De islamitische jaartelling begint met de verhuizing van Mohammed van Mekka naar de stad Medina (op 16 juli 622 n. Chr.). In 638 n. Chr. werd de datum van deze verhuizing - in het Arabisch hidjra (هِجْرَة) genoemd - door kalief Omar ibn al-Chattab uitgeroepen tot het eerste jaar van de islamitische jaartelling. De 'hidjra' zelf wordt meestal herdacht op 8 Rabi' al-Awwal, de dag dat Mohammed aankwam in Medina. De islamitische kalender wordt ook wel de Hijri-kalender genoemd.
Moslims volgen een zuivere maankalender. De maand begint bij de nieuwe maan.
Het moslimjaar telt 12 maanmaanden van afwisselend 29 en 30 dagen, in totaal 354 dagen. Hierdoor valt het elk jaar circa 11 dagen vroeger in het zonnejaar van 365 dagen (de internationale, westerse kalender). Het islamitisch jaar volgt de Koran, die aangeeft dat de zon en de maan door Allah geschapen zijn en dat de maan de tijdmaat aangeeft.
De Koran verbiedt extra maanden. Voordat de moslims dit verbod invoerden, lasten de Arabieren regelmatig een dertiende maand - "nasi" - in waardoor de kalender nauwelijks verschilde van de christelijke jaartelling.
Men hanteert een cyclus van dertig jaar, de jaren 2, 5, 7, 10, 13, 16, 18, 21, 24, 26 en 29 zijn schrikkeljaren. Er wordt dan een dag toegevoegd aan de twaalfde maand Dhu 'l-Hidja. Op 31 augustus 2019 (1 Muharram 1441) is een nieuwe cyclus van dertig jaar begonnen.
Jaren volgens de islamitische kalender worden aangegeven met AH (Anno Hegirae), een latinisering van 'hidjra'.
Moslims volgen een zuivere maankalender. De maand begint bij de nieuwe maan.
Het moslimjaar telt 12 maanmaanden van afwisselend 29 en 30 dagen, in totaal 354 dagen. Hierdoor valt het elk jaar circa 11 dagen vroeger in het zonnejaar van 365 dagen (de internationale, westerse kalender). Het islamitisch jaar volgt de Koran, die aangeeft dat de zon en de maan door Allah geschapen zijn en dat de maan de tijdmaat aangeeft.
De Koran verbiedt extra maanden. Voordat de moslims dit verbod invoerden, lasten de Arabieren regelmatig een dertiende maand - "nasi" - in waardoor de kalender nauwelijks verschilde van de christelijke jaartelling.
Men hanteert een cyclus van dertig jaar, de jaren 2, 5, 7, 10, 13, 16, 18, 21, 24, 26 en 29 zijn schrikkeljaren. Er wordt dan een dag toegevoegd aan de twaalfde maand Dhu 'l-Hidja. Op 31 augustus 2019 (1 Muharram 1441) is een nieuwe cyclus van dertig jaar begonnen.
Jaren volgens de islamitische kalender worden aangegeven met AH (Anno Hegirae), een latinisering van 'hidjra'.
"Hij is het die de zon gemaakt heeft als verlichting en de maan als een licht en die ervoor standen heeft verordend opdat jullie het aantal van de jaren en berekening weten."
Soerat Joenoes, Koran 10:5
"Zij vragen jou naar de nieuwe manen. Zeg: Zij zijn tijdsaanduidingen voor de mensen en de bedevaart..."
Soerat al Bakara, Koran 2:189
Soerat Joenoes, Koran 10:5
"Zij vragen jou naar de nieuwe manen. Zeg: Zij zijn tijdsaanduidingen voor de mensen en de bedevaart..."
Soerat al Bakara, Koran 2:189
De maanden van het islamitisch jaar
Maand: | Vermoedelijke betekenis: | Turks: | Dagen: |
Muharram |
heilige maand | Muharrem | 30 |
Safar |
maand die leeg is | Safer | 29 |
Rabi' al-Awwal |
eerste lentemaand | Rebiül-evvel | 30 |
Rabi' al-Akhir |
tweede lentemaand | Rebiül-ahir | 29 |
Jumada 'l-Awwal |
eerste droge maand | Cemaziyel-evvel | 30 |
Jumada 'l-Akhir |
tweede droge maand | Cemaziyel-ahir | 29 |
Rajab |
vereerde maand | Recep | 30 |
Sha'ban |
maand der verdeeldheid | Şa’ban | 29 |
Ramadan |
maand van de grote hitte (vastenmaand) | Ramazan | 29/30 |
Shawwal |
jachtmaand | Şevval | 29 |
Dhu 'l-Qa'dah |
rustmaand | Zilka’de | 30 |
Dhu 'l-Hidja |
bedevaartsmaand | Zilhicce | 29/30 |
"Het aantal maanden is bij Allah twaalf maanden volgens de teboekstelling van Allah op de dag dat Hij de hemelen en de aarde schiep; daarvan zijn er vier heilig. (...) Het invoegen van een schrikkelperiode is enkel maar meer ongeloof waarmee zij die ongelovig zijn tot dwaling gebracht worden..."
