één nacht een tapijt voor me weven."
Verdrietig en bedroefd, met gebogen hoofd, keerde Ivan terug naar zijn kikker. "Ivan, waarom kijk je zo sip?" vroeg ze. "Was je vader niet blij met mijn brood of heeft hij soms iets gemeens tegen je gezegd?"
"Ik heb alle reden om verdrietig te zijn en te tobben. Ik moet je van mijn vader bedanken voor het brood maar nu wil hij dat je in één nacht een zijden tapijt voor hem weeft."
"Houd op met treuren en tobben, Ivan. Ga maar lekker slapen. De ochtend is wijzer dan de avond."
De kikker bracht Ivan naar bed. Ze wierp haar kikkerhuid af en veranderde in de beeldschone Vasilisa de Wijze. Het meisje liep naar buiten, het prachtige bordes op, klapte in haar handen en riep: "Kom eens hier met jullie weefgerei, vrouwen en meisjes, en weef een zijden tapijt voor me, net zo een als waar ik vroeger met mijn vader altijd op zat."
De volgende ochtend toen Ivan wakker werd zag hij zijn kikkervrouwtje over de grond springen. Het tapijt was al helemaal klaar en was zo mooi, je zou je ogen niet geloven als je het zag! Het tapijt was versierd met goud en zilver, het hele rijk van de tsaar was er op genaaid, compleet met alle dorpen en steden, bergen, bossen, rivieren en meren. En Ivan was dolgelukkig. Hij pakte het tapijt en bracht het naar zijn vader en ook de andere zoons kwamen hun tapijt brengen.
De oudste zoon toonde de tsaar zijn tapijt en de tsaar bekeek het en zei: "Bedankt, maar dat kan wel bij de deur komen te liggen." Toen liet de middelste zoon zijn tapijt zien. De tsaar zei: "Hier kan ik mooi mijn voeten aan vegen." En tot slot rolde Ivan zijn tapijt uit. En overal klonken kreten van verbazing. De tsaar pakte het tapijt aan, keek ernaar en zei toen: "Dit tapijt moet voor mijn troon komen."
De tsaar gaf zijn zoons vervolgens de opdracht om de volgende dag samen met hun vrouwen naar het paleis te komen. En voor de derde maal keerde Ivan verdrietig en met gebogen hoofd terug naar zijn kikker. "Ivan, waarom kijk je zo somber?" vroeg ze. "Heeft je vader soms iets vervelends tegen je gezegd?"
"Ik heb alle reden om verdrietig te zijn. Mijn vader wil dat ik je morgen meeneem naar zijn banket, maar hoe kan ik me nu met jou onder de mensen vertonen?"
"Hou op met tobben en treuren, Ivan. Jij gaat morgen alleen naar de tsaar en ik kom je later vergezellen. En als je gebonk en gedonder hoort, zeg je: 'Daar komt mijn lieve kikkertje in haar wagentje aan.'"
De oudste broers verschenen bij de tsaar samen met hun vrouwen die schitterend aangekleed en helemaal opgetut waren. En allen lachte Ivan uit: "Waar is je vrouw nou? Je had haar toch op zijn minst in een mooi doekje kunnen wikkelen? En waar heb je die schoonheid van jou eigenlijk opgeduikeld? Hoeveel moerassen heb je er wel niet voor af moeten lopen?"
En plotseling hoorden ze een enorm gebonk en gebulder en gedonder en het hele paleis begon ervan te schudden. En de gasten sprongen verschrikt op van hun stoelen, maar Ivan zei: "Jullie hoeven niet bang te zijn, beste gasten, helemaal niet. Daar komt mijn lieve kikkertje in haar wagentje aan." En voor het bordes van het paleis stopte een gouden koets met zes paarden. Vasilisa de Wijze stapte uit. Ze was zo mooi, je zou je ogen niet geloven als je haar zag. En ze nam Ivan bij de hand en ze liep met hem naar de eikenhouten tafels met geborduurde tafellakens. En de gasten begonnen te eten en te drinken en iedereen was gelukkig.
