De waarzegster van Amsterdam
Een vrouw in Buiksloot was betoverd - 'bekold' noemen ze dat in Noord-Holland boven het IJ. Je kon het met je ogen dicht constateren, want dan hoorde je haar nog schreeuwen. Als ze lange tijd zo stil had gezeten en zo strak voor zich uit gekeken had, met de handen als dode vogels in de smalle schoot, kwam ze weer in de ban van de betovering. Schor als het blaffen van een waakhond klonk haar stem. Ze tierde en schreeuwde zo, dat zelfs de onverschillige poldergasten, die nergens voor opzij gaan, sneller voorbij het huis liepen.
In de nacht werd ze soms wakker. Dan gleed ze haastig uit het bed en verborg zich achter de keukendeur, in de schuur, in de schaduw van het kabinet in de mooie kamer. Als haar man dan laat thuiskwam van zijn werk en haar niet vond, ging hij haar zoeken, maar zij wilde niet gevonden worden. Zij was bang voor iedereen, zelfs voor hem, en als hij langs haar schuilplaats kwam en zij begreep dat ze elk ogenblik ontdekt kon worden, viel zij hem aan. Zwijgend en verbitterd worstelden zij lange tijd tot de vrouw opeens afliet. Willoos liet zij zich weer in de bedstede tillen om in een urenlange slaap de kracht te herwinnen voor een nieuwe aanval.
Eens stond zij met het vlijmscherpe scheermes in de hand over haar man gebogen. Haar gemompel maakte hem wakker. Met handen klam van het zweet greep hij haar pols en draaide die om. Het mes viel geluidloos op de deken. Dat kon zo niet blijven duren, maar wie zou haar kunnen helpen? De dokter niet; die gaf haar alleen maar druppels om te slapen. De dominee niet; die kwam en sprak zo mooi, dat iedereen ontroerd was, behalve zij. De woorden gleden langs haar af, als regendruppels langs een oliejas. Zelfs Sijmen Buis, de oude belezer, stond hier machteloos. "Daar kan ik niet meer tegen op," zei hij, "ik ben al veel te oud."
Ten laatste raadde men de man aan om maar naar Amsterdam te gaan naar de waarzegster, die in de Driehoekstraat woonde. In Buiksloot zei men, haast fluisterend: "De waarzegster." In de Jordaan sprak men vertrouwelijker over tante Cor die in lommerdbriefjes handelde, gestolen goederen heelde en verborg, zodat de politie ze nooit vond en de toekomst kon voorspellen uit de kaarten.
De waarzegster herkende het kwaad en wist het te doorgronden; heel veel heksen en tovenaars hadden dat al moeten ervaren. Zoals oude heksen zich kunnen voordoen als o, zulke goede, medelijdende vrouwtjes, wie niets te veel is om anderen te helpen en die zo graag eens de zieken komen bezoeken, zo was tante Cor, die hen bestreed, ook niet zo gemakkelijk thuis te brengen. Alleen haar ogen verrieden haar, haar kleine naaldscherpe pikzwarte ogen; daarom droeg ze steeds een donkere bril. In de kleine rommelig gezellige voorkamer in de Driehoekstraat, waar de potkachel rood stond te gloeien, zat de waarzegster in een gemakkelijke stoel vóór de tafel. Onder het bereik van haar hand lag een spel gladde, vettig-glimmende speelkaarten.
De man uit Buiksloot ging tegenover haar zitten en begon te spreken "Vertel maar wat je op je hart hebt," zei tante Cor en onderwijl legde ze de kaart voor de betoverde vrouw, met vingers, die vereelt waren door het vele strijken over de speelkaarten.
"Dat is je huisje,De bezoeker vertelde verder. Opeens zette tante Gor met een bijna plechtig gebaar haar bril af. Een ondeelbaar ogenblik stokte de stem van de man, maar niet zijn stem alleen. Het geluid dat van buiten doordrong, het knetteren van het hout in de potkachel, de tik-tak van de klok schenen één tel uitgeschakeld te zijn. Tante Cor keek en zag, terwijl de tijd stilstond, zij las met haar eigen ogen in hun levens als in een uitgelegd spel kaarten. Zij zag ook de kol, die de vrouw betoverd had; mijlen ver van Amsterdam zag ze hem gaan over de weg, die van Hoorn naar Enkhuizen leidt. De kol schrok, want hij voelde, dat hij doorzien werd, maar hij wist niet door wie.
dat is je kruisje,
dat ontkom je niet,
dat ontgaat je niet,
dat acht je niet,
dat verwacht je niet,
dat komt zeker!" mompelde de kaartlegster.
De waarzegster zette haar bril weer op en sprak: "Een zwarte man met iets zwarts op de rug, een mars met koopwaar. De marskramer heeft het haar aangedaan. Waarom? Het geld ligt afgewend. Zij wilde niet van hem kopen. Wanneer is dat gebeurd? Het huis ligt gekeerd, het was dus schoonmaaktijd; dit najaar is het geschied. Zij had niet om hem moeten lachen toen hij kwaad werd, omdat ze niets van hem kopen wilde. Bultenaars vergeven zoiets niet gauw. Ik zie een lange reis. Ja, zij had bijna een lange reis gemaakt, een reis, waarvan men niet meer terugkomt. Nu echter zal ze gauw beter zijn."
"Wie is het? Kan ik hem zien?" vroeg de man begerig.
"Ja, dat kan. Kijk!"
De kleine potkachel met zijn door een ijzeren band toegesnoerde buik stond open en hij zag hoe er de vlammen hel in oplaaiden.
"Let op," zei de waarzegster en binnensmonds wat mompelend, gooide ze een handvol poeder in het vuur, zodat het knetterde en knisperde en blauw en geel gespitste vlammen hoog oplaaiden. "Nu zie je hem ook."
Ja, hij zag het. Onduidelijk als in een gebarsten spiegel, waar dik het weer in zit, zag hij in de vlammen een gezicht, dat telkens dichterbij kwam en verder weg week, verhelderde en waziger werd in het spel der vlammen. Zijn hand tastte naar het mes in zijn zak. Tante Cor zag het en zei: "Geef hem maar een snee over zijn gezicht, dan kun je hem later herkennen. Hij heeft het wel verdiend."
De bezoeker boog zich naar voren en - rats! - kliefde het mes door de vlammen. Was het een vonk, was het een bloeddroppel, die nog even hangen bleef aan de punt van het mes?
Als elke week kwam 's maandags de bultenaar met zijn zwarte vierkante houten mars op de rug en de mispelaar in de hand door het dorp Buiksloot, maar deze keer liep er een vurig lidteken van zijn rechteroor tot zijn mond. Hij had zich die reis kunnen besparen. De deuren bleven voor hem gesloten.
* * *
Samenvatting
Een sage over een bekolde vrouw uit Buiksloot. Wanneer een vrouw uit Buiksloot betoverd is en daardoor onhandelbaar wordt voor haar man, gaat hij naar een waarzegster uit de Jordaan, tante Cor. Zij laat hem in de vlammen van de potkachel zien wie zijn vrouw behekst heeft.
Toelichting
Buiksloot was een dorp in de provincie Noord-Holland. Op 1 januari 1921 is Buiksloot opgegaan in de gemeente Amsterdam. De oude dorpskern ligt langs de Buiksloterdijk, dat wil zeggen: aan de Noordelijke IJdijk tussen Nieuwendam en Oostzaan. De kerk ligt iets lager achter de dijk.
Trefwoorden
waarzegster, potkachel, sage, waarzegger, betoverd, toekomst voorspellen, vlammen, buiksloot, heksenverhaal, waarzeggerij, mes, volksverhaal, behekst, marskramer, amsterdam, noord-holland
Basisinformatie
- Herkomst: Noord-Holland, Nederland
- Verhaalsoort: sage, volksverhaal, heksenverhaal
- Leeftijd: vanaf 9 jaar
- Verteltijd: ca. 7 minuten
Thema
Bron
"Nederlands Sagenboek" door Jacques R.W. Sinninghe. Kruseman's Uitgeversmaatschappij NV, Den Haag, 1961.
Populair
Verder lezen