dinsdag 19 maart 2024

Volksverhalen Almanak


De Brabantse aap


Ergens aan het begin van de zeventiende eeuw stond er op 't Spui in Amsterdam een orgeldraaier uit Brabant die een klein aapje had dat op de muziek danste en met de pet rond ging om geld op te halen. Elke zaterdag, bij wijze van afsluiting van de week, ging deze orgelman, die al gauw de bijnaam Brabantse Jos had gekregen, met zijn verdiende geld richting de Wallen alwaar hij steevast een prostituee bezocht die bekend stond onder naam Soete Neel. Jaar in jaar uit vond dit ritueel met enthousiasme van het aapje plaats. Bij ieder bezoek gaf de diervriendelijke Neel de orgelman namelijk een banaantje voor de aap mee. Op een dag stond de orgelman echter voor een leeg raam en een gesloten deur.
Navraag bij de buurdames leerde dat Soete Neel er de brui aan had gegeven. Zij bleek spijt te hebben gekregen van haar losbandige leven en trok zich nu voor eens en altijd terug in het klooster van De Bekeerde Susters.
De diep ontgoochelde orgelman schreeuwde het uit van hartsverdriet en is vervolgens de Waag op de huidige Nieuwmarkt opgeklommen. Daar heeft hij zich met een ijselijke gil naar beneden gestort. Zijn orgel en een vertwijfeld aapje op het plein achterlatend. Het aapje is na dit drama teruggegaan naar 't Spui en leefde daar van de goedwillendheid van omwonenden en passanten.
Aanvankelijk was hij een populaire bezienswaardigheid. Maar ook in vroeger tijden stak gewenning en verveling de kop op. Jongelui begonnen de aap te plagen, dronkenmannen deden er een schepje bovenop en maakten van plagen treiteren. Het artistiek onthande Brabantse aapje was menslievend maar had ook zo zijn grenzen. De aap sloeg zogezegd op tilt, rende 't Spui af en beklom de gevels van de aldaar aanwezige panden. Vanaf de daken betaalde hij de plagende burgerij met gelijke munt terug. Hij terroriseerde 't Spui door met name vanaf het dak van een herberg jan en alleman te bekogelen met allerhande rotzooi. Wilde kastanjes en een in die tijd uiteraard onuitputtelijke voorraad paardenvijgen waren zijn munitie.
Uit de weekkronieken van Cornelis Calcoen kunnen we herleiden dat de Brabantse aap meer dan twee jaar lang de buurt onveilig maakte. Niemand kreeg 'm te pakken. Het werd de Schouten en Schepenen van de stad Amsterdam een doorn in het oog. De Schutterij werd erop gezet. Een verdwaald lid van de Zwitserse garde. Onze Brabantse aap was iedereen te slim af en liet zich niet vangen. Na twee jaar was het verhaal van de Brabantse aap uiteraard ook doorgedrongen binnen de kloostermuren van De Bekeerde Suster. Het was niemand minder dan Suster Dolce Helena die opmerkte: "Soude ick dan de Stad verlossen van het onheil dat sy self over sich heeft afgeroepen?"
Mokkend en gebeden prevelend loopt zij met flinke pas via de haar zo bekende Wallen naar 't Spui. Zoals te doen gebruikelijk heeft zich wederom een menigte verzameld om een blik op te vangen van de Babantse aap. Suster Dolce Helena baant zich een weg door de joelende Amsterdammers die allen naar boven kijken. "Waer is den vermaelendyden Aep?" roepen de omstanders.
Dolce Helena doet haar nonnenkap af en het haar los. Met in haar linkerhand een klein trosje bananen waarmede zij in de lucht op en neer zwaait.
De Brabantse aap krijst wild enthousiast van het dak als hij onmiddellijk Soete Neel herkent. Zijn opgewonden apenkreten overstemmen het gejuich van de toeschouwers. Klauterend en jonglerend daalt de aap de gevel af en vliegt Soete Neel in de armen om haar stevig omklemd nooit meer los te laten. De Brabantse aap heeft men daarna nimmer gezien in de binnenstad van Amsterdam.
Calcoen laat in zijn kronieken doorschemeren dat de Brabantse aap de rest van zijn leven heeft doorgebracht bij De Bekeerde Susters. Maar dat is een heel ander verhaal en misschien nader onderzoek waard.
*   *   *
Samenvatting
Een Amsterdamse sage over een aap die 't Spui terroriseert.
Toelichting
Naar de opgetekende verhalen van Cornelis Calcoen A.D. 1679 vertaald door Prof. Dr. Gea Dresselhuys-Oldenburger.
Trefwoorden
Basisinformatie
Populair
Verder lezen