Soerat at-Tauba, Koran 9:36-37
Soerat at-Tauba, Koran 9:36-37
Dagen van de week
Deze volgen de joodse en christelijke volgorde, beginnende met zondag en eindigend met zaterdag. De vrijdag, de wekelijkse dag van samenkomst, is dus niet de eerste noch de laatste dag van de week. Ook is het in tegenstelling tot de joodse Sabbat en de christelijke zondag géén rustdag, alhoewel in sommige islamitische landen het openbare leven stil ligt en bedrijven al vanaf donderdagmiddag gesloten zijn.
- yaum al-ahad (يوم الأحد) (eerste dag)
- yaum al-ithnayna (يوم الإثنين) (tweede dag)
- yaum ath-thalatha' (يوم الثُّلَاثاء) (derde dag)
- yaum al-arba'a' (يوم الأَرْبعاء) (vierde dag)
- yaum al-khamis (يوم خَمِيس) (vijfde dag)
- yaum al-jum'a (يوم الجُمْعَة) ('verzameldag')
- yaum as-sabt (يوم السَّبْت) ('sabbatdag')
"Jullie Heer is Allah die de hemelen en de aarde in zes dagen geschapen heeft. Toen vestigde Hij zich op de troon om het bestuur te regelen."
Soerat Joenoes, Koran 10:3
Soerat Joenoes, Koran 10:3
Omrekenen Hijri < > Gregoriaans
Formules om van de islamitische (Hijri-kalender) naar de westerse (Gregoriaanse) kalender om te rekenen, en andersom, zijn:
H | G-622 | |||||
G = H - | ---- | + 622 | H = G + | ---- | - 622 | |
33 | 32 |
G = Gregoriaanse (westerse) kalender
H = Hijri-kalender (islamitische kalender)
Een voorbeeld:
Gregoriaans jaar: | 1446-44+622 = 2024 AD |
Islamitisch jaar: | 2024+44-622 = 1446 AH |
Islamitische datum omrekenen
Reken zelf een datum om met behulp van onderstaand script:
Feest- en gedenkdagen
- 12 Rabi' al-Awwal - Mawlid an-Nabi: 15 september 2024
- 27 Rajab - Laylat-ul-Meraj: 27 januari 2025
- 15 Sha'ban - Lailat-ul-Baraat: 14 februari 2025
- 1-29/30 Ramadan - Vastenmaand: 1 maart 2025
- 27 Ramadan - Lailat-ul-Qadr: 27 maart 2025
- 1 Shawwal - Eid al-Fitr (Suikerfeest): 30 maart 2025
- 9 Dhu 'l-Hidja - Yawm 'Arafah (Dag van Arafa): 5 juni 2025
- 10 Dhu 'l-Hidja - Eid al-Adha (Offerfeest): 6 juni 2025
- 1 Muharram - Nieuwjaar: 26 juni 2025
- 10 Muharram - Asjoera: 5 juli 2025
Geschiedenis van de islamitische kalender
De islamitische kalender is gecreëerd is door kalief Omar I (Abu Hatsa Ibn Al-Chattab) in 638 na Christus. Het is een echte maankalender, en omdat de Koran extra maanden verbiedt (zie bovenstaande tekst, Koran 9:36-37) bevat het jaar altijd twaalf maanden.
In vroeger tijden (en in religieuze zaken nog steeds) werd het begin van een maand vastgesteld door waarneming aan de maan. Tegenwoordig wordt de kalender echter veelal berekend. De maanden hebben afwisselend 30 en 29 dagen en er wordt gewerkt met een cyclus van 30 jaar. De telling begint in de meeste gevallen op 16 juli 622 na Christus, maar soms wordt er een dag eerder begonnen.
Aangezien er naast de hierboven beschreven kalender ook nog andere versies in gebruik zijn (geweest) met een andere cyclus, en er daarnaast ook nog een religieuze kalender bestaat die van plaats tot plaats verschilt (omdat de waarneming in iedere plaats afzonderlijk ging) is een normale islamitische datering niet voldoende voor conversie naar de christelijke kalender. Het is dan ook voor geschiedkundigen prettig dat in een mohammedaanse datering altijd de dag van de week wordt geschreven, daardoor is een exacte omrekening wel mogelijk.
In Nederlandsch-Indië werd tussen 1600 en 1900 een variant van deze kalender gebruikt, die op zich ook weer varianten had. Er was geen cyclus van 30 jaar maar een kortere van 8 jaar. In het oudere systeem waren hierin de jaren 2, 5 en 8 schrikkeljaar en volgens het nieuwere systeem waren dat de jaren 2, 4 en 8.
Bovendien waren in het nieuwere systeem de maanden in het 5-de jaar niet in een strikte 30, 29 dagen afwisseling, maar de eerste 2 maanden hadden 30 dagen, daarna de maanden 2 tot en met 6 29 dagen, vervolgens een afwisseling 30, 29 die duurde tot en met de 11-de maand en de laatste maand had 30 dagen alsof het een schrikkeljaar was.
Naast deze cycli van 8 jaar was er ook een cyclus van 120 jaar (15 maal 8) en in deze laatste cyclus verviel het laatste schrikkeljaar. De jaren waren genummerd in Java-jaren, dat is 512 jaren meer dan de standaard moslim-jaartelling.
Naast nummers hadden de jaren ook namen, en ook weer in een cyclus van 8: Alip, Ehe, Djimalwal, Dje, Dal, Be, Wawoe en Djimakir.
Bovendien was er een 5-daagse week, de namen van de weekdagen waren: Kliwon, Legi, Pahing, Pon en Waje. Het systeem zorgde er voor dat in een 120-jaars-cyclus iedere 8-jaars-cyclus op dezelfde dag begon. Dit systeem is gehanteerd in Surakarta (tot 1675 het oudere systeem, daarna het nieuwere systeem, bovendien was 1626 een schrikkeljaar, maar 1674 niet, 1746 weer wel en 1748 weer niet), Jogjakarta (tot 1751 het oudere systeem, daarna het nieuwere) en op Sunda (altijd het oudere systeem).
Ook de Turken kenden vroeger een systeem met een 8-jaars-cyclus, hierbij waren de jaren 3, 5 en 8 schrikkeljaren. Een 120-jaars-cyclus heeft bij hen niet bestaan.
In vroeger tijden (en in religieuze zaken nog steeds) werd het begin van een maand vastgesteld door waarneming aan de maan. Tegenwoordig wordt de kalender echter veelal berekend. De maanden hebben afwisselend 30 en 29 dagen en er wordt gewerkt met een cyclus van 30 jaar. De telling begint in de meeste gevallen op 16 juli 622 na Christus, maar soms wordt er een dag eerder begonnen.
Aangezien er naast de hierboven beschreven kalender ook nog andere versies in gebruik zijn (geweest) met een andere cyclus, en er daarnaast ook nog een religieuze kalender bestaat die van plaats tot plaats verschilt (omdat de waarneming in iedere plaats afzonderlijk ging) is een normale islamitische datering niet voldoende voor conversie naar de christelijke kalender. Het is dan ook voor geschiedkundigen prettig dat in een mohammedaanse datering altijd de dag van de week wordt geschreven, daardoor is een exacte omrekening wel mogelijk.
In Nederlandsch-Indië werd tussen 1600 en 1900 een variant van deze kalender gebruikt, die op zich ook weer varianten had. Er was geen cyclus van 30 jaar maar een kortere van 8 jaar. In het oudere systeem waren hierin de jaren 2, 5 en 8 schrikkeljaar en volgens het nieuwere systeem waren dat de jaren 2, 4 en 8.
Bovendien waren in het nieuwere systeem de maanden in het 5-de jaar niet in een strikte 30, 29 dagen afwisseling, maar de eerste 2 maanden hadden 30 dagen, daarna de maanden 2 tot en met 6 29 dagen, vervolgens een afwisseling 30, 29 die duurde tot en met de 11-de maand en de laatste maand had 30 dagen alsof het een schrikkeljaar was.
Naast deze cycli van 8 jaar was er ook een cyclus van 120 jaar (15 maal 8) en in deze laatste cyclus verviel het laatste schrikkeljaar. De jaren waren genummerd in Java-jaren, dat is 512 jaren meer dan de standaard moslim-jaartelling.
Naast nummers hadden de jaren ook namen, en ook weer in een cyclus van 8: Alip, Ehe, Djimalwal, Dje, Dal, Be, Wawoe en Djimakir.
Bovendien was er een 5-daagse week, de namen van de weekdagen waren: Kliwon, Legi, Pahing, Pon en Waje. Het systeem zorgde er voor dat in een 120-jaars-cyclus iedere 8-jaars-cyclus op dezelfde dag begon. Dit systeem is gehanteerd in Surakarta (tot 1675 het oudere systeem, daarna het nieuwere systeem, bovendien was 1626 een schrikkeljaar, maar 1674 niet, 1746 weer wel en 1748 weer niet), Jogjakarta (tot 1751 het oudere systeem, daarna het nieuwere) en op Sunda (altijd het oudere systeem).
Ook de Turken kenden vroeger een systeem met een 8-jaars-cyclus, hierbij waren de jaren 3, 5 en 8 schrikkeljaren. Een 120-jaars-cyclus heeft bij hen niet bestaan.
Verder lezen
Actueel
- Nationale Vrijwilligersdag
- Tweede zondag van de Advent
- Wereldlichtjesdag
- Eerste zondag van de Advent
- Zaterdag 7 december
- Chanoeka
Komende feesten