dinsdag 19 maart 2024

Volksverhalen Almanak


Hoe de zon langzamer ging draaien


Lang geleden was er een tijd waarin de zon zó snel opkwam en zó kort daarna al onderging, dat de mensen zelfs het kortste werk niet konden volbrengen. Maùi, de zoon der goden, was daarover zeer vertoornd. Maùi, zoon van de zon, was kwaad op zijn vader. Hij was woedend omdat zijn moeder de tijd niet vond om het haastig bereide maal rustig op te eten. En het deed hem leed dat zij voortdurend haar eten half gaar moest opslikken, waardoor zij gezwollen lippen kreeg. En het greep hem aan te zien hoe zijn oudste broer niet vorderde met zijn werk, omdat de dagen zo kort waren. Toen beraamde Maùi een plan. Hij besloot voor goed een einde aan die toestand te maken. Hij zette zich aan het vlechten van grote lussen waarmee hij van plan was de zon te verstrikken. Hij maakte sterke lussen van de vezels van verschillende soorten taaie boomschors en ook een grote vlecht van zijn zuster Hina's lange haren.
Toen hij daarmee klaar was, nam hij de lussen bij elkaar en hield zich gereed aan de ingang van zijn hol dat op de zee uitkwam. In de grot verscholen zat hij op de uitkijk en toen de eerste zonnestralen uit de zee oprezen sprong hij snel op het rif voor de grot en zodra de stralen langer werden en de zonneschijf boven het water uitkwam, slingerde hij de lussen over de stralen en over de zon zelf. De uiteinden van de koorden maakte hij vlug en stevig vast aan een hoog, smal rotsblok vlak bij het rif. Dan wachtte hij af wat er ging gebeuren. De zon richtte zich - nog een beetje hoger op en worstelde met de koorden die nu strak aangetrokken waren. Maùi besloot over de gespannen koorden te lopen en op de zon te klimmen. Zijn moeder, die daarin gevaar zag, raadde hem aan: "Wees voorzichtig, anders zal je door de zon verbrand worden." Maar Maùi kende geen vrees en klom langs de touwen op naar de zon. Ginder aangekomen plantte hij zich wijdbeens op de gloeiende bol en sprak: "Geef de strijd maar op. Uw uur is geslagen. Ik ben Maùi en door mijn handen zult gij weldra sterven." De zon verzamelde echter al zijn krachten en rees nog verder op. Door de felle kracht van de hitte verbrandden al de koorden, alleen de lus van Hina's haar hield stand. "Geen hoop!" bulderde Maùi pochend, "ik ben Maùi, de grote Maùi!" En hij galmde zijn naam uit volle borst. De zon zat vast. Hij hijgde: "Ah, ik ben gevangen door de haren van Hina. Laat mij los!" Maar Maùi riep: "Geen nood, gij zult niet meer ontsnappen. Nu is het mijn beurt! Gij hebt uw eigen ongeluk gewild. Waart gij trager opgerezen en later ondergegaan, dan had mijn moeder de tijd gehad om haar eten op degelijke wijze te bereiden en dan had mijn broer geen moeilijkheden gehad bij zijn arbeid. Maar daar bekommerde gij u niet om, gij volbracht uw kringloop altijd even snel."
Maar de zon bracht hier tegen in: "Indien ik sterf, zult gij geen voedsel meer vinden; er zal geen licht meer zijn waarin gij uw tempels kunt bouwen en alom zal diepe duisternis heersen. Laat mij gaan en laat ons overeenkomen dat ik mijn loop zo zal regelen, dat de dag lang genoeg is om uw werk uit te voeren." Maùi vroeg of hij zijn belofte inderdaad zou houden. En de zon antwoordde bevestigend en vroeg om het pijnlijke koord los te maken.
Om zijn overwinning te verzekeren stampte Maùi zo hard op de zonneschijf dat deze kraakte en barsten vertoonde en verzwakt werd. Daarna maakte hij het haren koord los. Van toen af ging de zon langzaam en versnelde nooit zijn koers.
De andere koorden van Maùi zitten nog aan de zon vast en kunnen 's morgens goed gezien worden.
En zo werd het leven op deze wereld volmaakt. Twee maal per dag werd de oven aangestoken om voedsel te bereiden en de mensen verheugden zich in smakelijk, goed gaargekookt eten. En het werk geschiedde systematisch. Maùi was tevreden over zijn vader, de zon, en de hele wereld was tevreden met hem.
*   *   *
Samenvatting
Een mythe van de Polynesische volkeren. Een godenzoon weet de zon zo te temmen dat het voor de mens mogelijk wordt een normaal leven op aarde te leiden.
Toelichting
Dit verhaal komt uit Tahiti, tegnwoordig onderdeel van Frans Polynesië. Maùi is een Polynesische cultuurheld. Zijn naam betekent ‘aanroeping’, hetgeen wijst op zijn sacramentele functie. Want Maùi was de legendarische grondlegger van de godsdienstige riten, de geheiligde hogepriester. Ook was hij een profeet.
In de Tahitaanse verhalen komt hij vooral voor als de verdediger van de belangen van de mens. Behalve dat Maùi de zon ving, stal hij het vuur, viste hij eilanden op en hielp hij om de hemel een stuk op te hijsen. Het verhaal is ook bekend op Hawaï en in Nieuw-Zeeland.
Trefwoorden
Basisinformatie
Feest / viering
Populair
Verder lezen