En Vasilisa dronk een paar slokjes uit een glas en goot de rest in haar linkermouw, peuzelde wat van een zwanenvleugeltje en verstopte de botjes in haar rechtermouw. En de vrouwen van de oudste broers zagen dit en ze deden hetzelfde. En ze aten en dronken en gingen toen dansen. En Vasilisa leidde Ivan naar de dansvloer. Ze zwaaide met haar linkermouw en er verscheen een meer. Ze zwaaide met haar rechtermouw en op het water verschenen witte zwanen. De tsaar en zijn gasten stonden perplex. En toen renden de vrouwen van de oudste broers de dansvloer op, zwaaiden met hun linkermouw en... spetterden alle gasten nat! En ze zwaaiden met hun rechtermouw en... een van de botjes vloog recht in het oog van de tsaar! En de tsaar werd boos en joeg de twee vrouwen het paleis uit.
Ondertussen was Ivan naar huis gerend en daar vond hij de kikkerhuid en verbrandde hem in een groot vuur. En toen Vasilisa de Wijze thuiskwam, kon ze haar kikkervelletje nergens vinden en ze werd heel verdrietig. "O, Ivan, wat heb je gedaan? Als je nog even geduld had gehad dan was ik voor altijd de jouwe geweest, maar nu moet ik je vaarwel zeggen. Zoek me voorbij drie maal negen landen in het drie maal tiende rijk bij Kasjtsjej de Onsterfelijke."
En daarop veranderde ze in een witte zwaan en vloog door het raam naar buiten. Ivan de Tsarenzoon vergoot bittere tranen, maar maakte zich gereed voor zijn lange reis. Hij nam afscheid van zijn vader en moeder en ging op weg.
En op een dag kwam hij een oude man tegen. "Dag jongeman," zei hij, "wat zoek je en waar ga je heen?" Ivan vertelde de man over al zijn ongeluk. "O, Ivan, waarom heb jij die kikkerhuid dan ook verbrand? Je hebt hem niet aangetrokken en dus was het ook niet aan jou om hem uit te trekken. Vanaf haar geboorte was Vasilisa de Wijze al slimmer en wijzer dan haar vader. Dat vond haar vader niet leuk en daarom besloot hij haar voor drie jaar in een kikker te veranderen. Maar goed... ik zal je helpen. Hier heb je een bolletje draad en waar het bolletje heen rolt, daar moet jij ook heen gaan."
Ivan bedankte de oude man en begon achter het bolletje aan te lopen. Hij liep over een uitgestrekt veld en kwam een beer tegen. Ivan richtte zijn pijl op het beest, maar toen zei de beer: "Schiet me niet dood, Ivan de Tsarenzoon! Ik zal je nog een keer kunnen helpen."
En Ivan liep verder en plotseling vloog er een eend boven zijn hoofd en Ivan richtte zijn pijl op het beest, maar toen zei de eend: "Schiet me niet dood, Ivan de Tsarenzoon! Ik zal je nog een keer een dienst kunnen bewijzen."
Ivan liet de eend leven en liep verder en toen kwam er een schele haas voorbij gerend. En Ivan greep weer naar zijn boog en richtte zijn pijl op het beest, maar toen zei de haas: "Schiet me niet dood, Ivan de Tsarenzoon! Ik zal je nog een keer van nut zijn."
En Ivan liet de haas leven en liep verder. Hij kwam bij de zee en daar zag hij een snoek die op het strand naar adem lag te happen. "Ach, Ivan de Tsarenzoon," zei de snoek. "Help me toch en zet me terug in zee." Ivan gooide de snoek in het water en vervolgde zijn weg langs de kust. Hij liep en liep totdat het bolletje naar een klein hutje toe rolde. Helemaal aan de rand van de zee, daar stond een hutje op kippenpootjes, dat alsmaar ronddraaide. "Hutje, hutje, ga staan zoals je vroeger stond, zoals je moeder je op de wereld heeft gezet. Draai je om met je achterkant naar de zee en je voorkant naar mij toe," zei Ivan.
Het hutje draaide zich om en Ivan ging naar binnen en daar bovenop negen stenen, lag Baba Jaga. "Zo, jongeman, wat brengt jou naar mijn hutje toe?"
"Geef deze reiziger eerst eens wat te eten en te drinken en laat me dan een bad nemen en daarna mag je vragen wat je wilt."
Baba Jaga gaf Ivan te eten en te drinken en liet het bad vol lopen. En daarna vertelde Ivan dat hij op zoek was naar zijn vrouw, Vasilisa de Wijze. "Ah, die ken ik wel," zei Baba Jaga. "Ze woont nu bij Kasjtsjej de Onsterfelijke. Het zal heel moeilijk worden om haar terug te krijgen, want zo makkelijk kom je niet van Kasjtsjej af. Maar goed, ik zal je zeggen hoe je Kasjtsjej kunt doden. Doe dat met de punt van een naald, maar die naald zit in een ei. En dat ei zit in een eend en die eend zit in een haas en die haas zit in een kist. En die kist bevindt zich in een hoge eik die streng bewaakt wordt door Kasjtsjej."
Baba Jaga liet Ivan zien waar de eik stond en Ivan liep er om heen en kon niet bedenken hoe hij die kist te pakken kon krijgen. Hij probeerde de eik op allerlei manieren in beweging te krijgen, maar de eik gaf geen millimeter toe. Toen kwam plotseling vanuit het niets de beer aangerend en rukte de boom met wortels en al uit de grond. En de kist viel op de grond en brak in kleine stukjes. En uit de kist kwam een haas gerend en die haas ging er met grote sprongen vandoor. Maar kijk nou! Er sprong een andere haas achter hem aan, die greep die eerste haas beet en reet hem aan stukken. En uit de haas vloog een eend te voorschijn en die vloog hoog de lucht in. Maar toen kwam Ivans eend aangevlogen en verkocht die eerste eend een flinke mep, waardoor er een ei uit viel. En dat ei viel zo de zee in. Wat een pech!
Ivan ging op het strand zitten en begon te huilen, maar plotseling kwam de snoek op hem afgezwommen met in zijn bek het ei. En Ivan pakte het ei aan en ging naar het huis van Kasjtsjej de Onsterfelijke en toen Kasjtsjej het ei in Ivans handen zag, begon hij verschrikkelijk te beven. Ivan gooide het ei van zijn ene hand in zijn andere en bleef er rustig mee overgooien, terwijl Kasjtsjej alle kanten op sprong en wanhopig heen en weer rende. Maar hoe hoog of laag Kasjtsjej ook sprong en hoe hard hij ook alle kanten op rende, toen Ivan het ei kapotsloeg, de naald eruit haalde en het puntje afbrak, stierf Kasjtsjej de Onsterfelijke.
En Ivan ging naar het paleis van Kasjtsjej om Vasilisa de Wijze te halen en samen reisden ze terug naar zijn eigen rijk. En de tsaar organiseerde een groot feest voor iedereen. En daarna leefden ze nog lang en gelukkig.
* * *
Samenvatting
Een Russisch sprookje over Ivan en zijn bruid, Vasilisa de Wijze. Een tsaar heeft drie zoons; de oudste trouwt met een bojarendochter, de middelste met een koopmansdochter en de jongste, Ivan, met een kikker. Ivan verbrandt het kikkervel van zijn vrouw Vasilisa, maar daardoor verandert ze in een zwaan en vliegt weg. Hij zoekt en vindt haar bij Kasjtsjej de Onsterfelijke. Hij moet een naald vinden om Kasjtsjej te doden en Vasilisa te bevrijden.
Toelichting
Vergelijk met De kikkerfee of De Kikkerkoning of IJzeren Hendrik. Dezelfde thema's zijn ook terug te vinden in Maimoenjak.
Russische sprookjes met dezelfde figuren: Marja Morevna en Iwan de Tsarenzoon, de vuurvogel en de grijze wolf.
Trefwoorden
mens in diergedaante, wondersprookje, huwelijk, vasilisa, snoek, tapijt, wit brood, volksverhaal, hutje op kippenpoten, rusland, witte zwaan, kasjtsjej, eend, zwaan, jaloezie, beer, baba jaga, weven, trouwen, kikker, volkssprookje
Basisinformatie
- Herkomst: Rusland
- Verhaalsoort: sprookje, wondersprookje, volkssprookje, volksverhaal
- Leeftijd: vanaf 10 jaar
- Verteltijd: ca. 17 minuten
Thema
Populair
Verder lezen