donderdag 5 december 2024

Volksverhalen Almanak


Hoe de duivel een ziel vangt


Een arm boertje dat hout wilde hakken, legde zijn brood even op een boomstronk. De duivel pikte het achter zijn rug weg en schrokte het in een hap op. De arme boer sprak: "Wie mijn brood heeft opgegeten, moet mijn knecht worden!" En de duivel bekende: "Ik heb 't opgegeten." - "Als dat zo is, dan moet je drie jaar lang bij mij als knecht werken." - "Best," zei de duivel, "maar dan moet ik eerst wel even naar huis om mijn vader te vragen wat die ervan vindt."
Z'n vader adviseerde hem: "Ga er maar heen en dien hem tot hij, rijk geworden, aan de drank te gronde gaat!" De duivel kwam terug bij de armoedzaaier en zei: "Dat is voor elkaar. Vanaf heden ben ik je knecht." Maar de vrouw van de arme boer krijste: "Wat moeten wij met een knecht? We hebben niet eens genoeg te eten voor onszelf en alle kinderen!" De duivel suste de zaak en zei tegen de boer: "Dit jaar moeten we beginnen met een boel veengrond te ontginnen en rogge te verbouwen." Hij brandde een heel turfmoeras af, dat daardoor veranderde in vruchtbare grond, waar uitstekend rogge op gezaaid kon worden. Toen ging hij bij zijn vader een bom duiten halen en leende die aan de onbemiddelde boer, zodat ze inderdaad op al het nieuw gewonnen land konden gaan zaaien. Ze zaaiden de rogge, en het gewas tierde zo welig dat ze schuurruimte tekort kwamen om de oogst te bergen.
Het jaar daarop wilde hij een ander stuk land afbranden en ontginnen, maar dat ging niet door, want het veen was te nat dat jaar. Desalniettemin overtrof de oogst hun stoutste verwachtingen. Dit was het moment waarop de duivel gewacht had. Hij zei tegen de boer: "Wat zullen we doen met al die rogge? Laten we er brandewijn van stoken, dan kunnen we die weer met een stevige winst verkopen!" Dat leek de boer wel en ze bouwden een knappe stokerij en stookten fantastische hoeveelheden brandewijn, zoveel als ze maar konden. Tegen het eind van dat derde jaar had de geheel aan zijn brouwsel verslingerde boer zich doodgezopen. De knecht ging ervandoor met de ziel van de man.
Ouder en wijzer geworden kwam hij bij zijn vader terug en sprak: "Aan de armen heeft de duivel geen moer, die doen geen mens kwaad, maar de rijken doen hun hele leven alleen maar kwaad, en daar schieten wij duivels tenminste iets mee op, want als die creperen krijgen wij hun ziel!"
*   *   *
Samenvatting
Een Fins volksverhaal over een rijk geworden boer.
Trefwoorden
Basisinformatie
Bron
"Sprookjes uit Finland en Estland" bijeengebracht door August von Löwis of Menar. A.W. Bruna & Zoon, Utrecht/Antwerpen, 1979. Oorspronkelijke titel: Finnische und Estnische Märchen © 1962 Eugen Diederichs Verlag Düsseldorf-Köln. ISBN: 90-229-3311-3
Populair
Verder lezen