dinsdag 19 maart 2024

Volksverhalen Almanak


Dsjoeha en de koning


Op een dag vroeg de koning aan Dsjoeha: "Kun jij op een koude december- of januarinacht naakt en zonder vuur de nacht in de openlucht doorbrengen? Als je dat lukt, krijg je van mij een vorstelijk geschenk." Dsjoeha beweerde dat te kunnen. Hij ging weg en bracht de hele nacht zonder kleren door op een bergtop, totdat hij door de ijzige koude bijna was bevroren. De volgende dag ging hij naar de koning en zei: "O koning der tijden, ik heb de afgelopen nacht in de open lucht doorgebracht, zonder kleren en zonder vuur, zoals u mij dat had gezegd." - "Heb je helemaal geen vuur gezien?" vroeg de koning. "Nee," antwoordde Dsjoeha, "slechts een heel klein vonkje in de verte." Daarop sprak de koning: "Dus je hebt je toch gewarmd, Dsjoeha!"
"Ik mij gewarmd?" vroeg hij ongelovig.
Maar de koning was onwrikbaar. "Dat zal ik je betaald zetten," dacht Dsjoeha bij zichzelf. Hij wachtte tot die gebeurtenis was vergeten.
Op een dag nodigde hij de koning en zijn ministers uit voor een picknick in de openlucht. Ze namen de uitnodiging van Dsjoeha voor het eten zeer verheugd aan. Toen ze bij hem kwamen, liet hij ze in zijn prieel plaatsnemen. Hij pakte zijn potten en pannen en ging verderop in de tuin zitten, waar ze hem niet konden zien. Hij hing de pannen aan de takken van een hoge boom en maakte op de grond een vuurtje. Daar steeg de rook naar de hemel op, zodat de gasten dachten, dat Dsjoeha bezig was met koken.
Het was al twaalf uur geweest en de koning riep: "Waar blijft het middageten, Dsjoeha?" - "Ik ben aan het koken, koning der tijden, de rest moet het vuur doen," gaf hij ten antwoord. "Haast je, we hebben honger!" beval de koning. En Dsjoeha herhaalde: "Dat ligt aan het vuur."
Ze wachtten een uur, twee uur en ze vergingen van de honger. Toen zei de koning tegen zijn ministers: "Sta op, dan gaan we eens kijken wat die Dsjoeha aan het uitvoeren is." Ze liepen naar hem toe, zagen de pannen aan de takken van de boom, terwijl Dsjoeha doodkalm bij het vuur zat.
Toen de koning dat zag, sprak hij verwonderd: "De pannen in de boom en het vuur op de grond? Hoe moet het eten dan warm worden?" Dsjoeha antwoordde: "Net zoals ik warm ben geworden, toen ik 's nachts in de verte een vonkje zag! De pannen zijn immers niet ver van het vuur verwijderd, slechts een manshoogte, terwijl ik op twee uur afstand een vonkje zag." Toen had de koning de grap door en lachte. En hij zei: "Goed, Dsjoeha. Zet de pannen nu maar op het vuur!"
Hij maakte de maaltijd verder klaar en ze aten gezamenlijk. En de koning gaf Dsjoeha het geschenk dat hij hem beloofd had.
*   *   *
Samenvatting
Een grappig-sprookje uit Palestina. De Arabische Uilenspiegel gaat een weddenschap aan met een koning, maar verliest die omdat ze hem voor de gek houden. Dsjoeha bakt de koning natuurlijk een poets terug.
Toelichting
Dsjoeha is een Arabische Uilenspiegel.
Afkomstig uit: Bauer, Leonhard - Das Palästinische Arabisch, Leipzig, 1913, blz. 165-167.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Bron
"Volkssprookjes en Legenden uit Arabië: verzameld door Ursula Assaf-Nowak" - Uitgeverij Elmar, 1979. Ook wel "Arabische sprookjes uit het morgenland."
Populair
Verder lezen