dinsdag 3 december 2024

Volksverhalen Almanak


De valse bruid


De valse bruidAan een druk kanaal woonden lang geleden eens drie ongehuwde zussen die zesenzestig, vijfenzeventig en vierennegentig jaar oud waren. In de vloer van hun balkon zat een gaatje, zodat ze onopgemerkt konden bekijken wie er beneden langs hun huis liep.
Op een dag zag de vierennegentigjarige een aantrekkelijke jongeman aankomen. Snel nam ze een beetje welriekende marmelade in haar mond en spuwde dit door het gat, precies op de hand van de jongeman. De vreemdeling, die niemand anders was dan de zoon van de koning, bleef staan en snoof er nieuwsgierig aan. "Wat een heerlijke geur. Dit moet afkomstig zijn van een lieftallig meisje."
Hij wendde zich naar het huis en klopte op de deur. Een van de zussen stak haar hoofd naar buiten. "Beste vrouw, woont hier ook een jong meisje, als ik het vragen mag?"
"Er wonen er hier twee," luidde het antwoord.
"Doe me dan een plezier en breng me bij degene aan wie ik dit kleine geschenk te danken heb. U zult er geen spijt van krijgen."
"Dat is volstrekt onmogelijk. In deze deftige familie krijgt men de dochters eerst in de huwelijksnacht te zien."
De prins had inmiddels zijn zinnen al gezet op de ongetwijfeld beeldschone onbekende. "Laat haar dan weten dat ik beslist met haar wil trouwen. Ik wil het alleen nog eerst aan mijn ouders meedelen."
Terug aan het hof sloeg hij alle waarschuwingen in de wind en de volgende dag was hij alweer ter plaatse. "Bent u haar grootmoeder?" vroeg hij de oude vrouw.
"Ja, dat ben ik."
"Dan verzoek ik u me ten minste een vinger van uw kleindochter te laten zien."
"Wat denkt u wel? Vandaag gaat dat in elk geval niet. Kom morgen nog maar een keer terug."
Direct na het vertrek van de prins liep de jongste zus naar een handschoenenmaker en liet een kunstvinger maken met een valse nagel. Daar druppelde ze een geurig parfum over.
De volgende ochtend stond de prins al in alle vroegte voor de poort.
"Kijk naar het sleutelgat," klonk een stem vanuit het huis. "Meer mag u vandaag niet verwachten." En daar verscheen een sierlijk vingertje door de smalle opening. De verliefde aanbidder bedekte het met vurige kussen en schoof er een kostbare zegelring omheen. "Het woord van een koning is heilig. Morgen wil ik mijn aangebedene al naar het altaar leiden."
"Regel dan uw zaken," antwoordde de stem, "dan regelen wij de onze."
En zo gebeurde het. In allerijl werd een schitterend bruiloftsfeest voorbereid. Vlak voor de huwelijksplechtigheid betrad de bruid, gehuld in zeven dichte sluiers, aan de arm van haar zussen de kerk. Na de plechtigheid wilde de bruidegom direct naar het feest, maar de twee zussen hielden hem tegen. "Majesteit, sta uw vrouw toe zich terug te trekken. Al die opwinding is gewoon te veel voor haar."
Of hij wilde of niet, hij moest zich er wel in schikken, maar de hele lange dag verlangde hij ernaar zijn bruid in de armen te sluiten. Toen hij eindelijk laat in de avond de echtelijke slaapkamer betrad, had men zijn vrouw al in haar nachtgewaad gekleed en naar bed gebracht. Bij het verlaten van de kamer vergaten haar zussen niet de lamp mee te nemen. De bruidegom ontstak een licht en klom in bed.
Wie schetst echter zijn verbijstering, toen hij in plaats van zijn langverbeide bruid een rimpelig oud besje aantrof.
Nauwelijks was hij over de eerste schrik heen, of de bedrogen prins raakte buiten zichzelf van verontwaardiging. Hij pakte het oude mens bij haar lurven, sleurde haar uit bed en gooide haar zonder pardon van het balkon naar beneden. Daarbij had de valse bruid nog geluk bij een ongeluk, want ze bleef met een punt van haar nachthemd aan een paaltje hangen.
Op hetzelfde moment vlogen er drie toverfeeën rond het paleis. Toen ze zagen wat er aan die paal spartelde, braken ze in een schaterend gelach uit. Tenslotte zei een van hen: "We hebben om je gelachen, maar nu willen we ook iets goeds voor je doen. Ik wens dat je het allermooiste meisje wordt dat er ooit heeft bestaan."
"Je zult een man krijgen die zijn hele leven lang oprecht van je houdt," beloofde de tweede fee.
"Ik zal je geluk en tevredenheid schenken," voegde de derde er nog aan toe. En daarop waren de feeën verdwenen.
Toen de prins de volgende ochtend uit het raam keek, kon hij zijn ogen niet geloven. In plaats van een oude grootmoeder, hing er een doodvermoeid, maar beeldschoon meisje aan het tuinhek. In allerijl knoopte hij twee lakens aan elkaar, liet het ene uiteinde omlaag zakken en trok zijn uitgeputte echtgenote naar boven. Daar nam hij haar teder in zijn armen. Hij legde haar voorzichtig op zijn bed, ging naast haar liggen en vroeg om vergeving. Die werd hem geschonken en ze werden een gelukkig paar.
Zoals bekend, mogen kersverse echtgenotes hier in Venetië de eerste acht dagen na het huwelijk hun huis niet verlaten. Daarom moest de prins zijn lief af en toe alleen laten om belangrijke zaken af te wikkelen. Van een dergelijk moment maakte een van haar zussen gebruik om een bezoekje te brengen. "Hoe heb je hem dat geflikt, Clementina, om er zo jong en mooi uit te zien? Dat geheim moet je me verklappen. Wij hebben je per slot van rekening ook geholpen."
"Ik heb me laten afschaven," luidde het antwoord.
"Afschaven? Door wie?"
"Door een timmerman."
Het oude mens liep linea recta naar een timmermanswerkplaats. "Baas, ik wil graag dat je me afschaaft."
"Bent u wel goed bij uw hoofd? Dat zou u niet overleven."
"Klets niet en schaaf. Ik zal je er een gouden dukaat voor betalen."
"Voor een gouden dukaat wil ik het wel proberen," bromde de timmerman. "Gaat u maar op die werkbank liggen."
Hij pakte zijn schaaf en gaf een haal over haar rechterwang. De vrouw gaf een gil van pijn. Het bloed stroomde over haar gezicht. Met haar laatste krachten keerde ze hem nog haar linkerwang toe, maar toen de timmerman opnieuw de schaaf over haar gezicht haalde, was het met haar gedaan. Angst en pijn maakten een einde aan haar zwakke leven.
Hoe het met de derde zus afliep, verhaalt deze geschiedenis niet. De omgetoverde bruid leefde in elk geval gelukkig en tevreden met haar prins tot aan het einde van haar dagen.
*   *   *
Samenvatting
Een Italiaans sprookje over een oude vrouw en een jonge man. Drie ongehuwde oude zussen (van 66, 75 en 94 jaar oud), houden een koningszoon voor de gek. De oudste doet zich voor als een aantrekkelijk meisje, waar de koningszoon verliefd op wordt en mee wil trouwen. In de huwelijksnacht ontdekt hij pas dat hij met een oud gerimpeld vrouwtje is getrouwd...
Toelichting
Trefwoorden
Basisinformatie
Populair
Verder lezen