donderdag 12 december 2024

Volksverhalen Almanak


De haas en de antilope


De haas sprong eens dartel door de wildernis. Daar zag hij een pijl op de grond liggen. Die kan me nog van pas komen, dacht de haas, en raapte de pijl op. Niet lang daarna bereikte hij een groep jagers die net hun prooi aan het villen waren. De haas sprak: "Als jullie me een stukje vet vlees geven, krijgen jullie iets heel speciaals van me." - "Wat dan?" vroegen de jagers. De haas liet de pijl zien: "Die is me gezonden door Engai." Er werd geruild en de haas vervolgde zijn weg met een stukje vet vlees.
Een tijdje later zag hij enkele krijgers die zich mooi maakten. De haas zei: "Hé, krijgers, ik geef jullie een stukje vet vlees in ruil voor een halsband." De krijgers hadden het vet hard nodig om oker op hun lichaam te smeren, dus even later vertrok de haas met de halsband. Wat verder ontmoette hij een antilope. "Kijk eens wat een mooie halsband ik heb," sprak de haas. "Waar heb je die vandaan?" vroeg de antilope. "Die kreeg ik van mijn vrienden de krijgers voor een stukje vet vlees dat de jagers me gaven voor de pijl van God." - "De halsband is prachtig," zei de antilope, "mag ik hem een keertje om?"
Dat mocht. De antilope vroeg: "Hoe zie ik eruit?" - "Onweerstaanbaar," antwoordde de haas. Als de bliksem ging de antilope ervandoor met de halsband. De haas zette de achtervolging in, maar begreep vlug dat hij de snoodaard nooit in zou halen en gaf het dus op.
Terwijl hij wat droevig voor zich uit zat te staren passeerde er een groepje jagers. De haas klampte hen aan: "Kunnen jullie die antilope daar voor me neerschieten?" - "Wat heeft die je dan misdaan?" vroegen de jagers. "Hij heeft mijn halsband gestolen. Ik kreeg die halsband van mijn vrienden de krijgers voor een stukje vet vlees dat de jagers me gaven voor de pijl van God."
Dat vonden de jagers geen goede reden om de antilope te doden, en ze vervolgden hun weg. Ook de haas ging verder en benaderde een brandend vuur. "Vuur, wil je die jagers daar voor me verteren?" - "Waarom?" vroeg het vuur. "Ze weigerden de antilope die mijn halsband gestolen heeft te vermoorden. Ik kreeg die halsband van mijn vrienden de krijgers voor een stukje vet vlees dat de jagers me gaven voor de pijl van God." - "Ik verteer niemand," antwoordde het vuur.
Niet lang daarna bereikte de haas het water. Hij zei: "Water, wil je het vuur even voor me doven?" - "Waarom zou ik?" vroeg het water. "Het vuur vertikte het de jagers te verteren die weigerden de antilope die mijn halsband gestolen heeft te vermoorden. Ik kreeg die halsband van mijn vrienden de krijgers voor een stukje vet vlees dat de jagers me gaven voor de pijl van God."
Toen het water weigerde ging de haas naar een kudde olifanten die hij rond zag lopen. "Olifanten, willen jullie dat water daar even voor me opdrinken?" - "Waarom vraag je ons dat?" vroegen de olifanten. "Het water wilde het vuur niet doven dat het vertikte de jagers te verteren die weigerden de antilope die mijn halsband gestolen heeft te vermoorden. Ik kreeg die halsband van mijn vrienden de krijgers voor een stukje vet vlees dat de jagers me gaven voor de pijl van God." Maar de olifanten gingen onverstoorbaar verder.
De haas wendde zich tot de bomen: "Bomen, willen jullie even voor me omvallen op die kudde olifanten daar?" - "Omvallen? Wij? Daar moet je dan wel een hele goeie reden voor hebben!" antwoordden de bomen. "De olifanten dronken het water niet op dat het vuur niet wilde doven dat het vertikte de jagers te verteren die weigerden de antilope die mijn halsband gestolen heeft te vermoorden. Ik kreeg die halsband van mijn vrienden de krijgers voor een stukje vet vlees dat de jagers me gaven voor de pijl van God."
Nee, die reden vonden de bomen net niet goed genoeg. Ontgoocheld bleef de haas volhouden. Hij vroeg de termieten om de bomen te vellen. Toen die weigerden vroeg hij de muilezels de termieten te vertrappen. Maar ook zij wilden hem niet helpen.
Ten langen leste klampte de haas enkele hyena's aan: "Hyena's, eet even die stomme muilezels op. Ze vertrappen de termieten niet die geen zin hebben de bomen te vellen die niet op de olifanten vielen die het water niet dronken dat het vuur niet wilde doven dat het vertikte de jagers te verteren die weigerden de antilope die mijn halsband gestolen heeft te vermoorden."
"Graag," zeiden de hyena's, en ze maakten aanstalten om zich op de muilezels te storten. Maar die riepen: "Wacht, dan vertrappen we de termieten wel." En de termieten riepen: "Dan vellen wij wel die bomen." De bomen riepen: "Dan vallen wij wel op de olifanten." Die riepen op hun beurt: "Waar is dat water? We hebben plotseling zo'n dorst!" Het water gilde: "Breng mij vuur, dat ik het doof!" Maar het vuur was al weg om de krijgers te verteren. Die beloofden: "We schieten die antilope wel even voor je neer." En de antilope zei haastig: "Hier heb je je halsband weer. Ik vind hem bij nader inzien toch niet zo mooi."
Moe maar gelukkig ging onze vriend de haas naar huis.
*   *   *
Samenvatting
Een kettingsprookje uit Kenia. Een antilope steelt een halsband van een haas. Deze schakelt de hulp van allerlei dieren, mensen en natuurkrachten in om hem terug te krijgen. Uiteindelijk lukt het hem de hyana's over te halen hem te helpen.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen