dinsdag 19 maart 2024

Wereld Feesten Almanak


Wereldstotterdag
Datum:
Land / gebied: Wereld
Sinds 1998 wordt jaarlijks op 22 oktober de 'Wereldstotterdag' ('International Stuttering Awareness Day') georganiseerd. Elke landelijke organisatie die verbonden is met de International Stuttering Association kan deze dag op eigen manier invullen. Op 'Wereldstotterdag' (ook wel: 'Internationale Stotterdag') wordt aandacht gevraagd voor spraakgebreken.

Beroemde stotteraars:
- Marilyn Monroe
- Bruce Willis
- Axel Daseleire (Flikken)
- Arno Hintjes
- Bart Peeters
- Winston Churchill
- Jan Decleir

Stotteren is niet-vloeiend spreken: een verzameling van hoorbare, soms zichtbare en vaak ook verborgen symptomen, die per situatie kunnen verschillen.

De symptomen zijn habitueel (een gewoonte) en te onderscheiden van 'normale' niet-vloeiendheden. Hoorbare symptomen kunnen zijn: herhalingen, verlengingen en blokkades. Zichtbare symptomen kunnen zijn: meebewegingen in het gezicht of van ledematen; aan spreken gekoppelde 'tics'. Verborgen symptomen: spreekangst, stotterangst, vermijden van spreeksituaties (sociale angst), minderwaardig voelen, schaamte, depressies.Vooral de verborgen symptomen kunnen leiden tot leerproblemen, minder presteren, psycho-sociale problematiek.

Mensen die stotteren vormen geen homogene groep. Ieder heeft zijn eigen specifieke verzameling symptomen, die zelfs niet onder alle omstandigheden gelijk zijn, afhankelijk van stressfactoren. Bij elk individu liggen de accenten weer anders.

Wat is de oorzaak van stotteren?
Er is niet één specifieke oorzaak te noemen. Spreken is een ingewikkeld proces van timing en coördinatie van ademhaling en veel spieren en spiertjes, gestuurd door de hersenen. In dit ingewikkelde proces gaat bij iedereen wel eens iets mis, maar bij iemand die stottert is er sprake van een stoornis in de timing en coördinatie van dit proces. Gebrek aan taalvaardigheden en concentratie kunnen eveneens een rol spelen bij het aanleerproces van (afwijkend) spreekgedrag. Er is altijd een aanlegfactor (talent!), die niet erfelijk hoeft te zijn. Er is meer kans op de ontwikkeling van stotteren als stotteren in de familie voorkomt.

Kan stotteren overgaan?
Bij 5% van de bevolking komt stotteren in de kinderleeftijd voor (incidence), bij 1% (prevalence) ontwikkelt het zich tot een min of meer blijvende stoornis - gevestigd stotteren - van licht tot ernstig. Voor de laatste categorie heeft therapie een tijdelijk of blijvend effect, afhankelijk van vele factoren. Terugval komt bij (ernstig) stotteren veel voor. Bij jonge stotterende kinderen is er binnen de eerste 2 jaar na het ontstaan van het stotteren nog een kans op herstel. Hoe langer het kind stottert, hoe kleiner deze kans wordt. In de praktijk blijkt dat eerder gevolgde therapieën in een latere levensfase hun vruchten kunnen afwerpen, als opnieuw dezelfde of een andere therapie wordt gevolgd.

Hoeveel mensen stotteren?
In Nederland zijn ongeveer 175.000 mensen die stotteren (ongeveer 1 procent). Naar schatting bedraagt het totaal aantal stotterende personen in de Europese Unie ruim 3,4 miljoen.

Heeft stotteren iets te maken met een verkeerde ademhaling?
Spreken is een bijzondere manier van uitademen. Al eeuwen is bekend dat bij een 'stotter' de adem gespannen of geblokkeerd is. Ademregulatie kan op diverse manieren aangeleerd worden: ontspanningsoefeningen, loslaattechnieken en flankademhaling zijn hulpmiddelen om goede adem/ spreek- technieken te leren. Ademregulatie alleen is meestal niet genoeg.

Waarom stottert iemand soms wel en soms niet?
Stotteren wordt vaak uitgelokt door stress. Iemand die stottert zal dan ook vooral haperen als hij gespannen of opgewonden is. De zwakke aanleg voor de timing van spreekbewegingen vormt de basis voor de snellere ontregeling van het spreken. De bijkomende angst of nervositeit zet de spreekspieren nog meer onder spanning.

Er zijn echter veel individuele verschillen: bij de één is het stotteren sterk gekoppeld aan bepaalde situaties en/of personen, terwijl het stotteren bij de ander altijd en overal ongeveer hetzelfde is. In veel gevallen zorgt stotterangst of angst voor de omgeving ervoor dat een stotteraar zijn controle verliest. Als een stotteraar een speech of een voordracht moet houden, kan hij zo lang op de moeilijke woorden oefenen (of deze vermijden) dat de tekst er in één keer uitkomt. Luisteraars hoeven dan niet eens te merken dat de spreker een stotteraar is; in feite stottert hij "in zijn hoofd". Wanneer er weinig eisen gesteld worden aan een gesprek, is het waarschijnlijk dat iemand ook minder zal stotteren. Dit is bijvoorbeeld het geval bij praten tegen kleine kinderen of huisdieren of bij hardop voorlezen als er niemand bij is.

Waarom stotteren er meer mannen dan vrouwen?
Een opmerkelijk feit is dat wereldwijd meer manlijke dan vrouwelijke stotteraars zijn, in een verhouding van 4:1. Op peuterleeftijd is de verhouding jongens die stotteren: meisjes die stotteren 2:1. Kennelijk herstellen meisjes makkelijker van beginnend stotteren dan jongens. Op zich is het bekend dat de meeste ontwikkelingsproblemen vaker bij jongens voorkomen dan bij meisjes, dus stotteren is hierop geen uitzondering.

Waarom? Dat weten we eigenlijk niet. We vermoeden dat de snellere rijping bij meisjes, met name van taal, spraak en motoriek, hierbij een rol speelt. Daarnaast hebben jongens een grotere kans op overerving van de aanleg voor stotteren. Vroeger dacht men dat misschien opvoeding een rol speelde; van jongens werd mogelijk op taalgebied meer verwacht dan van meisjes. Maar dit lijkt in de huidige tijd toch niet meer aan de orde.

Is stotteren erfelijk?
Kinderen met een stotterende vader of moeder lopen een grotere kans om te gaan stotteren. Gewoonlijk is die kans 5%, maar als een van de ouders stottert is de kans ongeveer 25%. Dat wil nog niet zeggen, dat als een kind begint te stotteren, het ook zeker blijft stotteren. Vaak verdwijnt stotteren ook weer, door de juiste maatregelen van de ouders, door therapie of gewoon zomaar?

Hoe kan het dat iemand soms pas op latere leeftijd gaat stotteren?
Het komt weinig voor dat iemand pas op latere leeftijd gaat stotteren. Meestal is een plotseling optredend emotioneel trauma de aanleiding. Zoals het overlijden van een geliefde of een ongeluk. Bij een goed (begeleid) verwerkingsproces zal geen gewoontevorming optreden. Soms begint stotteren in de puberteit. Ook dan is het zaak snel een stottertherapeut te raadplegen om de oorzaken te analyseren en een aanleerproces te voorkomen.

Hoe kan je het best reageren op een stotteraar?
Het meest algemene advies hoe te reageren op een stotteraar is 'gewoon'. Luister naar wat hij zegt, doe niet schichtig. Ga vooral niet luider of breedsprakiger praten. Vraag eventueel aan de stotteraar zelf of hij/ zij aangevuld wil worden. Meestal is dit niet wenselijk.

Hoe komt het dat ik tijdens het zingen niet stotter?
Bij mensen die stotteren is het spraakmotorisch systeem dat zorgt voor het in een akoestisch signaal omzetten van geformuleerde gedachten, minder stabiel dan bij mensen die niet stotteren. In bepaalde condities treedt er een storing op in hun spraakapparaat hetgeen zich uit in interrupties van spraakbewegingen die als stotters worden waargenomen.

Tijdens zingen gebeurt dit gemiddeld genomen veel minder vaak dan tijdens (spontaan) spreken. Factoren die daarbij een rol kunnen spelen zijn:
  • tijdens het zingen zijn het ritme en de melodie gegeven
  • het spreektempo is vertraagd
  • de tekst van de liederen ligt vast en is meestal bekend
  • er is geen sprake van beurtwisseling
  • er is geen keus om wel of niet iets te zeggen
  • er wordt meer gebruik gemaakt van buikademhaling
  • Zingen is wat betreft spreekcondities erg vergelijkbaar met het in een langzaam tempo nazeggen van zinnen: ook dat doen heel veel mensen die stotteren vloeiend. Ook tijdens het langzaam nazeggen van zinnen hoeft er voor veel factoren niet zelf een plan van uitvoering te worden gemaakt.

    Verder ziet men in zang vaak een veranderd patroon in de relatieve duur van klanken, waarbij met name de vocalen langer worden aangehouden, hetgeen de transitie van en naar buurklanken kan vereenvoudigen. In feite is dit zeer vergelijkbaar met strategieën die vaak worden gehanteerd in spraakmotorische stottertherapieën of ook wel spontaan en onbewust door stotteraars kunnen worden gehanteerd.

    Bij onderzoek naar de ademhalingspatronen van zang en spraak, is gebleken dat de relatieve bijdrage van buikademhaling verschilt voor spraak en zang en dat dit verschil met name bij stotteraars toeneemt ten gunste van buikademhaling. Een dergelijk patroon zou een stabiliserende werking kunnen hebben op de manier van ademhalen en daarmee het vloeiend spreken (zingen) kunnen bevorderen.

    Wat zijn normale- wat abnormale onvloeiendheden?
    Normale onvloeiendheden: on-effenheden die elke spreker in zijn/ haar spreken heeft, zoals: onderbrekingen, stopwoordjes, herhalingen, opnieuw beginnen etc.

    Abnormale onvloeiendheden: het herherherhalen, vvvvvvverlengen en blokkades die de eenheid van een woord doorbreken.

    Meer informatie (externe link)

    Zie ook

    Actueel

    Komende feesten