dinsdag 19 maart 2024

Volksverhalen Almanak


De man met de schoen van boomschors


Een man liep langs de weg en vond daar een schoen van boomschors. Hij raapte hem op en vervolgde zijn weg tot hij een dorp bereikte, waar hij afstapte in een herberg.
"Waar kan ik deze schoen van boombast vannacht het beste neerzetten?" vroeg hij de waard. Deze antwoordde: "Zet hem maar bij de kippen, onder de kachel!" - "En als jullie kippen hem dan opvreten?" vroeg de man. Maar de familie was hier kennelijk niet bang voor: "Dat doen ze niet, daar kun je gerust op zijn. Ga maar lekker slapen."
In het holst van de nacht haalde de vreemdeling heimelijk de schoen weg - hij bedroog ze dus - en toen hij de volgende morgen opstond zei hij: "Ik had graag mijn schoen van boomschors terug!" Ze zochten de schoen, maar die was natuurlijk foetsie, waarop de vreemdeling zei: "Die schoen van mij kost jullie een goede kip." Zonder gezeur of getalm gaven ze hem een kip voor zijn schoen.
Hij trok verder om in een volgend dorp opnieuw te blijven overnachten. Ditmaal vroeg hij: "Waar kan ik m'n kip hier 's nachts het beste laten?" En ze zeiden: "Zet 'm maar bij onze schapen!" - "Maar stel dat jullie schapen hem opvreten?" - "Onze schapen eten dat beest heus niet op, die doen niets."
Die nacht kroop hij in het geniep zijn bed uit en haalde de kip tussen de schapen vandaan. De volgende morgen maakte hij zich klaar om zijn reis te hervatten en zei: "Breng me m'n kip, ik moet er eens vandoor." Ze zochten zich suf, maar de kip was spoorloos verdwenen. "Die kip van mij," zei hij, "is op z'n minst een goed lam waard!" En de brave lieden gaven hem een lam voor de kip.
Zo trok hij verder en die avond bereikte hij een herberg. "Waar kan ik m'n schaap voor de nacht onderbrengen?" vroeg hij. "Zet dat schaap maar tussen onze koeien!" kreeg hij ten antwoord. "Maar als jullie koeien nou mijn schaap opvreten?" - "Dat doen ze niet, het zijn vredelievende dieren."
Die nacht haalde de boef zijn schaap weer uit de koeienstal, en de volgende morgen vroeg hij: "Willen jullie mijn schaap even halen?" Ze gingen naar buiten om het te halen, maar het beest was verdwenen. "Dat schaap is zeker een goeie koe waard!" sprak hij, en de zielen gaven hem een koe.
Hij vervolgde zijn reis en die avond stapte hij opnieuw in een herberg af. "Waar kan ik hier mijn koe voor de nacht stallen?" vroeg hij. "Zet 'm maar bij onze paarden!" - "Maar als jullie paarden mijn koe nou opvreten?" - "Dat doen ze niet," zeiden de waard en z'n vrouw, "het idee!"
De volgende morgen gebood de schurk: "Breng me mijn koe! Ik moet weer eens verder." Maar de koe was in geen velden of wegen te bekennen. "Die koe is dik een goed paard waard," zei hij. En de herbergier gaf hem een paard.
De man begaf zich het dorp in, kocht een halsstel, teugels en een slede, en spande het paard in. Toen reed hij met z'n paard het dorp uit. Onderweg ontmoette hij een vos, die zei: "Neem me mee in je arrenslee, beste vriend!" - "Klim er maar op," zei de man tegen de vos, en zo reden ze verder. Een eindje verderop kwam hij een hond tegen. "Mag ik in je slee, vriend?" vroeg het dier. De man antwoordde: "We zijn al met z'n tweeën!" Maar de hond bleef aandringen en smeekte: "Neem me toch mee, neem me toch alsjeblieft mee..." tot hij ook in de slee mocht meerijden. Ze reden verder tot ze aan de kant van de weg een beer ontwaarden. Ook deze vroeg: "Aha, ik krijg zeker een lift in je slee, hè neef?" - "Ook jou nog!" verzuchtte de man, "we zijn al met z'n drieën." Maar de beer smeekte: "Ach, neem me toch mee!" en tenslotte zei de man: "Vooruit dan maar, kom er maar bij."
Toen ze zo met z'n vieren op de slee een stukje gereden hadden, brak plotseling de disselboom. De beer klom van de slee om een nieuwe dissel te halen. Hij kwam terug met een knots van een den, die als dissel echter onbruikbaar was. Hierop ging de man zelf op zoek naar een geschikte disselboom.
Intussen vielen de drie beesten het paard aan, trokken het omver en vraten het tot de laatste vezel leeg. Vervolgens vulden ze de huid met aarde, zetten het gevaarte overeind en maakten dat ze wegkwamen.
Even later kwam de man terug en bevestigde trots de dissel aan de slee. Toen hij zijn paard echter van katoen wilde geven, bewoog het dier in het geheel niet. Nu haalde hij uit voor een ferme zweepslag, waarop zijn ontvleesde paard als een zoutzak ter aarde stortte.
*   *   *
Samenvatting
Een kettingsprookje uit Finland over bedrog. Een man vindt een schoen van boomschors. Hij bedriegt mensen bij wie hij verblijft en verkrijgt daardoor, steeds in ruil voor een eerder voorwerp, een kip, een lam, een koe en een paard. Hij koopt een slede en komt onderweg een vos, een hond en een beer tegen, die hij niets vermoedend mee laat reizen.
Trefwoorden
Basisinformatie
Populair
Verder lezen