dinsdag 19 maart 2024

Volksverhalen Almanak


De koeherder en de weefster


Lang geleden leefde er een koeherder genaamd Niulang. Hij was arm en leefde alleen in een hut aan de rand van het dorp. Op een dag dreef hij zijn kudde 's ochtends vroeg naar buiten, maar hij kon geen geschikte weide vinden. Hij trok dus verder en vond uiteindelijk in een afgelegen dal een bergrivier geflankeerd door sappige weiden. Hij ging onder een boom zitten en hoorde plotseling stemmen en gelach. Hij ging er stilletjes op af en zag spoedig enkele meisjes die in de rivier aan het baden waren en veel plezier hadden. Hij sloop stilletjes naderbij, pakte de kleding van één van de meisjes en verstopte die achter een bosje. Hijzelf verborg zich achter een boom.
De Heerser der hemelen en van alle elfen was vroeger een Jadekeizer. Hij had zeven bloedmooie dochters. De jongste was Zhinü en was het vlijtigst van alle weefsters en kon prachtig wolkenbrokaat maken. Op een dag besloten de hemelse prinsessen af te dalen naar de wereld van de sterfelijken om plezier te maken. Zo kwamen ze op aarde terecht en vonden daar een afgelegen, stil dal, waarin geen mens woonde. Ze renden heuvel op, heuvel af, en toen ze moe waren kleedden ze zich uit en sprongen in het koele water. Daar werden ze dus gezien door de koeherder, maar die wist niet dat het zeven hemelse prinsessen waren.
Toen de prinsessen klaar waren met baden, kwamen ze de één na de ander uit het water, kleedden zich aan en vlogen terug naar de hemel. Enkel de arme weefster Zhinü zocht vergeefs naar haar kleren, maar kon ze nergens vinden. Tenslotte begon ze zachtjes te huilen. Daarop kwam de koeherder vanachter zijn boom te voorschijn en gaf haar haar kleren terug op voorwaarde dat ze met hem zou trouwen. Het meisje had geen keus en dus beloofde ze het. Na de bruiloft waren ze allebei erg gelukkig! De koeherder vergat van louter geluk zelfs zijn kudde en de prinses roerde geen weefstoel meer aan: ze speelden de hele dag slechts met elkaar.
De Jadekeizer had vanuit de hemel alles zien gebeuren. Hij zond een bode naar de weefster op aarde die haar wat wolkenbrokaat vroeg. Aangezien het meisje al lange tijd geen weefstoel meer had aangeraakt, kon ze de Jadekeizer ook geen brokaat sturen. Toen de Jadekeizer dat vernam, werd hij zeer boos en zette hij beiden aan de hemelse rivier in het firmament: de koeherder Niulang aan de ene kant en de weefster Zhinü aan de andere. De rivier was zo breed dat je de andere oever niet eens kon zien, waardoor beiden veel liefdesverdriet kregen.
Spoedig kwamen er vele eksters aangevlogen die met het liefdespaar medelijden hadden. Op de zevende dag van de zevende maand legden alle eksters hun vleugels op elkaar en vormden zo een lange brug over de hemelse rivier. De koeherder en de weefster konden nu over deze brug naar elkaar toelopen om zich halverwege te treffen. Vanaf dat moment herhaalt zich elk jaar op de avond van de zevende dag van de zevende maand hetzelfde tafereel: de eksters vormen een brug voor het liefdespaar. Op warme zomeravonden zien we aan de hemel nog de Melkweg met de hemelse rivier; aan de ene kant de koeherder en aan de andere de weefster.
*   *   *
Samenvatting
Het klassieke Chinese liefdesverhaal over Niulang en Zhinü. The Cowherd and the Weaver Girl.
Toelichting
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Feest / viering
Populair
Verder lezen