vrijdag 26 april 2024

Volksverhalen Almanak


Kantjil en de schildpad


Kantjil, het dwerghert, en Kelap, de schildpad, gingen eens samen op zoek naar voedsel. Dicht bij een huis vonden ze een boom, die vol rijpe vruchten zat. "Ik kan niet in de boom klimmen," zei Kantjil, "maar ik zal je helpen, dat je op die tak kunt komen." En hij schoof Kelap op de onderste tak. Kelap wierp alle vruchten naar beneden, maar toen wist hij niet, hoe hij weer naar beneden moest komen en vroeg Kantjil om hulp. "Nou, kom maar naar beneden, als je wilt!" riep Kantjil. "Maar ik kan niet voor- of achteruit!" - "Laat je dan maar vallen," raadde Kantjil. Kelap deed het en met een luid gekraak viel hij op de grond. De mensen in het huis hoorden het lawaai en zeiden tegen elkaar: "Daar valt een doerian* naar beneden!"
Nu begon Kantjil de buit te verdelen. "Die is voor mij en die is voor jou!" riep hij telkens, heel luid. "Hé," zeiden de mensen in het huis, "daar wordt wat verdeeld!" En ze holden naar buiten, om te zien, wat er gebeurde.
Kantjil maakte zich met zijn buit uit de voeten, maar Kelap was niet zo vlug ter been, die kroop dus maar zo snel als hij kon onder de brede bladeren van een taro-plant**. Toen de mensen zagen, dat alle vruchten van de boom waren, werden ze natuurlijk boos en zochten naar de dief. Weldra hadden ze Kelap te pakken. "Zo, vriendje," zeiden ze, "jou zullen we maar eens in het vuur stoppen!" - "Mij goed, hoor," antwoordde Kelap. "Dat is nog al eens gebeurd en toen hebben ze het maar half gedaan. Mijn andere kant heeft nog geen vuur gevoeld." - "Nee, dat is geen straf," vonden de mensen toen, "we zullen hem in de suikerpers leggen." - "Welja," antwoordde Kelap, "leg mij onder de suikerpers, dan kan mijn andere zijde ook eens plat worden." - "Dat is ook geen straf!" riepen ze. "We zullen hem in de rivier werpen!" - "O nee, niet in de rivier, asjeblieft niet in de rivier!" smeekte Kelap. Nu wierpen ze hem juist te water. Kelap zwom naar het midden en riep: "Zo is het goed. Nu ben ik thuis!"
De mensen merkten nu wel, dat ze beetgenomen waren en wilden wraak nemen, door het water met toeba-wortels*** te vergiftigen. Maar de vleermuis was er achter gekomen. Die vloog dadelijk naar Kelap en raadde hem aan de rivier te verlaten. "Nee, ik blijf," zei Kelap en hij zwom naar de oever, waar hij tussen een aantal grote stenen in stil water ging liggen.
Spoedig kwam er een man met toeba-wortels en begon die op Kelaps rug, die hij voor een steen hield, fijn te wrijven. Kelap liet zich heel langzaam stukje voor stukje dieper in het water zakken, zodat het tenslotte over hem heen stroomde. "Hoe heb ik het nu?" zei de man. "Het water stijgt, dan kan men de rivier niet vergiftigen!" Dus gingen ze allen maar naar huis.
* De doerian is een grote groenachtige vrucht met sneeuwwit vlees, waarin zwarte pitten zitten. Ze riekt lelijk, maar heeft een frisse smaak.
** Taro is een plant, die knollen heeft, welke een zeer voedzaam meel leveren.
*** Deze wortels worden fijn geschaafd en een afkooksel daarvan in het water gegoten. Dit heeft een verdovende invloed op de vissen, die daardoor gemakkelijk gevangen worden.
*   *   *
Samenvatting
Een kantjilverhaal uit Indonesië. Het dwerghert en een schildpad stelen vruchten uit een boom. Als de mensen dat ontdekken willen ze de dieven straffen. De schildpad neemt hen echter beet, maar de mensen geven niet zo snel op.
Toelichting
Zoals bij ons Reintje de Vos om zijn slimheid in vele verhalen een rol speelt, zo doet dit in Indië een verwant van onze reeën, het dwerghert. Het is een beestje van nog geen halve meter lang en ongeveer twee decimeter hoog. Het is roodbruin van kleur, en heeft kleine, sierlijke hoeven. Het is heel vlug en lenig, en weet vaak op listige wijze aan zijn vijanden te ontsnappen. Kantjil of Plandok heet het in de verhalen op Java, Pelandoek in die op Borneo. De Pelandoek is iets groter dan de kantjil, maar lijkt er veel op.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen