dinsdag 19 maart 2024

Volksverhalen Almanak


Jason en het Gulden Vlies


Jason en het Gulden VliesKoning Athamas van Orchomenus was getrouwd met de godin Nephele en had twee kinderen: Phrixos en Helle. Athamas trouwde echter ook nog een sterfelijke vrouw, Ino - een dochter van Kadmos en Harmonia - en Nephele verliet hem. Maar ze bleef wel haar kinderen in de gaten houden.
Ino kreeg een zoon, Melikertes, en omdat ze de concurrentie van Athamas' eerste zoon Phrixos vreesde, besloot ze zijn kinderen van Nephele te doden.
Nephele kwam haar kinderen echter te hulp en ze stuurde hun een ram met een gouden vacht. "Kinderen," zei ze, "op de rug van deze ram zullen jullie veilig door de lucht naar Kolchis - een landstreek bij de Zwarte Zee - gebracht worden, mits jullie niet naar beneden kijken." Helle deed dat echter toch en stortte in zee, op een plaats die sindsdien de Hellespont heet.
Phrixos kwam behouden aan bij de koning van Kolchis, Aietes. Phrixos offerde de ram aan Zeus en gaf de gouden vacht aan Aietes, die de vacht in een bos verborg en liet bewaken door een nooit slapende draak. Voorspellingen zeiden dat het heil van het land afhing van het bezit van dat Gulden Vlies.
De goedmoedige koning Aeson van Iolkos kreeg een zoon, die hij Jason noemde. Aesons halfbroer Pelias was daar niet bepaald gelukkig mee, want hij zag zijn kansen om de macht in het koninkrijk over te nemen in rook opgaan. Hij wist Aeson samen met het kind Jason te verdrijven en nam de macht in Iolkos over. Aeson stierf al snel in ballingschap, maar Jason groeide voorspoedig op en op een dag keerde hij terug naar Iolkos.
Onderweg er naartoe hielp hij een oud vrouwtje een rivier over en daarbij verloor hij een schoen. Op één schoen kwam hij toen Iolkos binnen en Pelias kreeg de schrik van zijn leven, want een orakelspreuk had voorspeld dat hij moest oppassen voor een jongeman met één schoen.
Jason deed Pelias een gunstig voorstel: "Pelias, jij mag alle landerijen met de bijbehorende kudden houden, maar ik zal koning zijn." Pelias deed alsof hij met het voorstel instemde, op één voorwaarde, namelijk dat Jason hem het Gulden Vlies zou brengen, iets wat algemeen beschouwd werd als een onmogelijke opdracht.
Jason verzamelde een groep sterke, dappere mannen om zich heen om met hen de tocht te ondernemen. Zo kwamen Tiphys, de stuurman, Herakles, Theseus, de broers Telamon en Peleus, de zonen van de noordenwind Zetes en Kalaïs, Orpheus, Meleagros, de zieners Idmon en Mopsos, de Dioskouren Kastor en Polydeukes en nog een aantal anderen bijeen.
Met een prachtig schip dat gebouwd was door Argos op aanwijzing van de godin Athene, de Argo, voeren ze uit in de richting van Kolchis, waar koning Aietes het Gulden Vlies in bezit had.
De mannen, die naar de boot de Argonauten werden genoemd, maakten onderweg van alles mee.
De eerste stop was op het eiland Lemnos, waar ze enthousiast ontvangen werden door alleen maar vrouwen. De vrouwen behandelden hen zeer vriendelijk en goed, ondanks het feit dat ze kort daarvoor allemaal hun echtgenoten om het leven hadden gebracht. De Argonauten bleven er echter een jaar lang hangen en toen ze uiteindelijk toch vertrokken, lieten vele er kinderen achter.
De tocht ging verder naar Thracië, waar koning Tereus eens geregeerd had. Daar beleefden ze vele dappere avonturen. Eerst ontmoetten ze de Dolionen en hun koning Kyzikos, met wie ze bevriend raakten. Maar toen ze in de nacht dat ze vertrokken door een storm werden teruggeblazen naar de Dolionen, was het zo donker dat de Dolionen hen niet herkenden en hen aanvielen. In het daarop volgende gevecht sneuvelde koning Kyzikos en pas in het eerste licht van de nieuwe morgen ontdekten de strijdende partijen welke grote vergissing ze begaan hadden.
Nadat de koning met gepaste eer begraven was, voeren de Argonauten verder en kwamen ze aan bij de kust van Mysia. Hylas, de vriend van HerakIes, werd daar door bronnimfen geroofd die hem zo bewonderden dat ze hem voor altijd bij zich wilden hebben. Herakles kon hiertegen niets uitrichten, want Hylas was nergens meer te vinden. Maar zonder zijn vriend wilde Herakles niet verder gaan en hij besloot in Mysia te blijven. De vele smeekbeden van de overige Argonauten mochten niet baten.
Zonder Herakles gingen ze dus verder en ze kwamen aan in het land van de Bebryken. Daar regeerde koning Amykos en hij daagde de Argonauten uit tot een bokswedstrijd. Dat had Amykos beter niet kunnen doen, want het toeval wilde dat Polydeukes, de vuistvechter, één van de mannen aan boord van de Argo was. Polydeukes wist Amykos op eenvoudige wijze te verslaan, maar het volk van de Bebryken kon deze vernedering niet verdragen en het stortte zich massaal op Polydeukes. Met hulp van de andere Argonauten waren de Bebryken echter al snel verslagen en kon de tocht worden voortgezet.
In Salmydessos aangekomen vonden de Argonauten de blinde koning Phineus, die een voortdurende kwelling moest ondergaan in de vorm van de Harpijen (half vrouw, half vogel), die zijn eten van hem stalen. Zetes en Kalaïs, de zonen van de noordenwind, verjoegen de plaaggeesten. Uit dankbaarheid vertelde Phineus de helden wat hun nog te wachten stond. "Mannen," zei hij, "jullie komen hierna bij de Symplegaden, twee rotsen die onophoudelijk tegen elkaar botsen en alles verpletteren wat tussen hen door probeert te varen. Ik raad jullie aan eerst een duif tussen de rotsen door te laten vliegen en alleen als die er veilig doorheen komt, zelf de doortocht te wagen."
De Argonauten waren zo verstandig deze raad op te volgen en het geluk was met hen. De duif kwam er goed doorheen, ze raakte alleen een paar staartveren kwijt. Toen de Argonauten daarna zo snel ze konden tussen de Symplegaden doorroeiden, liep de Argo dan ook slechts lichte schade op aan de achtersteven.
De verdere tocht naar Kolchis was toen eenvoudig. Bij koning Aietes van Kolchis aangekomen werden ze gastvrij ontvangen. De dochter van Aietes was de mooie maar raadselachtige Medea, die door haar tante Circe in de toverkunst was ingewijd. Ze had donker haar en was zeer gesloten, maar af en toe werd ze overvallen door onbeheerste woedeaanvallen.
Toen ze Jason zag, werd ze op slag verliefd op hem en haar liefde voor hem was direct zo hevig dat ze bereid was alles voor hem op te geven.
Ondertussen was Jason met Aietes aan het onderhandelen. Hij kwam er openlijk voor uit dat hij het Gulden Vlies van Aietes wilde meenemen. Aietes bleef bij het horen van de woorden van Jason ogenschijnlijk onbewogen, want hij dacht ook dat het Jason nooit zou lukken het Gulden Vlies uit het bos weg te halen. Voor de zekerheid gaf hij hem echter daarvóór nog een opdracht die onmogelijk uit te voeren was.
Maar Aietes had buiten zijn eigen dochter gerekend, die in haar onbeteugelde liefde voor Jason zo ver ging dat ze haar vader voor hem wilde verraden. De opdracht die Jason kreeg, was twee vuurspuwende runderen voor een ploeg te spannen en daarmee een stuk bouwland om te ploegen. Jason was een krachtige jongeman in de bloei van zijn leven, maar zonder hulp zou dat ook voor hem niet haalbaar zijn. Medea stak echter de helpende hand toe in de vorm van kruiden die Jason tegen het vuur van de runderen beschermden. Op die manier kreeg Jason het, weliswaar met moeite, voor elkaar om de runderen onder het juk te krijgen en ze voren in het bouwland te laten trekken. In die voren moest hij toen van Aletes drakentanden zaaien, maar toen Jason dat gedaan had kwamen er uit die drakentanden reuzen te voorschijn die erop uit waren hem aan te vallen en te doden.
Maar Jason was slim. Hij pakte een steen en gooide die midden tussen de reuzen, die elkaar er vervolgens van verdachten die steen gegooid te hebben en in een onderlinge bloedige strijd verwikkeld raakten.
Zijns ondanks moest koning Aietes wel bewondering hebben voor de stoere, slimme held en Jason mocht het bos in gaan om het Gulden Vlies te zoeken. Het Gulden Vlies was niet zo moeilijk te vinden, maar het probleem was de nooit slapende draak die het bewaakte.
Opnieuw kwam Medea met de oplossing. "Ik kan een drankje maken voor de draak," zei ze tegen Jason, "waardoor hij in slaap valt en voorlopig niet meer wakker wordt." Toen was het voor Jason niet moeilijk meer de draak te doden en het Gulden Vlies te roven. Jason begreep wel dat het niet veilig zou zijn nog langer in Kolchis te blijven en dus ging hij meteen aan boord van de Argo, samen met Medea en haar broertje Apsyrtos, en nog voor de morgen kwam waren ze vertrokken.
Aietes zette natuurlijk de achtervolging in en hoewel de Argo een snel schip was, kwam de vloot van Aietes steeds dichterbij. Om haar vader op een afstand te houden beging Medea toen een verschrikkelijke daad. Ze doodde haar nietsvermoedende broertje Apsyrtos, hakte hem in stukken en gooide de ledematen overboord. Toen Aietes niet lang daarna voorbij kwam varen, vond hij de ledematen één voor één en hij herkende zijn zoontje.
"O goden in de hemel dit is meer dan ik kan verdragen!" riep hij uit in diepe smart.
Hij dacht niet meer aan Jason en het Gulden Vlies, maar verzamelde de overblijfselen van zijn zoontje en keerde als een gebroken man terug naar huis.
Onderweg terug naar Iolkos moesten de Argonauten nog een aantal gevaren doorstaan, maar met listen en kunsten wisten ze daarin te slagen. Bij aankomst in Griekenland kon Jason triomfantelijk het Gulden Vlies aan Pelias laten zien waarna hij volgens de afspraak het koningschap zou mogen overnemen. Maar Pelias had daar natuurlijk helemaal geen zin in en wederom was het Medea die de zaak redde. Ze papte aan met Pelias' dochters en vertelde hun dat ze een verjongingskuur kon maken van kruiden. Om dat te demonstreren kookte ze in een grote pot een oude ram, die er vervolgens als lammetje weer uit te voorschijn kwam.
Ze bood aan Pelias op dezelfde manier te verjongen en zijn dochters, die overtuigd waren van Medea's vaardigheid en goede wil, wisten hem over te halen.
Medea gooide Pelias in de pot met het kokende water, maar zoals te verwachten viel kwam hij daar niet meer levend uit. De zonen van Pelias waren zo woedend over deze gruweldaad dat ze Jason en Medea uit Iolkos verdreven.
De Argonauten waren al eerder huiswaarts gekeerd en dus had Jason daar weinig tegenin te brengen. Hij en Medea gingen naar Korinthe, waar Medea ook kinderen kreeg. Ze waren echter niet wettig getrouwd en Jason was ontevreden over het leven dat hij leidde. Hij wilde macht en spanning en trouwde dan ook met de enige dochter van de koning van Korinthe, Glauke. Jason beloofde weliswaar dat het Medea aan niets zou ontbreken, maar hij nam de kinderen mee. Ogenschijnlijk bleef Medea rustig, maar ze voelde zich diep vernederd en zon op wraak. Ze gaf aan Glauke een prachtig gewaad voor haar huwelijk, maar toen Glauke het aantrok bezorgde het haar de hevigste pijnen. Ze vatte zelfs vlam en overleed daardoor. Ook haar te hulp gesnelde vader stierf door dat vuur.
In haar haat ging Medea bovendien zover dat ze haar eigen kinderen, immers ook de kinderen van Jason, vermoordde omdat ze Jason geen nakomelingen gunde. Hierna vroeg Medea Helios om hulp en hij zorgde ervoor dat ze naar Athene gebracht werd, waar ze de rest van haar leven doorbracht.
Jason voelde zich verdoofd, zonder hoop op de toekomst, en hij ging vaak naar de Argo kijken die op het strand lag. Op een dag viel hij in de schaduw van de Argo in slaap en van de boot viel toen een groot stuk hout dat op slag een einde maakte aan Jasons troosteloze leven.
*   *   *
Samenvatting
Een Griekse mythe over Jason, de Argonauten en Medea.
Toelichting
Deze mythe heeft vele mensen geïnspireerd, naast beeldende kunstenaars en musici hebben ook staatslieden zich niet onberoerd getoond: Orde van het Gulden Vlies.
In 1430 werd de Orde van het Gulden Vlies ingesteld door Filips De Goede, Graaf van Bourgondië, om zijn talrijke en welvarende domeinen te eren, die onder zijn mandaat werden verenigd en die reikten van Vlaanderen tot Zwitserland.
Net zoals de Deense Orde van de Olifant, is niet geweten waarom Filips dit Gulden Vlies verkoos als het teken en het symbool van zijn Orde. Sommigen menen dat die keuze voortkwam uit de grote welvaart die hij in Vlaanderen verwierf en vooral dankte aan de wol- en lakenhandel, anderen denken aan de verspreiding van het humanisme en de klassieke literatuur, en weer anderen dichten het symbool van Jason toe tegen de aartsengel Gideon.
In zijn jeugd verlangde Filip er steeds naar om ooit op Kruistocht te kunnen gaan naar het Gouden Oosten, en deze wens om in de voetsporen van Jason te treden, die zijn reis met het schip de Argo, naar het Oosten beloond zag in goud, bleef herinneren.
Zoals ook Jason zich omringde van een zeer selecte groep Griekse soldaten (de Argonauten genaamd), waren de gezellen van Filips Orde van het Gulden Vlies, Christelijke half-heiligen.
Colchis vormde tot 100 v.C; samen met dat andere koninkrijk Iberia, het westelijke deel uit van het land dat nu bekend is als de Republiek Georgië, tot het veroverd werd door Mithridates VI Eupator, koning van Pontus.
In Colchis werden ze zeer gastvrij ontvangen, en uit dankbaarheid offerde Phrixus de ram Chrysomallus in de tempel die gewijd was aan de god Zeus. Daarna schonk Phrixus de gouden schapenvacht aan Koning Aeëtes, die het in een heilig graf plaatste en dat onder het waakzaam oog van een draak die nooit sliep.
Vele jaren later, onder leiding van de neef van Phrixus, de Griekse held Jason en de Argonauten, veroverde deze het Gulden Vlies, en dat met de hulp van de dochter van Koning Aeëtes, de tovenares Medea, die uit liefde voor Jason, de draak in slaap dompelde.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen