zaterdag 27 april 2024

Volksverhalen Almanak


Hoe Aldar-Kose de knechten trakteerde op een schaap


Op een keer verhuurde Aldar-Kose zich als knecht bij een rijke veebezitter. "Hoe krijgen jullie hier betaald?" vroeg hij aan de andere knechten die op het land werkten. "Slecht," antwoordden ze. "We zijn zelfs al vergeten hoe een stuk vlees eruit ziet." - "Geen nood. Ik zal ervoor zorgen dat jullie vlees kunnen eten op rekening van onze baas." De knechten haalden hun schouders op en zeiden: "Een spreekwoord luidt: klop niet aan de deur waar nooit een gast doorheen gaat. Het heeft geen zin hem wat te vragen, je krijgt toch niets." - "Ik ben ook niet van plan het hem te vragen. Hij gaat het ons zelf geven." - "Je bent gek, Aldar." - "Wacht maar af," zei Aldar-Kose.
Niemand wist hoe het gebeurde, maar diezelfde dag nog viel het vetste schaap in een kuil en brak zijn poot. De eigenaar riep Aldar-Kose bij zich en vroeg wanhopig: "O, Aldar, het schaap gaat dood! Wat moet ik doen?" - "Slachten nu het nog leeft!" zei de knecht. "Maar dat is zo zonde!" De rijkaard moest bijna huilen. "Dan verlies ik een schaap!" - "Als je het zonde vindt, slacht je het niet. Dan gaat het vanzelf wel dood," zei Aldar-Kose kalm.
Maar dat vond de heer al helemaal geen goed idee. Als een schaap vanzelf doodgaat, is het vlees niet lekker en kun je het niet verkopen. Er zat dus niets anders op en het schaap werd geslacht. Aldar-Kose likte zijn lippen er al bij af. Dat wordt een lekker maaltje voor mij en mijn makkers! dacht hij.
De baas stroopte de vacht van het schaap en zei: "Aldar, breng het vlees naar de bazaar en verkoop het zo duur mogelijk." Aldar-Kose nam het gevilde schaap op zijn rug en ging naar de bazaar. Terwijl hij tussen de mensenmassa's doorliep, riep hij links en rechts: "Mensen, een koopje! Een dood schaap voor slechts duizend tenge! Wie wil er een dood schaap?" De mensen lachten. "Nee, Aldar, deze keer laten we ons door jou niet beetnemen. We hoeven jouw dooie schaap niet. Je hebt het zeker ergens gevonden. Neem het mee terug waar je het vandaan hebt."
Dat was precies wat Aldar van plan was. Hij droeg het schaap terug naar de eigenaar, gooide het voor hem op het gras en hijgde: "Ik vrees dat we het zelf moeten opeten. Niemand wil het kopen. Ik heb het voor niks naar de bazaar gesleept!" De man geloofde er niets van. "Wat is dat voor onzin? Het is het beste schaap dat ik heb! Nee Aldar, je houdt me voor de gek. Morgen zal ik meegaan."
De volgende ochtend verschenen de heer en zijn knecht op de bazaar met het schaap. De heer riep in het rond: "Mensen, mensen! Koop mijn schaap! Wie wil er een lekker vet schaap?" En Aldar-Kose riep er achteraan: "Koop het schaap van gisteren! Hetzelfde schaap! Voor maar duizend tenge!" De mensen begonnen zich te ergeren. " Ga wat beters doen dan dode beesten te verkopen, stelletje nietsnutten! We geven jullie er nog geen stuiver voor. Eet het zelf maar op!" Er zat niets anders op dan terug naar huis te gaan.
"Wat doen we ermee?" vroeg Aldar-Kose. "Eten we het zelf op of gooien we het voor de wolven?" - "Ik heb al een plan, Aldar," zei de rijke heer. Hij riep alle knechten bijeen in zijn joert en zei: "Er gaan geruchten dat ik een gierigaard ben en dat ik jullie nooit wat geef. Laat Allah die roddelaars straffen! Want vandaag zullen jullie zien hoe gul ik ben. Aldar, bereid het vlees! Ik zal jullie trakteren. Maar we spreken wel af: de stukjes zijn voor mij, het vocht is voor jullie."
De knechten protesteerden niet. Al kregen ze dan geen echt vlees, het vocht waarin het vlees was gekookt, was al heel wat. Aldar-Kose was ondertussen druk bezig het vlees te koken in een grote pan op een vuur. Het duurde zo lang dat de heer ongeduldig begon te worden.
"Zeg, duurt het nog lang, Aldar?"
"Nog heel even, heer, het is bijna klaar."
Toen het schaap zo lang had gekookt dat het vlees van het bot viel, vroeg Aldar-Kose aan zijn baas: "Wat was ook al weer voor u, meneer? De stukjes of het vocht?"
"De stukjes, de stukjes!" antwoordde de heer ongeduldig. Op die manier hoopte hij natuurlijk al het vlees zelf te krijgen. "Hier zijn je stukjes! Breek je tanden er maar niet op!" En Aldar gooide de heer de botten toe. "En het vocht is voor ons!" De heer werd paars van woede, maar zijn werklui lachten hem uit. Ze aten hun buiken rond, veegden hun mond af en zeiden: "Dank je wel, Aldar!"
*   *   *
Samenvatting
Een Kazachs volksverhaal over een slimme schelmenstreek. Wanneer de schelm Aldar-Kose in dienst is bij een veebezitter, worden hij en de andere knechten slecht betaald. Wanneer een schaap geslacht moet worden, lukt het Aldar zijn baas zo ver te krijgen dat hij het vlees verdeelt onder hem en de knechten.
Toelichting
Aldar-Kose is bedrieger van beroep. Hij verdient zijn brood door mensen voor de gek te houden. Niet zomaar alle mensen, vooral de gierige rijkelui zijn de pineut. Want zij kunnen best wat missen, vindt Aldar-Kose. De ene keer troggelt hij hun een paard af, de andere keer geld, en soms zelfs een mooie dochter. 'Aldar' betekent in het Kazachs dan ook 'bedrieger'. Zijn tweede bijnaam 'Kose' (spreek uit 'kossè') betekent 'kin waar geen haar op groeit'. Want al is Aldar-Kose een volwassen man, zijn baard wil maar niet groeien.
Trefwoorden
Basisinformatie
Populair
Verder lezen