dinsdag 19 maart 2024

Volksverhalen Almanak


De duivel in de notedop


De duivel in de notedopEr was eens een jongen die aan de wandel was en ondertussen noten kraakte. Plotseling ontdekte hij er een die wormstekig was, en op hetzelfde ogenblik stond de duivel voor hem. "Is het waar wat de mensen zeggen," vroeg de jongen, "dat je je zo klein kunt maken, dat je door het oog van een naald kunt glippen?" - "Ja," antwoordde de duivel. "Laat me dan eens zien, dat je ook in deze noot kunt kruipen," zei de jongen.
En de duivel deed dat. Toen hij door het gaatje van de wormsteek gekropen was, drukte de jongen er een klein houtsplintertje in. "Nu heb ik je," zei hij en stak de noot in zijn zak.
Nadat hij een eindje gelopen had, kwam hij bij een smederij, trad binnen en vroeg de smid om de noot voor hem te kraken. "Dat zal zo'n kunst niet zijn," antwoordde de smid. Hij greep zijn kleinste hamer, legde de noot op het aambeeld en sloeg.
Maar de noot ging niet kapot en de smid nam een wat grotere hamer. Maar die kon ook niet genoeg kracht verschaffen. Hij nam een nog grotere, waar hij ook geen resultaat mee had. Nu werd de smid zo kwaad, dat hij zijn grote voorhamer greep. "Ik zal je breken, kost wat het kost," zei hij en hij sloeg zo hard als hij kon.
En eindelijk viel de noot in tweeën, maar met zo'n klap, dat het halve dak van de smederij naar beneden kwam en het wel leek of zijn hele smidse ineenstortte. "Ik geloof beslist, dat satan zelf in die noot zat," zei de smid. "Dat zat hij ook," antwoordde de jongen.
*   *   *
Samenvatting
Een Noors sprookje van Asbjørnsen en Moe. Wanneer een jongen rustig noten aan het eten is, komt hij de duivel tegen. Hij daagt hem uit om zich zo klein te maken dat hij in een noot past. Wanneer de duivel in de noot zit, houdt de jongen hem gevangen en bij een smid laat hij de noot kraken door er met een grote hamer op te laten slaan.
Toelichting
Dit thema komt ook voor in het langere sprookje De ketellapper van Tamlacht.
P. Chr. Asbjørnsen en Jørgen Moe verzamelden in de 19e eeuw verschillende Noorse volkssprookjes. Zij deden in Noorwegen wat de gebroeders Grimm in Duitsland hadden gedaan. In 1841 verscheen het eerste deel van de 'Norske Folkeeventyr' en er zouden nog vele delen volgen.
Trefwoorden
Basisinformatie
Bron
"Noorse sprookjes" verzameld door P. Chr. Asbjørnsen en Jørgen Moe. Veraling: Greta Baars Jelgersma. Uitgeverij Elmar, Rijswijk, 1993, p. 34.
Populair
Verder lezen