zaterdag 27 april 2024

Volksverhalen Almanak


Waarom er kegels aan de dennen groeien


De woestijn strekte zich uit zover de blik reikte. Geen grasspriet groeide er en de rotsen verhieven zich hoog in de hemel. De geest van de westenwind verveelde zich. Hij zoog zijn longen vol lucht en toen hij uitademde, had hij de man en de vrouw geschapen. Hij gaf hun de namen Atam en lm. Dagelijks ging hij een bezoek aan die twee brengen, waarbij hij met hen aan het haardvuur zat te praten.
Maar in een diep rotsravijn huisde een kobold en die had niets om handen en verveelde zich gruwelijk. Hij maakte van zeeschuim een wit paard en dat stuurde hij naar Atam en lm.
"Kijk eens, dat moet het grote stamhoofd zijn, hij is helemaal wit," fluisterde lm en ze wees naar het paard.
"Kom nou, dat is het grote stamhoofd niet," zei Atam.
Het paard bleef met geheven hoofd voor hen staan en er glansden sterren in zijn ogen. Atam keek het peinzend aan en zei na enige tijd: "Je hebt gelijk, lm, het is het grote stamhoofd."
De geest van de westenwind liet zich aan een regenboog omlaag zakken en riep: "Kom niet te dicht bij het paard. De kobold uit het rotsravijn heeft het geschapen om jullie te vertrappen."
Daarna ging de geest van de westenwind naar het paard toe, bekeek het langdurig en zei tenslotte: "Het paard is nu eenmaal op de wereld, we kunnen het er niet weer afjagen. Het moet de mensen maar diensten bewijzen."
Hij keek het witte paard doordringend aan en zei: "Je zult de mens, je beste vriend, een trouwe dienaar zijn."
De kobold, die dit alles had aangezien en aangehoord, werd woedend. Maar hij had nog meer pijlen op zijn boog.
Hij stuurde een horzel, die het paard moest bijten.
"Je kunt het zeker niet laten?" zei de geest van de westenwind hoofdschuddend.
En hij hief zijn hand op en uit de woestijngrond schoot zegge omhoog.
Hij trok een handvol stevige halmen uit de grond, maakte er een paardenstaart van en gaf het witte paard de raad: "Met die staart kun je de horzels verjagen voor ze je steken."
Maar de horzel vloog weg en streek op de hals van het paard neer.
De geest van de westenwind trok nog een handvol gras uit de grond en maakte er manen van voor het paard.
"Nu kun je zoveel grazen als je wilt," zei de geest van de westenwind. Vervolgens maakte hij een bemoedigend gebaar met zijn linkerhand en de steppe werd groen. Gras, sappig hoog gras, geurde en groeide overal.
En het paard boog de hals en begon te grazen.
De geest van de westenwind glimlachte; hij zag dat het werk, dat hij gedaan had, goed was. Hij ging weg. Na enige tijd kwam hij terug en zei met opgeheven wijsvinger tegen Atam en lm: "Jullie mogen evenwel geen vruchten eten, eer ik jullie duidelijk heb gemaakt, welke soorten goed voor jullie zijn."
Er rijpten destijds vruchten aan alle bomen. Zelfs de dennen en de wilgen droegen sappige vruchten.
Atam en lm wachtten geduldig tot de geest van de westenwind terug zou komen om hun duidelijk te maken, welke vruchten goed voor hen waren.
De kobold in het rotsravijn verveelde zich overigens nog steeds. Hij gaapte onophoudelijk.
En opeens sloeg hij zich tegen het voorhoofd en lachte zo hard, dat de bergen zich openden en vuur en zwaveldamp braakten.
"Laat ik mezelf eens een pleziertje gunnen."
Hij zocht Atam en lm op, plukte een grote rijpe vrucht van een den en zei: "Eet maar op, de geest van de westenwind is een gierigaard. Hij wil de beste vruchten voor zichzelf houden en daarom verbiedt hij jullie te plukken waar je trek in hebt."
lm nam de rijpe vrucht van hem aan en beet erin. Ze stak Atam ook een stukje in de mond. En hij at het op.
De kobold juichte, wreef zich de handen en maakte dat hij wegkwam.
Maar op hetzelfde ogenblik veranderden alle vruchten van de dennenboom in kleine droge kegels.
Toen 's avonds de geest van de westenwind kwam en zag wat er gebeurd was, stuurde hij lm naar de kobold met de woorden: "Ga maar, vrouw die niet wachten kon. Tot straf voor je ongehoorzaamheid moet je voortaan bij die booswicht wonen!"
En de geest nam een rib uit Atams lichaam en schiep daaruit een nieuwe vrouw voor hem.
*   *   *
Samenvatting
Een Noord-Amerikaans indianenverhaal over de eerste mensen op aarde. De westenwind schept de man en de vrouw: Atam en Im. Een kobold probeert hen echter kapot te maken. In eerste instantie via een wit paard en later door de man en de vrouw te verleiden om van verboden vruchten te eten.
Toelichting
Dit lijkt mij geen oorspronkelijk indianenverhaal. Het heeft wel erg veel invloed van het Bijbelse verhaal over het aards paradijs (Adam en Eva).
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen