Het sprookje van de boze vrouw
Een boze vrouw leefde slecht met haar man en luisterde nooit naar hem. Als hij zei dat ze vroeg moest opstaan, dan sliep ze drie etmalen achtereen. Maar als hij wilde dat ze sliep, dan deed ze geen oog dicht. Als haar man zei dat ze pannenkoekjes moest bakken, dan kreeg hij te horen: "Je bent geen pannenkoeken waard, dief!" Als de man zei: "Bak geen pannenkoeken, vrouw, als ik ze niet waard ben," dan bakte ze meteen twee emmers vol en zei: "Eet, schooier, dan komen ze tenminste op." Als hij zei: "Doe vandaag maar geen moeite om te koken of te maaien," dan zei ze: "Nee, leegloper, ik ga juist maaien en jij gaat mee."
Dikwijls raakten ze slaags, hij sloofde zich uit, en tenslotte ging hij van ellende naar het bos om bessen te zoeken. Daar ontdekte hij onder een bessenstruik een heel diep, bodemloos gat. Hij keek er in en dacht: "Waarom leef ik met die kwaadaardige vrouw en doe ik zo m'n best? Ik ga haar in dit gat stoppen, dat zal een les voor haar zijn."
Hij kwam thuis en zei: "Vrouw, ga geen bessen zoeken in het bos." - "Nu ga ik juist, sufferd." - "Ik heb een bessenstruik gevonden; pluk daar niet van." - "Nu ga ik er juist heen en pluk er wel van. En jij krijgt geen enkele bes." De man ging naar het bos, de vrouw liep achter hem aan. Toen hij bij de bessenstruik was gekomen, schreeuwde de vrouw: "Blijf eraf, dief, of ik sla je dood!" Ze sprong naar voren, kwam midden in de struik terecht, en - boems - daar lag ze in de diepe, bodemloze kuil.
De man ging vrolijk naar huis, en er verliepen drie dagen. Op de vierde dag ging hij eens kijken. Hij nam een lang touw mee, liet het in de kuil zakken en... haalde er een duiveltje uit op! Verschrikt wilde hij het weer in de kuil laten vallen, maar het duiveltje hief een luid gehuil aan, en smeekte hem: "Boer, stoot me niet terug in de kuil, maar laat me los in de wereld. Daar beneden is de boze vrouw gekomen en ze gaat er tekeer! Ze knauwt en bijt ons, ze rukt en trekt aan ons - ik ben er misselijk van! En jou zal ik goed behandelen." De boer liet hem los in Gods wereld, in het heilige Rusland. En het duiveltje zei tegen hem: "Kom, boer, ga met me mee naar de stad Wologda. Daar ga ik de mensen plagen, dan kun jij hen genezen."
Het duiveltje had het gemunt op de vrouwen en dochters van de rijke kooplui. Het voer in hen en ze werden gek of ziek. Maar dan kwam de boer in het huis waar iemand ziek geworden was, en dreef de duivel uit. Er heersten daar dan weer rust en vrede, en allen wisten dat het de boer was die geholpen had. Ze gaven hem geld en trakteerden hem op piroggen, en op deze wijze bemachtigde de boer een onmetelijke som. Toen zei het duiveltje: "Nu is het genoeg, boer. Ben je nog niet tevreden? Ik ga nu naar de dochter van een bojaar, maar zorg ervoor dat je die niet geneest. Anders eet ik je op." De dochter van de bojaar werd ziek; ze werd zo krankzinnig, dat ze mensen eiste om op te eten.
De bojaar liet zoeken naar de boer die haar kon genezen. Deze kwam bij de bojaar en zei: "Laten alle inwoners van de stad en alle koetsiers met hun voertuigen zich in de straat tegenover uw huis verzamelen; en geef dan bevel dat de koetsiers allemaal met hun zwepen moeten klappen, en dat alle mensen zo hard ze kunnen, moeten schreeuwen: 'Daar is de boze vrouw! De boze vrouw is gekomen!'"
Intussen ging de boer naar de kamer van de dochter; toen werd het duiveltje woedend en riep: "Waarom ben je hier gekomen? Ik eet je op." De boer antwoordde: "Waarom zou je dat? Ik ben niet gekomen om je te verdrijven, maar alleen uit medelijden, want ik moet je vertellen dat de boze vrouw hierheen is gekomen." Het duiveltje sprong naar het raam, sperde zijn ogen wijd open en hoorde alle mensen brullen: "Daar is de boze vrouw! De boze vrouw is er!" - "Boer," jammerde het duiveltje, "waar moet ik heen?" - "Ga terug naar de kuil - daar komt zij zeker niet meer terug." De duivel rende weg en verdween in de kuil, waar de boze vrouw in zat. Als beloning liet de bojaar zijn dochter met de boer trouwen. Maar de boze vrouw zit nog steeds in de kuil, in de tartarus.
* * *
Samenvatting
Een Russisch duivelsprookje over een man die zijn vrouw dumpt. Een man is getrouwd met een boze vrouw; ze is koppig en dwars en er valt niet mee te leven. Om haar een lesje te leren, laat hij haar in een bodemloze kuil vallen. Na drie dagen haalt hij een duiveltje uit de kuil, dat blij is verlost te zijn van de boze vrouw. Samen trekken ze de wereld in...
Toelichting
Vergelijk dit verhaal met De vrouw die tegen de stroom in dreef uit Noorwegen, waar een man ook afrekent met een koppige en eigenwijze vrouw.
Trefwoorden
pannenkoeken, kuil, bessenstruik, relatie, genezen, man-vrouw relatie, duivelsprookje, volkssprookje, volksverhaal, rusland, duivel
Basisinformatie
- Herkomst: Rusland
- Verhaalsoort: duivelsprookje, volkssprookje, volksverhaal
- Leeftijd: vanaf 9 jaar
- Verteltijd: ca. 6 minuten
Thema
Populair
Verder lezen