maandag 14 oktober 2024

Volksverhalen Almanak


Het doodshemdje


Er was eens een moeder en zij had een jongetje van zeven jaar; dat was mooi en lief, niemand kon naar hem kijken of hij hield van hem, en zij hield meer van hem dan van iets ter wereld. Nu werd het kind plotseling ziek, en God nam hem weer tot zich.
De moeder kon zich niet staande houden en huilde nacht en dag. Maar kort nadat het kind begraven was, vertoonde het zich 's nachts, overal waar het vroeger toen het nog leefde, gespeeld en gezeten had. Huilde zijn moeder, dan huilde hij ook, maar 's morgens was hij weer weg.
Maar de moeder hield maar niet op met huilen, en op een nacht kwam hij weer met zijn witte doodshemd, waarmee hij in de kist was gelegd, en, de krans nog op 't hoofd, ging hij aan 't voeteneind van 't bed zitten en zei: "Ach moederlief, houd toch op met huilen, ik kan anders in de kist niet inslapen, want mijn doodskleed wordt niet droog van uw tranen die erop vallen."
De moeder schrok, toen ze dat hoorde en huilde niet meer. De volgende nacht kwam het kind terug, hield een lichtje in de hand en zei: "Ziet u wel, nu is het doodskleed bijna droog, en ik heb rust in mijn graf." Toen gaf de moeder haar verdriet over aan God, en droeg het stil en geduldig, en het kind kwam niet meer terug, maar sliep in zijn onderaardse rustplaats.
*   *   *
Samenvatting
Een verhaal van Grimm over een moeder en haar overleden kind. Wanneer haar zevenjarig zoontje is overleden, lijdt een moeder veel verdriet. Het overleden kind komt terug om haar te waarschuwen voor overmatig leed.
Toelichting
Uit Beieren. Deze legende, in geheel Europa bekend, werd reeds in de Middeleeuwen te boek gesteld door Thomas van Cantimpré in zijn "Bijenboek." Het bedoelt te waarschuwen tegen al te grote droefheid om een gestorvene, evenals het niet minder geliefde verhaal, dat een dood kind in een kruikje de tranen van de moeder verzamelen moet.
Dit motief komt in vele legenden voor. Grimm verwijst naar de Edda, Het oude lied van Helgi de Hundingdoder (Helgakvida Hundingsbana II), str. 43 (zie Edda-vertaling van J. de Vries, Amserdam, 1938, blz. 165) en het Deense volkslied van ridder Age en jonkvrouw Else.
In het geloof van vele volken stoort overmatig verdriet de rust van de doden en bezorgt hen leed; ook bij de klassieke volkeren bestond deze voorstelling, zoals uit plaatsen bij Cicero, Plato en Propertius blijkt.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen